‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven; de heerschappij zal op zijn schouders rusten. En men zal Hem noemen: Wonderlijk, Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.‘ (Uit Jesaja 9 vers 6, KJV-vertaling)
Geciteerd: Op deze manier zijn wij – tenminste als wij dit geloven en als waarheid beschouwen (1) – onschuldig, heilig en rechtvaardig voor God, bekleed met de onschuld, heiligheid en rechtvaardigheid van dit Kind.
Zo zien we hier niet alleen dat dit Kind een van nature onschuldige en heilige Mens is, maar ook dat Hij geheel de onze is in alles wat Hij is, heeft, doet en kan doen. Omdat Hij voor ons geboren is, zijn Zijn heiligheid, onschuld en rechtvaardigheid ook de onze en worden ze ons geschonken, alsof ze van onszelf waren. Nu tooien en bekleden wij ons ermee voor God als met onze eigen schitterende gewaden die wij van Hem ontvangen hebben.
Let nu op het Woord dat verklaart wat voor Persoon deze Koning is, en hoe meesterlijk Jesaja Hem beschrijft en zijn woorden plaatst en afweegt. Ten eerste is Hij – zoals de Hebreeuwse tekst aangeeft – een Kind dat geboren is, een ware Mens, zoals iemand die geboren is uit een vrouw met een lichaam van vlees en bloed. Hij leeft, loopt en staat, werkt en handelt als ieder ander mens, terwijl Hij toch zonder zonde geboren is en dit alles voor anderen doet.
‘Ons,’ ‘ons,’ ‘ons’ staat er. Dit Kind is voor ons allen geboren, daarom geboren voor ons welzijn. In deze tekst verdient het kleine woordje ‘ons’ bijzondere aandacht, want alles hangt af van dit ene woord. Alle kinderen die geboren worden, worden geboren voor zichzelf of voor hun ouders. Alleen over dit ene Kind wordt gezegd dat Hij geboren is en ons bezit is geworden, maar dat zou ons in het geheel niet geholpen hebben. Wat baat het ons dat er vanaf het begin der tijden duizenden kinderen geboren zijn en elke dag geboren worden? Want zelfs als dit Kind duizend en nog eens duizend keer geboren was, en het nog steeds niet – voor ons – geboren was…
(…) Want voor ons is een Kind geboren – Voor Hemzelf was het helemaal niet nodig geweest om geboren te worden. Daarom is alles wat Hij is, heeft en doet door Zijn geboorte of door Zijn mens-zijn hier aan ons beloofd als het onze. We worden erdoor gediend, want het is allemaal voor onze redding en zaligheid. Toch vereist dit kleine woordje ‘ons’ een vast geloof. (1)
[Maarten Luther: Die Epistel des Propheten Jesaia, so man in der Christmesse lieset, Predigt des Jahres 1526, WA 19, 149, 14 – 150, 13]
Bron citaat: http://www.maartenluther-com – Engelstalig citaat van donderdag 11 december 2025.
(1) ‘Ook jullie (gedoopte ‘heidenen’) zijn (net als wij besneden en gedoopte Joden) door Zijn genade gered. (2) Hij heeft ons (!) samen met Hem (!) uit de dood opgewekt (3) en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. (4) Zo zal Hij in de eeuwen die komen laten zien hoe overweldigend rijk Zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is door Christus Jezus. Door Zijn genade zijn jullie immers gered, dankzij jullie geloof. Maar (let op!) dat geloof danken jullie niet aan jezelf; Het is een geschenk van God en geen gevolg van jullie daden, dus niemand kan er zich op laten voorstaan. (5) Want Hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu (reeds) zijn: In Christus Jezus geschapen (6a) om de weg te gaan van de goede daden (6b) die God mogelijk heeft gemaakt (in en door onze Heer door ons Zijn Geest te schenken).’ (Uit Efeziërs 2 de verzen 6-10) (7)
(2) Zie 2 Korintiërs 12 : 6-13
(3) Zie Romeinen 6 : 1-14.
(4) Zie Filippenzen 3 : 20-21.
(5) Zie 1 Korintiërs 1 : 20-21 en 2 Korintiërs 10 : 12-18.
(6a) Zie Jakobus 1 : 16-18 en (6b) bijv. Efeziërs 4 : 20-32.
(7) Ons geloof fundeert zich op de – ook in en door bovenstaande Bijbelteksten! – aan ons allen verkondigde waarheid van het Evangelie, niet op onze bevindingen daarvan.
Bron afbeelding: Shutterstock








