‘Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is,
zal hij daarvan niet afwijken.‘
‘Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken
wanneer het oud geworden is.‘
(Uit Spreuken 22 vers 6)
Tijdens het leven van Willem van Oranje waren het vooral zijn broers die samen met hem gestreden hebben voor gewetensvrijheid en vrije kerken in de Nederlanden. Zijn opvoeding en eerste jaren van opleiding op de Dillenburg en de blijvende band met zijn ouders en verdere familie zijn bepalend en doorslaggevend geweest bij zijn latere ontwikkeling/opleiding en in zijn levensjaren daarna.
Na zijn elfde levensjaar wordt zijn opvoeding en opleiding voortgezet aan het Rooms Katholieke keizerlijke hof in Brussel met tussendoor bezoek van familie of ook weer een bezoek aan de Dillenburg.
Later keert hij zelfs noodgedwongen voor langere tijd terug naar de Dillenburg m.n. vanwege verlies (in beslag name) van zijn bezittingen in Brabant. Ook zijn vrouw Anna van Saksen laat hij naar de Dillenburg komen, tevens met de hoop dat zijn moeder en zussen een goede invloed op haar zouden hebben, maar dat bleek helaas niet het geval.
Geciteerd 1: De jonge Willem van Oranje (geboren 1533) krijgt een uitstekende, maar eenvoudige opvoeding aan de hofschool (op de Dillenburg), waar ook adellijke kinderen van elders onderwijs ontvangen. Eén van de leermeesters is magister Jos Hun.
Willem de Rijke (de vader van Willem) laat al in 1526 de prediking in de geest van Luther (1) toe in zijn graafschap. Hij vraagt Luther persoonlijk om advies voor zijn bibliotheek. In 1529 stelt hij een Wittenbergse geestelijke aan als hofkapelaan. De Hervorming voert hij geleidelijk in. Juliana van Stolberg (moeder van Willem) is de Hervorming ook van harte toegedaan en heeft van zich doen spreken als een vrouw met een levend en krachtig geloof en een diep gemoedsleven (2)
Geciteerd 2: Over zijn opvoeding aan de Dillenburg (tot zijn elfde levensjaar) getuigt Willem van Oranje het volgende: “Daar wij van jongsaf in de voorsz. protestantse religie waren opgetrokken (opgevoed) en ook onze heer vader daarbij heeft willen leven en sterven, hebbende de abuizen (verkeerde gebruiken) der roomsche kerk uit zijne heerlijkheid uitgeroeid (3), wien kan het dan vreemd schijnen, dat deze leeringen zoo diep in ons hart ingegraveerd en ingeworteld, dat zij ter rechter tijd begonnen hunne vrucht te dragen?” (4)
Geciteerd 3: Op 6 september 1544 verschijnt zijn vader met de elfjarige prins aan het hof te Brussel. Op 10 november brengt zijn vader hem naar Breda. Zijn vader blijft daar tot het voorjaar 1545. Twee jonge Duitse gravenzonen, een Isenburg en een Westerburg, mogen bij hem blijven. De prins krijgt nu ook onderwijs in vreemde talen: Frans, Spaans, Italiaans, Latijn en ook Nederlands. De hoftaal Frans wordt hem zo eigen, dat hij daarin voortaan het meest uit. Zijn vader stuurt hem Duitse boeken om zijn moedertaal niet te verleren. Hij klaagt dat zijn jongen “In die Niederlanden gewendet worden war” (een Nederlander geworden is).
Geciteerd 4: Op 8 juli 1551 trouwt de prins met Anna van Buren. (5) Al in 1553 zijn de drie jongste zusjes van de prins, Katharina, Juliana en Magdalena in Breda. Ze worden daar op verzoek van de vrouw van de prins opgevoed. Op 10 november 1556 trouwt zijn zuster Maria met graaf Willem van den Bergh te Meurs. De hele familie komt daar bijeen. Voor het eerst ziet de prins zijn moeder weer sinds 1544. Hij sluit dan ook een financiële overeenkomst met zijn vader, waarin hij verplichtingen op zich neemt voor zijn broers en zusters. (…) In 1556 is zijn broer Lodewijk (geboren 1538) bij hem aan het hof gekomen en daar voortdurend gebleven. Lodewijk staat zijn broer in alles terzijde, ook bij het besturen van zijn bezittingen. Zeer nauw is de prins sinds die tijd aan zijn broer verbonden.
Geciteerd 5: Zijn moeder schrijft hem op 24 januari 1560 (zijn vader overleed vrij plotseling in 1559): “Nevens God zijt gij mijn grootste troost“. De prins is tegenwoordig bij de doop van de oudste zoon van Jan van Nassau op 14 mei 1560 te Siegen. De prins blijft dan de hele maand bij zijn familie. In hetzelfde jaar woont hij ook de bruiloft bij van zijn zuster Katharina op 17 november 1560 te Arnstadt. Hij keert pas eind januari terug naar Breda. Zijn jongste broer Hendrik komt bij hem wonen, Die wordt student in Leuven.
Geciteerd 6: In de jaren na het overlijden van zijn eerste vrouw Anna (maart 1558) leeft hij als ‘grand seigneur’, een man van van hoge adel uit die tijd. (…) In zijn apologie noemt hij zich later zelf ‘een man van de wereld’, die zich weinig om de godsdienst bekommert, al komt hij zijn Roomse godsdienstplichten nauwgezet na. Toch is zijn opvoeding uit zijn kinderjaren beslist niet weg.
Zo zegt hij in zijn apologie:
“Want hoewel wij door een lang verblijf aan ’s keizers hof en door de krijgsdienst en ook omdat wij zo weinig middelen hadden om in de religie recht onderwezen te worden, veel meer aan de jacht en aan de wapenen en andere oefening van de jonge heren gedachten en die naarder ter harte namen dan ’t geen tot onze zaligheid was belangende, hebben wij nochtans grote oorzaak (reden) God te danken, dat Hij dit heilig zaad, ’t welk Hij zelf in ons gezaaid hadde, niet en heeft laten verstikken.“
(1) Het ‘Magnificat’ werd door Maarten Luther in 1521 geschreven. Zie deze serie blogs.
(2) Zie de blog over de moeder van de prins: Juliana van Stolberg
(3) Door prediking en onderwijs en mogelijk werden bepaalde praktijken ook verboden.
(4) Wat een bemoediging voor ouders die hun kinderen geen (niet meer) christelijk onderwijs kunnen laten volgen!
(5) Anna was een dochter van de schatrijke veldoverste Maximiliaan, graaf van Buren (Brabant) met veel Duitse verwanten, waaronder ook die de Hervorming waren toegedaan.
Bron citaten: ‘Een Prince van Orangien – Portret van Willem van Oranje‘ door A.P. Bijl – Uitgeverij de Groot Goudriaan – Kampen
Zie ook:
- ‘Het begon niet pas met/bij de ‘Founding Fathers… (I)‘
- ‘Het begon niet pas met/bij de ‘Founding Fathers… (II)‘