‘Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.‘
(Uit 1 Timoteüs 6 uit vers 10)
Jezus en de apostelen wezen ons op een nog groter gevaar/kwaad…
(dan overspel, homofiele praktijk, genderproblematiek, abortus, etc.)
‘De kinderen van deze wereld gaan immers meer doordacht met elkaar om dan de kinderen van het licht. En Ik zeg jullie: maak je vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.‘ (…) ‘Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere haten.‘ (…) ‘Dit alles hoorden de Farizeeën, die geldzuchtig waren (1), en zij hoonden Hem.‘ (Uit Lukas 16 uit de verzen 8-15)
‘Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden.‘ (Uit Lukas 11 vers 52)
(1) We lezen dat ‘geldzuchtig’ niet van de tollenaars, alhoewel die nog wel graag eens een extra graantje meepikten van de opgelegde belastingen, wanneer ze de kans kregen. (2) Maar wat nog meer opvalt, dat is dat het dienen van de mammon als een veel ernstiger gevaar voor iemand wordt getekend, dan de zonde van overspel! De mammon eist alles voor zich op en de mammondienaar ontkomt er niet aan zich als slaaf aan hem gewonnen te geven…
(2) De tollenaars gaven – i.t.t. de Farizeeën en Schriftgeleerden – wel gehoor aan de oproep van Johannes de Doper om zich te bekeren en zich te laten dopen om zo vergeving van zonden te ontvangen – zie ook Matteüs 3 de verzen 12-13 en Lukas 7 de verzen 29-30.
‘Wat ik bedoel broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt. Ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is. Ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.‘ (Uit 1 Korintiërs de verzen 29-31)
Opgemerkt: Niet de zonden van overspel en de problematiek van homofilie en gender vormen het grootste probleem voor ‘de kerken’ (= haar leden!), maar de zonde van het dienen van de mammon, voortkomend uit liefde tot deze wereld. Dáár hebben de kerken nog het meest aan en onder geleden. Op het terrein van die eerstgenoemde zonden en problematiek zijn de kerken (= haar leden!) niet vooropgegaan maar volgend geweest, maar op het terrein van de geldzucht – waarbij eerder ook al de Farizeeën en Schriftgeleerden als schuldigen worden aangewezen door de heilige Geest – hebben juist de christelijke kerken zich niet onderscheiden van de wereld. Ze hebben zich op dat terrein zelfs nog in ongunstige zin onderscheiden van de wereld.
Wanneer we maar even tot ons laten doordringen hoe het juist de christelijke westerse wereld is geweest die – ten eigen bate! – beslag heeft weten te leggen op de rijkdommen van deze wereld, die weet genoeg! En wie even rondkijkt op de parkeerplaatsen van de grote reformatorische kerken in ons land, die beseft het daar ook!
Juist die geldzucht – hoe vroom men die beschuldiging ook weet te pareren – die heeft de kerkjeugd liefde voor de wereld en wereldgezindheid gebracht, veel meer dan andere zonden binnen de kerken (bij haar leden!) en dan de losbandigheid van de wereld op gebied van seksualiteit, overspel en echtscheiding.
‘Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het dan bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het Evangelie van God te aanvaarden? Als zij die rechtvaardig leven (3) al ternauwernood gered kunnen worden, hoe moet het dan gaan met hen die zondigen doordat ze God niet gehoorzamen. Daarom moeten allen die lijden omdat God dat wil, het goede blijven doen en hun leven toevertrouwen aan Hem op Wie wij mogen vertrouwen omdat Hij ons heeft geschapen (4).’ (Uit 1 Petrus 4 de verzen 17-19)
(3) Zij die zich door het geloof gerechtvaardigd weten in en door het zoenbloed van onze Heer Jezus Christus, dat ook steeds weer door hen beleden wordt door aan de vieringen van het Avondmaal deel te nemen en zich daar niet van af laten brengen of houden door mensen die (eerst) voldoende levensheiliging bij iemand menen te kunnen en moeten waarnemen/vaststellen.
(4) Zie bijvoorbeeld de belijdenis(sen) van de dichters van Psalm 71 en 139.
Zie ook: Artikel dr. M. Klaasen geen ‘herderlijk schrijven’… (I), (II), (III),
N.a.v. ‘Huwelijk een verbond, geen contract’ – door dr. Maarten Klaassen.
Dr. M. Klaassen is werkzaam voor de stichting Bijbels beraad M/V. Zijn artikel is hier te lezen: https://www.bijbelsberaadmv.nl/…/huwelijk-een-verbond…/
Leestips: 1 Timoteüs 6 de verzen 1-10, Hebreeën 11 de verzen 13-16, Jakobus 2 de verzen 1-13 en 5 de verzen 1-6.
‘Jezus zei tegen hen (Schriftgeleerden en Farizeeën): “U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart*. Wat bij de mensen hoog in aanzien staat is een gruwel in de ogen van God.”‘ (Uit Lukas 16 het 15e vers)
* Zie Matteüs 15 de verzen 1-20.
Bron afbeelding: Bible Verses (Facebook)