‘Omdat nu Christus voor ons heeft geleden in het vlees, wapen u dan ook met diezelfde gezindheid; want wie in het vlees lijdt houdt op met de zonde‘… (1 Petrus 4 : 1)
Niet de Heilige Geest, maar de zonde uitblussen!
Geciteerd: In de Schrift betekent het woordje vlees niet alleen het uitwendige lichaam (vlees en bloed, botten en huid), maar alles wat van Adam komt. Zo zegt God in Genesis 6 vers 3: ‘De mensen willen zich door Mijn Geest niet meer laten bestraffen, want zij zijn vlees.‘ En in Jesaja 40 vers 5 lezen we dat alle vlees de heerlijkheid des Heeren zal zien.
Dat wil zeggen: deze heerlijkheid zal aan alle mensen worden geopenbaard. Zo belijden we ook in de Geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof in de opstanding van het vlees‘. Dat wil zeggen dat alle mensen weer zullen opstaan. Vlees betekent dus de hele mens door en door, zoals hij hier in dit leven leeft.
Nu worden de werken van het vlees één voor één door Paulus opgesomd in Galaten 5 : 19 tot 21, niet alleen de grove zonden, die iedereen wel kent, zoals echtbreuk, hoererij en onkuisheid, maar ook geestelijke zonden, zoals afgoderij en dwaling, die niet alleen in het vlees zitten, maar ook in het verstand en in het hart.
Men moet daarom begrijpen dat de mens, samen met zijn rede en wil, vanbinnen en vanbuiten, met lichaam en ziel, vlees wordt genoemd. Met al zijn krachten, uitwendig en inwendig, ziet en bedoelt hij immers alleen wat vleselijk is en nuttig voor het vlees.
Zodoende voegt Petrus hier nu toe dat Christus in het vlees heeft geleden. Nu is het zeker dat Zijn lijden verder reikte dan alleen in het vlees. Zijn ziel onderging immers de grootste beproeving, zoals de profeet Jesaja zegt (53 : 11). Op deze manier moet je ook begrijpen wat hier volgt: ‘Wie in het vlees lijdt, houdt op met de zonde.‘
Ook hier gaat het niet alleen om afhakken van iemands hoofd en het verlies van een arm of een been, maar om alles wat een mens kan kwetsen, om welke ellende en nood hij ook lijdt. Veel mensen hebben een gezond lichaam en toch voelen ze inwendig veel verdriet en ellende.
Als dit om Christus’ wil gebeurt, is het nuttig en goed. Want ‘wie in het vlees lijdt, houdt op met de zonde.‘ Daarom heeft God ons het heilige kruis opgelegd, zodat je daarmee je zonde uitblust. Wanneer het je op deze manier aanvalt, verdwijnen je zinnelijkheid, afgunst, haat, woede en je andere zonden.
‘én elkaar (daarbij) een helpende hand bieden’
Het heilige kruis zal je aansporen en aanzetten om tot Christus te vluchten, genade en hulp bij Hem te zoeken én elkaar een helpende hand te bieden.
(Laatste citaat uit overdenking 46!)
Zie ook: ‘Het nieuwe leven en de werken… (I)‘, (II).
Maarten Luther: Epistel S. Petri gepredigt und ausgelegt, vgl. W(2)9, 1248 ff(1539)
Bron citaat 2: Maarten Luther – Als goud door vuur beproefd – Korte verklaring van de eerste brief van de apostel Petrus in 60 overdenkingen – Overdenking 46 – Samengesteld, ingeleid door H.C. van Woerden – © 2020 Den Hertog B.V., Houten.