Over Gods redende genade… (I)

‘Als mijn hart opgezwollen was,
als ik in mijn nieren geprikkeld werd,
toen was ik onvernuftig en wist niets,
ik was een groot beest bij u.’
(Uit Psalm 73 de verzen 21-22)

Geciteerd: Er is maar één manier om tot God te naderen: naar Hem toe gaan en met de Verloren Zoon te zeggen: ‘Ik heb gezondigd tegen de hemel en voor U; ik ben niet meer waardig Uw zoon genaamd te worden.‘ Ik wil dit graag heel duidelijk maken. Als u het idee hebt, dat u enig recht op vergeving hebt, dan bent u naar mijn opvatting geen Christen. Genade betekent goedheid en vriendelijkheid jegens zondaren die het niet verdienen. God werd door niets anders bewogen dan door Zijn eigen liefde, Zijn eigen medelijden, Zijn eigen barmhartigheid en Zijn eigen genade. Als u dat niet inziet dan is er maar één verklaring voor. Dan hebt u nooit uw zonde gezien, dan hebt u niet doorgemaakt wat de Psalmist in het voorgaande beschreven heeft. Als u uzelf had gezien als een dier, een domme dwaas, als een onwetende, als u werkelijk uzelf zo had gezien voor het aangezicht van de heilige God, dan hoefde daarover niet verder geargumenteerd te worden.

Laat me u nog een definitie van een Christen geven. Hij is een mens, die zich realiseert, dat, hoewel hij zichzelf niet kan vergeven, God dat wél gedaan heeft; hij is iemand die verbaasd staat over het feit, dat hij vergeving ontvangen heeft. Hij neemt dit niet als een normaal vaststaand feit aan en komt dat ook niet als recht opeisen. Dat heeft hij/zij ook nooit gedaan. Eerder zegt zo iemand:
Zie ik breng voor mijn behoud
U geen wierook, myrrhe of goud;
moede kom ik, arm en naakt,
tot de God, Die zalig maakt,
Die de arme kleedt en voedt,
Die de zondaar leven doet.

Dat is het getuigenis van deze mens. ‘Nochtans ben ik nog steeds bij U. Wat er ook gebeurd is en wat ik heb gedaan, ik behoor nog altijd bij U vanwege Uw Liefde, Uw barmhartigheid, Uw reddende genade.’

Ondanks het feit dat de wereld is zoals ze is, zond God er Zijn Zoon heen. Hoe vaak zegt God dat niet in het Oude Testament? Hoe vaak herinnert Hij de kinderen Israëls er niet aan, dat Hij hen uit Egypte had gered niet om wat zij waren. Het was terwille van Zijn heilige naam, dat Hij dat deed, het was vanwege Zijn liefde en medelijden met Zijn eigen volk. En het Nieuwe Testament legt altijd een grote nadruk op die reddende genade van God. ‘Toen wij nog zondaren waren‘ – ‘toen wij nog zwak waren te Zijner tijd.’ God heeft het allemaal gedaan en Hem komt alle erkenning en eer toe. ‘Toch – ondanks mijzelf, ondanks al wat van mij gezegd kan worden – ben ik nog steeds bij U.’
Maar laten we de Psalmist verder volgen. Nadat hij is begonnen met zich goed voor ogen stellen van het feit, dat God toch nog steeds met hem bezig is, gaat hij even terugzien. ‘Nochtans zal ik bestendig bij U zijn, Gij hebt mijn rechterhand gevat.’ Wat bedoelt hij. Dat kunnen/zullen we op twee manieren bekijken.

(Wordt vervolgd!)

Zie ‘Gods reddende genade…(II)‘ en (III, slot)

Bron citaat: ‘Geloofsbeproeving’ – van D. Martyn Lloyd-Jones (1899-1981)

Nochtans zal ik bestendig bij U zijn,
Gij hebt mijn rechterhand gevat.’
(Uit Psalm 73 vers 23)

Bron afbeelding: Bible Hub

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s