‘De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man die bij haar was*, en ook hij at ervan.‘ (Uit Genesis 3 vers 6)
* ‘En die twee zullen één vlees (één lichaam) zijn’: twee zielen één gedachte…
Geciteerd: Veel mensen vragen: “Wat maakt het uit dat Adam en Eva van die ene bepaalde boom eten?” Maar we zouden de vraag kunnen omdraaien en vragen wat het probleem is met NIET eten van die ene boom? Adam en Eva hadden geen honger. Er waren andere bomen om van te eten. Dus waarom zouden ze eten van degene waarvan hen werd verteld dat ze niet mochten eten?
Het antwoord is autonomie. Ze wilden niet dat iemand hen vertelde wat ze moesten doen. Ze wilden de leiding hebben. Ze wilden god zijn. Dus het verhaal van Adam en Even die eten van de boom van kennis van goed en kwaad gaat niet over fruit. Het gaat om trouw. Zullen ze God gehoorzamen en trouw blijven, of zullen ze ongehoorzaam zijn en trouw blijven aan zichzelf?
Opgemerkt: Dat we hierbij toch vooral zullen zien en benadrukken dat het daar in het Paradijs bij die boom (ook al) om geloof gaat en dus om liefde en vertrouwen: God onze Vader heeft het gezegd en wie ben jij slang om de waarheid van Zijn woorden in twijfel te trekken? Maar deze kinderen van Hem overwogen wat de slang gezegd had en keken naar wat voor ogen was en meenden ook wel op eigen (verder op te bouwen) inzicht te kunnen afgaan. En die problematiek van die twee die kennen we allemaal, we zijn er allemaal mee ‘behept’.
Bron citaat: Red Pen Logic with mr. B.
‘Zo staat er ook geschreven: “De eerste mens, Adam, werd een levend aards wezen.” Maar de laatste Adam werd een levendmakende Geest. Niet het Geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het Geestelijke. De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede Mens is hemels. Ieder stoffelijk mens is als de eerste mens, ieder hemels mens is als de Tweede. Zoals we nu de gestalte van de stoffelijke mens hebben, zo zullen we straks de gestalte van de hemelse Mens hebben.‘ (Uit 1 Korintiërs 15 de verzen 45-49)
Bron afbeelding: SlidePlayer