‘Jezus antwoordde en zei tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren, en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken.‘ (Uit Johannes 14 vers 23)
Geciteerd: Over het rijk van Christus is de heilige Geest uitgestort, zoals Zacharia het zo mooi uitdrukt, namelijk de Geest der genade en der gebeden (vgl. Zacharia 12 vers 10). Want de heilige Geest woont nu in de harten van de gelovigen, tezamen met de Vader en de Zoon, en werkt de genade en de gebeden in hun harten. Maar dat niet alleen: Hij spreekt ook troost en geeft de overwinning over zonde, dood en duivel.
Hij doet dit – overwinning op de zonde, dood en duivel – niet door enkel grote openbare bewijzen van Zijn grote kracht en macht. Echter omdat de gelovigen nog terecht hun zonde en onwaardigheid voelen – lees: dagelijks opmerken in eigen leven (AJ) – draagt Hij hun gebreken en bedekt die, en vertroost hen met de genade en vergeving van Christus.
Om reden dat de gelovigen in hun strijd tegen de zonde (dagelijks!) hun eigen grote zwakheid voelen (1), worden ze door de heilige Geest gedreven tot het gebed, dat is dat zij daarin om hulp en kracht roepen. (2)
Ja, (juist!) ook door het roepen en zuchten van de heilige Geest in hen ontvangen zij de overwinning. Zoals Paulus in twee teksten zegt: ‘Deze Geest geeft getuigenis aan onze geest, dat wij kinderen van God zijn‘ (vgl. Romeinen 8 vers 16). En ook: ‘De Geest komt onze zwakheid te hulp, want de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijk zuchten.‘ (vgl. Romeinen 8 vers 26).
(1) Helaas heb ik gemerkt dat velen dat – in z’n algemeenheid, ‘in theorie’ (volgens ‘de leer’) – best ook willen erkennen, maar ze zien toch vooral bij anderen (grote) zonden en daar willen ze het graag over hebben en daar willen ze bij helpen om er wat aan te doen, maar hun eigen concrete zonden belijden, of daar met hulp van een ander aan herinnert of ontdekt worden? Ho maar! Juist bij de meest vrome mensen vinden we hoogmoed en daaruit voortvloeiend gebrek aan zondaarsliefde, terwijl ze die zelf zo hard nodig hebben, want hoogmoed wordt naast ongeloof gerekend tot de grootste zonden.
(2) Dit dagelijks bidden om hulp en kracht doen we volmaakt wanneer we (ook) het Onze Vader bidden aan het begin van de dag en zelf doe ik dat altijd in de volgorde van: persoonlijke lof- en dankzegging, Bijbellezen en het Onze Vader bidden. En dan is er het (doorgaande) bidden bij allerlei gebeurtenissen en toestanden in eigen leven en in de wereld, maar juist ook dan zullen we beseffen/weten – omdat we daarbij vaak genoeg niet weten wat we bidden zullen – dat de heilige Geest altijd weer met en voor ons bidt.
De apostel Jakobus schrijft over bidden en gebedsverhoring: ‘… Trouwelozen! Beseft u niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt zich tot vijand van God. Denk toch niet dat dit loze woorden zijn in de Schrift: “Hij Die ons het leven gaf, maakt er vurig aanspraak op; maar de genade die Hij schenkt is nog groter.” Daarom staat er: “God keert zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen schenkt Hij genade.” …
(Lees alle woorden zoals aan ons geschreven in Jakobus 4 de verzen 1-10).
Zie ook: De transformatie van de gelovige (I) en (II)
Bron citaat 1: ‘Vrees niet, geloof alleen – dagboek over het geloof’ – 9 augustus – samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog B.V. (Houten)
Bron afbeelding: SlideServe