‘Te dien tijde hief Jezus aan en zei: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U.‘
(Uit Matteüs 11 de verzen 25-26, zie ook 1 Korintiërs 1 vers 20*)
Geciteerd 1: Als het erom gaat wát wij moeten bidden, is het gebed dat Jezus ons Zelf geleerd heeft ons belangrijkste richtsnoer, stelt de al acht jaar met emeritaat zijnde hoogleraar. „Let wel: richtsnoer. Soms wordt het Onze Vader als een soort formuliergebed gebeden. Bij begrafenissen bijvoorbeeld, waarbij dan de helft van het publiek het hardop gaat meebidden. Daar voel ik me, eerlijk gezegd, altijd wat ongemakkelijk bij. Mijns inziens heeft de Heere Jezus nooit bedoeld dat we dit gebed letterlijk moeten herhalen, maar heeft hij ons vooral een grondregel mee willen geven voor ons bidden, een patroon waaraan ons gebed moet voldoen.”
Opgemerkt 1: Weet deze professor dan niet dat de enige grondregel voor een gebed een waar geloof is? (1)
Geciteerd 2: Welke grondregel? „Er zijn er meerdere, maar deze is de belangrijkste: dat we altijd gericht moeten zijn op de eer van God en niet, of veel minder, op onszelf en onze eigen belangen. Het gebed begint niet voor niets met Úw Naam worde geheiligd, Úw Koninkrijk kome, enzovoort. En het Onze Vader, het volmaakte gebed, eindigt ook weer met het Soli Deo Gloria. Daar tussenin, ja, daar is dan ook nog plaats voor onze dingen.”
Opgemerkt 2: Dus toch een volmaakt gebed dat Onze Vader?! Het is een volmaakt Koninkrijksgebed in al z’n onderdelen! Het is dus niet zo dat er eerst wat voor God gezegd wordt en dat er dan ‘daar tussenin, ja, dan ook nog wat plaats is voor “onze dingen”.’ Het zal elke dag in geloof gebeden worden! En daar wordt niemand minder van. Zelfs een (Bijbel)wijze professor niet. (2)
Geciteerd 3: De aarzeling om God je Vader te noemen, hangt vaak samen met de vraag: mag ik Christus mijn Zaligmaker noemen? „Het zit dan vast op wat Luther het ”mijnen” van het geloof noemt. Mijn Heere, mijn God, mijn Vader. Nee, niemand mag dat te gemakkelijk en automatisch doen. Toch denk ik dat de puriteinen hierin krachtiger en Bijbelser lijnen hebben getrokken dan sommige vertegenwoordigers van de late Nadere Reformatie. De puriteinen benadrukten: het is Gods gewone weg om mensen tot de volle zekerheid van het geloof te brengen.” (2)
Opgemerkt 3: In dit geval hebben wij onszelf en onze kinderen te wijzen op onze Doop. En zowel Luther als de kerkmensen van zijn tijd waren allen gedoopt. Gods Woord wijst ons niet een (moeizame) levensweg om daarin tot zekerheid te komen – onder allerlei verwarrend geluid van ‘nog weer wijzere professoren’ (dan Luther bijv.) – maar op onze Doop. Daarom begint de Heidelbergse Catechismus ook haar onderwijs aan ons en onze kinderen met Zondag 1…
Geciteerd slot: De cultuur van het Westen, maar ook de hele bevindelijke traditie, is sterk gericht op het individu. „Míjn ziele, doorziet gíj uw lot? Hoe zult gíj rechtvaardig verschijnen voor God?”, dichtte M’Cheyne. Let wel: dat element is waardevol, het is mij dierbaar, ik zou het niet willen missen. Maar er is ook een ”wij” en een ”ons”, een gemeenschap der heiligen in de eredienst, in het avondmaal en in het gebed. Het woord ”ons” herinnert ons daaraan.”
Opgemerkt: Onze Doop plaatst ons in die gemeenschap van de heiligen en geeft ons direct een volwaardige plaats in Christus’ gemeente. Dat gold al voor pas bekeerde Joden en heidenen (met hun huis/gezin) en het geldt dus ook al direct voor onze gedoopte kinderen.
* Denk bij ‘Schriftgeleerde’ en ‘redenaar van deze wereld’ ook maar aan Augustinus!
(1) Zie o.a. Jakobus 1 de verzen 5-8.
(2) Het bidden van het Onze Vader is veeleer een (dagelijkse) ‘geloofsbelijdenis’ dan een ‘smeekgebed’! En met elkaar eerbiedig een geloofsbelijdenis uitspreken bij een begrafenis of dagelijks aan tafel is helemaal niet verkeerd!
Leestip: Deuteronomium 32 de verzen 10-14
Zie ook deze blog: ‘Hij Zelf zorgt voor u‘ en/of deze vervolg blog.
Bron citaten: RD kerk & religie – ‘Prof. Baars: Vadernaam wijst op nabijheid én verhevenheid’ – door Addy de Jong
Bron afbeelding: The Contextual Literalist (WordPress-com)