‘Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof.‘ (Uit 1 Johannes 5 het 4e vers)
NB. Onze kinderen worden ons daarbij – als ‘armen van geest’ (als ‘niet rijk in zichzelf’) – tot voorbeeld gesteld! (1)
Het overwinnend geloof…
Geciteerd: Johannes zegt: ‘Wie is het die de wereld overwint, dan die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?‘ (vgl. 1 Johannes 5 vers 5). Dat zegt hij eigenlijk om aan te duiden wat het ware geloof, waarvan de Schrift spreekt, inhoudt.
Want er zijn veel religies die de wereld ‘geloof’ noemt, en die naar zij zelf zeggen, ook geloven in God, Die hemel en aarde heeft geschapen. Dat dit echter niet het ware geloof is, bewijst zich daaruit dat het niets doet of schept, niet strijdt of overwint, maar allen laat zoals ze zijn, in hun oude geboorte en onder de macht van duivel en zonde.
Maar dit is het ware overwinnende geloof, dat gelooft dat Jezus Christus de Zoon van God is. Het is een onoverwinnelijke kracht, door de heilige Geest gewerkt in de harten van de christenen. Het is een vaste en zekere kennis, die niet alleen heen en weer fladdert of staat te gapen naar de onbestendige gedachten en verzinsels van de mensen. Daarentegen grijpt het God aan in deze Christus, als Zijn Zoon, uit de hemel gezonden, door Wie Hij Zijn wil en hart openbaart, en van zonden en dood tot genade en het nieuwe, eeuwige leven brengt.
Dit geloof en vertrouwen werkt dat de mens zich niet verlaat op eigen verdienste of waardigheid, ook niet op mensenwijsheid, maar op Christus, de Zoon van God, en op Zijn macht en kracht, en door Hém tegen de wereld en duivel strijdt en overwint.
(1) ‘Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: “Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?” Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op. Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken.”‘ (…) ‘Waak er voor ook maar één van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: “hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van Mijn hemelse Vader.“‘ (Uit Matteüs 18 de verzen 1-6 en 10)
Zie ook: ‘Zalig de armen van geest’…(start) en (vervolg 1)
Bron citaat: ‘Maarten Luther – Vrees niet, geloof allen – Dagboek over het geloof’ – Samengesteld, ingeleid en vertaal door H.C. van Woerden sr. – 2019 Den Hertog BV., Houten.
(Meditatie van 30 mei)
Bron afbeelding: SlidePlayer