‘De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd.‘ (Uit Matteüs 11 vers 5)
Over het Gods grootste werk aan ons mensen…
Geciteerd 1: We gaan weer terug naar onze tekst: ‘Aan armen wordt het Evangelie gepredikt.’ Uit de hiervoor genoemde werken die Christus voor het lichaam doet, is het makkelijk te verstaan dat Christus geen groter werk doet, dan aan armen het Evangelie verkondigen. Dat is zoveel gezegd: aan de armen wordt de goddelijke belofte verkondigd van volkomen genade en troost in Christus. Dat betekent dat deze genade door Christus wordt aangeboden en voorgesteld; dat aan ieder die dit gelooft, al zijn zonden worden vergeven; dat de wet voor hem of haar is vervuld; dat het geweten is bevrijd en dat eeuwig leven wordt geschonken. (1)
Hoe zou een arm, ellendig hart en bedroefd geweten nog een blijder boodschap kunnen horen? Hoe zou een ziel [=mens] krachtiger en moediger kunnen worden, dan van zulke troostvolle en heerlijke woorden en beloften? Zonde, dood, hel, wereld en duivel, zijn in één ogenblik verdwenen (2), wanneer een arme ziel deze belofte ontvangt en gelooft.
Blinde ziende maken, en doden opwekken zijn maar heel geringe werken vergeleken bij het Evangelie aan armen verkondigen. Daarom noemt Christus dit het laatst, als het allergrootste werk onder al Zijn werken.
(1) Geciteerd 2: Het Evangelie is een boodschap van genade en vergeving. Daarom behoort bij het Evangelie geen werk (want het is geen wet!), maar het moet alleen geloofd worden. Het Evangelie is een naakte belofte en aanbieding van de Goddelijke genade. Wie daarin gelooft, die ontvangt genade én de heilige Geest, waardoor het hart vrolijk wordt en verblijd in God. (…) Vanaf het begin van de wereld heeft God aan niemand deze genade beloofd, dan alleen in en door Christus. Daarom is het tevergeefs dat iemand buiten het geloof in Christus, de vervulling van ook maar één Goddelijke belofte zou verwachten. ‘Want zoveel beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen‘ (vgl. 2 Korintiërs 1 vers 20). Wie Hem niet hoort, die hoort ook geen belofte van God. Want zoals er géén gebod is buiten de wet van Mozes, zo zijn er ook géén beloften buiten Christus.
(2) Waar gelooft wordt is alle exorcisme overbodig!
Leestip: Romeinen 6, 7 en 8 en m.n. daarvan de verzen 10-17.
Opgesteld mee n.a.v. de dienst op zondagochtend 29 mei van NGK ‘De Ontmoeting’ (JFC, Barneveld)
Zie ook: ‘Zalig de armen van geest’… (I)
Bron citaten: ‘Maarten Luther – Vrees niet, geloof allen – Dagboek over het geloof’ – Samengesteld, ingeleid en vertaal door H.C. van Woerden sr. – 2019 Den Hertog BV., Houten
Over het dagboek: De voor dit dagboek geselecteerde citaten zijn voor het merendeel niet eerder in het Nederlands gepubliceerd. Zo maakt u hier kennis met een verrassend aspect van de veelzijdigheid van Luther als verkondiger van Gods zeer blijde boodschap. De citaten zijn bijna allemaal geselecteerd uit tweeduizend nagelaten preken die nog nooit in het Nederlands werden vertaald.
‘Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons. En Hij Die ons met u bevestigt in Christus en ons gezalfd heeft, is God, Die ons ook verzegeld heeft en het onderpand van de Geest in onze harten gegeven heeft.‘ (Uit 2 Korintiërs 1 de verzen 20-22)
Bron afbeelding: SlidePlayer