‘De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd.‘ (Uit Matteüs 11 vers 5)
Over het grootste werk van God aan ons mensen…
Geciteerd 1: De echte geestelijk armen zijn zij die deze verkondiging altijd weer nodig hebben en deze met hun hart smaken en proeven en indrinken als regen op een dor land. (1) Bovendien wordt het Evangelie zo gepredikt en verkondigd in de hele wereld, dat het echt alleen een prediking is voor de armen. Geen enkele rijke kan het bevatten of aannemen. Wie het wil aannemen moet eerst arm zijn geworden. (2)
Zoals Christus ook zegt: “Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering” (vgl. Matteüs 18 vers 13). Dit zei Hij, terwijl Hij toch de hele wereld tot bekering riep. Maar zijn roepen was zó, dat het alleen door zondaren kón worden aangenomen. Allen die Hij riep, moesten zondaren [voor God] worden, maar dat wilden zij niet, want daar waren ze (waanden ze zich) veel te goed voor. Zo moeten ook allen die het Evangelie (vandaag) horen allemaal arm worden, opdat ze zalig worden, maar dat wil men net zo min. Daarom is het Evangelie nooit verder gekomen en komt het niet verder dan alleen bij de échte armen van geest.
Geciteerd 2: Bij deze verkondiging kun je zien wie feitelijk de grootste vijanden van het Evangelie zijn, namelijk de werkheiligen (3). Zij zijn het die helemaal tégen het Evangelie gekant zijn. Zij bestaan het dat zij door werken rijk willen worden (4), terwijl het Evangelie juist wil dat zij arm worden. Op deze manier willen ze niet wijken. Het Evangelie kán ook niet wijken.
Want het Evangelie waarmee ze altijd in strijd zijn, is Gods eeuwig durend en onveranderlijk Woord dat van geen wijken weet. Daarom lopen ze op elkaar in en stoten ze zich aan elkaar, zoals Christus zegt: “En op wie deze Steen valt, die zal verpletterd worden, en op wie Hij valt, die zal Hij vermorzelen.”
Daarbij, zij veroordelen ook het Evangelie als dwaling en ketterij, en zo gebeurt het – zoals we dagelijks zien, en vanaf het begin van de wereld is gezien – dat er tussen het Evangelie en de werkheiligen geen vrede, geen vriendschap, geen verzoening mogelijk is.
Door hén wordt de kerk daarom onderdrukt en vermalen, zoals de tarwe tussen de beide molenstenen wordt vermalen. De onderste steen is het stille, vredige, en onbeweeglijke Evangelie. De bovenste steen, die beweegt en maalt, zijn de werken en hun leermeesters die razen en woeden om de tarwe tot meel te malen.
(1) Daarom zijn ‘geestelijk armen’ ook altijd weer blij en dankbaar voor dat heel eenvoudige samenkomen van de gemeente(n) op zondag om daar God te danken – dat allereerst en vooral! – en om er samen te (aan)bidden en vanwege het ontvangen van de zegen zoals die door de bediening van het Woord en de Doop en het vieren van het Avondmaal tot hen komt.
(2) Daaraan ontdekt door het luisteren naar Gods wet en naar wat onze Heer Jezus Zijn discipelen opdroeg ons te onderwijzen.
(3) Dáárom vonden en vinden we juist binnen Gods volk en binnen de gemeenten/kerken de grootste vijanden van het (werkelijke) Evangelie en dus ook van de eenvoudige en nederige gelovigen.
(4) En tot die werken kunnen ook behoren het ontvangen van bijzondere visioenen en ervaringen en het uitdrijven van demonen, etc. (zie o.a. Matteüs 7 de verzen 21-23)
Leestip: Romeinen 6, 7 en 8 en m.n. daarvan de verzen 10-17.
Opgesteld mee n.a.v. de dienst op zondagochtend 29 mei van NGK ‘De Ontmoeting’ (JFC, Barneveld)
Zie ook: ‘Zalig de armen van geest’… (Vervolg)
Bron citaten: ‘Maarten Luther – Vrees niet, geloof alleen – Dagboek over het geloof’ – Samengesteld, ingeleid en vertaal door H.C. van Woerden sr. – 2019 Den Hertog BV., Houten
Over het dagboek: De voor dit dagboek geselecteerde citaten zijn voor het merendeel niet eerder in het Nederlands gepubliceerd. Zo maakt u hier kennis met een verrassend aspect van de veelzijdigheid van Luther als verkondiger van Gods zeer blijde boodschap. De citaten zijn bijna allemaal geselecteerd uit tweeduizend nagelaten preken die nog nooit in het Nederlands werden vertaald.
‘Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen‘
(Uit Matteüs 5 het 3e vers)
Bron afbeelding: SlidePlayer