‘Bijzonder goede relatie’…

Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen. Laat ieder van u de gave die hij/zij van God gekregen heeft, gebruiken om anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt.‘ (Uit Petrus 4 uit de verzen 7-11 de verzen 9-10)

Geciteerd: In Barneveld is zaterdag Huiskamer Samaria geopend, het eerste inloophuis van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN). De plaatselijke ggiN heeft een bijzonder goede relatie met de gemeentelijke overheid, aldus burgemeester J. Luteijn van Barneveld. „Met geen andere kerkelijke gemeente is het contact zo intensief.”

Opgemerkt 1: Het zal de lezer niet verwonderen dat ‘ondergetekende’, gezien zijn ervaringen met hoe ‘intensief contact van een kerkelijke gemeente met de plaatselijke overheid’ kan uitpakken, helemaal niet blij is met en gerust is over dit ‘intensieve contact’ met één bepaalde – en dan nog wel de grootste! – kerkelijke gemeente binnen een burgerlijke gemeente.

Opgemerkt 2: In de ideale situatie zitten de mensen die deel uitmaken van de plaatselijke overheid ’s zondags in een kerkelijke gemeente onder het gehoor van Gods Woord en daarbij onderscheiden zij zich in niets van welke kerkganger(s) daar dan ook. Daar zullen zij zich beslist niet hebben te gedragen of te laten bejegenen (gebruiken) als gezagsdragers en vertegenwoordigers van de lokale burgerij, maar (net als de anderen) als gewone burgers de samenkomsten bijwonen: als zoekers en burgers van het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid.

Opgemerkt 3: Het is alleen maar ‘gezond’ (lees: naar Gods Woord) wanneer kerkelijke gemeenten gepaste afstand en onafhankelijkheid bewaren t.o.v. het ‘overheidsapparaat (overheden en hun ambtenaren) en andersom. Dat heeft de kerkgeschiedenis en dat hebben de afgelopen jaren en ook nu weer, bij wat er zich allemaal afspeelt in Europa, in de buurlanden en in ons eigen land, ons toch wel (weer) duidelijk gemaakt! (1)

Opgemerkt 4: Is zo’n inloophuis in Barneveld (toch bekend als een kerkelijk/christelijke gemeente) niet een klaarblijkelijk teken van het falen van het kerkelijke leven (kunnen we het nog ‘leven’* noemen?) om de ouderen/ouders door de verkondiging van Gods Woord (zondags en door-de-weeks in de huizen) zich te leren houden aan een Bijbelse/Christelijke levensstijl en om daarin anderen – m.n. ook de eigen jeugd – voor te gaan?

* Zie Openbaring 3 de verzen 1-6 en 14-22.

Geciteerd 2: ‘Eerst het oude puriteinse beginsel: de eer van God bovenal (beter nog: het zoeken van het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid bovenal, AJ) – vooreerst in eigen leven – en daarom diep door het stof – maar dan ook naar de “buitenwereld” uitgedragen door mensen “wie veel vergeven is”, en die daarom ook veel liefhebben – kan weer invloed krijgen op het volksleven. En dan alleen als dat “puriteins beginsel” wordt toegepast op het praktische leven in lijn van de geschiedenis (‘in rapport met de tijd’, AJ). Niet in klagen en zuchten, dat de wereld haar einde nadert, dat de maat van de goddeloosheid vol wordt, maar door mee-dragen van de ellende en de zonde van de medemensen.’
(Mijn grootvader geciteerd uit ‘Eva’s dochters’ (1926)).

Opgemerkt 5: Laat ‘Huiskamer Samaria’ van dat laatste – in grote (kerkelijke) onafhankelijkheid! – een voorbeeld zijn, namelijk hoe het er in de/onze christelijke huizen aan toe dient te gaan. Dat we elkaar tot voorbeeld zijn in het dragen van onze eigen lasten (persoonlijk en kerkelijk) én die van anderen.

Leestip: Galaten 6.

(1) We hoorden er vanochtend (zondag 22 mei) in de verkondiging nog weer van: De ware ‘godsmannen’ (profeten) van het OT hadden de (profetische) onafhankelijkheid en moed en ook het van God verleende gezag om koning en volk Gods Woord voor te houden. En later vinden we dat ook bij de apostelen (zie o.a. Handelingen 4 de verzen 13-22). Ze waren door Jezus nog eens extra gewaarschuwd dat hun onafhankelijkheid en moed juist weerstand en vervolging zou oproepen (o.a. in Johannes 16 de verzen 1-4). Dat van God verleende gezag dat zullen onze voorgangers binnen de gemeente uitoefenen door altijd weer eerbiedig Gods Woord na te spreken en de leden van de gemeente dat voor te houden. We hebben in Nederland onze politieke vertegenwoordigers (nog) om bij de overheden Gods Woord te laten horen, maar wanneer ons dat ontnomen wordt, dan zullen we vrijmoedig Gods Woord blijven verkondigen in/aan de gemeenten en wanneer dan de overheid ons daarover ter verantwoording roept dán zullen we getuigenis afleggen van de hoop die in ons is.

Bron afbeelding: RD

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s