‘…en noem ik u in al mijn gebeden. Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen, en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven.‘ (Uit Efeziërs 1 uit de verzen 16-19)
* N.a.v. vandaag – Pinksterzondag – beluisterde preken (1)
Opgemerkt 1: We zullen – zoals ons in de verkondigingen al duidelijk gemaakt werd – niet bidden om meer (gaven) van de heilige Geest te ontvangen, maar om geloof om daarmee meer ruimte voor Hem in ons hart en in ons verstand en in de praktijk van ons leven te ontvangen en (laten) maken! Dan zullen de mensen ons niet met ontzag aanstaren om wat wij aan gaven ontvangen hebben en daarvan aan hen vertonen kunnen (a), maar dan zal de Geest door ons heen kunnen werken om ook anderen – met en door Gods eigen Woord! – Gods werk in en aan deze wereld en de gelovigen te leren zien, namelijk wat ons mensen geopenbaard is van Gods liefde en trouw en wat ons daarvan nog geopenbaard worden zal door God in onze Heer Jezus Christus.
(a) Zie bijv. Handelingen 3 de verzen 11-16 en 14 de verzen 8-18.
Opgemerkt 2: We leren uit Gods Woord dat de heilige Geest heel Gods schepping ‘doortrekt’ en dat Hij in al Zijn schepselen aanwezig en werkzaam is van het begin van Gods schepping. Toch heeft God niet in zoveel van Zijn volheid bij en in ons kunnen wonen als dat in Zijn bedoeling lag en ligt en wel omdat Hij dat pas wilde gaan doen nadat Hij ons mensen in Christus geopenbaard zou hebben hoe groot Zijn liefde voor ons mensen is.
Zelfs Adam en Eva hadden niet die inwoning van Gods Geest zoals Gods kinderen op en na die eerste Pinksterdag in Jeruzalem ontvangen mochten.
Je zou Gods werk in de mensengeschiedenis – zoals we die opgetekend vinden in de Bijbel, Gods Woord – wel kunnen vergelijken met een verkering (Abraham), een verloving (Verbondssluiting op de Sinaï) en dan samen alvast een huis betrekken (Beloofde land, Pinksteren in Jeruzalem), terwijl toch nog gewacht wordt op de bruiloft (Wederkomst) ook al staat de datum daarvan (in de hemel) al vast.
‘Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar medeburgers en huisgenoten van God, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus Zelf als de hoeksteen. Vanuit Hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, goed ineensluitend, uit tot een tempel die gewijd is aan Hem de Heer, in Wie u ook samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door Zijn Geest.‘ (Uit Efeziërs 2 de verzen 19-22)
Opgemerkt 3: Het besef van die aanwezigheid van Gods Geest in alle mensen, ook ongelovigen – ook al geven zij hem niet die ruimte die Hij graag hebben wil en die Hem toekomt – dat moet ons hoopvol en nederig maken. Wanneer wij hen ontmoeten en spreken mogen we zelfs in onze grootste vijanden de aanwezigheid van Gods Geest weten en Hij is bij machte om hen toch oog en oor te geven voor Zijn werk zoals Hij dat door ons heen wil doen.
Zelfs wanneer we zien dat de boze en zijn ‘engelen’ deze mensen in hun macht heeft, zullen we gelovig aanvaarden dat deze mens en de geesten die hun macht over hen uitoefenen niets kunnen uitrichten zonder Gods bestuur over hen. Daarom kunnen we Jezus opdracht en voorbeeld volgen in het liefhebben en vergeven van onze grootste vijanden.
Opgemerkt 4: We zullen ook beseffen dat de wereld nog altijd invloed heeft op de harten en de levens van de gelovigen. Het kan zelfs zijn dat wij of anderen het werk van de Geest in ons leven tegenstaan en zelfs (helemaal) uitblussen en dat we daarmee niet alleen ons eigen leven bedreigen maar daarmee ook een bedreiging vormen voor onze broeders en zuster (nauw aan ons verbonden of verder van ons afstaand) en het gemeentelijk en kerkelijk leven in het algemeen en daarmee ook voor de samenleving van mensen in deze wereld.
Laat het optreden van de Joodse Schriftgeleerden en Farizeeën en volksgenoten die geen gehoor wilden geven aan het getuigenis van Johannes de Doper en de verkondiging van onze Heer Jezus Christus maar als waarschuwend voorbeeld nemen van hoe verreikend de gevolgen van dat tegenstaan van het werk van de Geest in onze oren en harten en levens kunnen zijn. Toch horen en zien we daarbij hoe ook hun werk onder het bestuur van God plaatsvond – lees bijvoorbeeld de woorden van Petrus’ toespraak n.a.v. de genezing van een verlamde in Handelingen 3 de verzen 11-26)
(1) N.a.v. de diensten en verkondiging op zondagmorgen 23 mei 2021 in de Hersteld Hervormde gemeente in Lunteren en die van de Nederlands Gereformeerde Kerk van Voorthuizen-Barneveld.
Zie eventueel ook nog: ‘Niets in en uit eigen kracht…‘
‘Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.‘ (Uit 2 Petrus 1 de verzen 5-7)
Bron afbeelding: Think the Bible