Geciteerd 1: Preken die christenen uitdagen en laten groeien hoeven niet hoogdravend of moeilijk te zijn (zo is preken überhaupt niet bedoeld). Maar dit soort preken worden wel gehouden door mannen die zich hebben ondergedompeld in de tekst. Een voorganger die veel tijd besteed aan preekvoorbereiding hoeft zich bijna nooit af te vragen hoe het gedeelte waar hij over preekt christenen uitdaagt en hun groei bevordert. Gods Woord heeft zelf alles al in zich om Gods bedoeling ermee waar te maken (Jesaja 54:10-11). Alle moeite die de predikant gedaan heeft betaalt zich uit doordat de gemeente de vruchten plukt van zijn ijver.
Geciteerd 2: Een christelijke predikant is op grond van het Nieuwe Testament niet priester, maar lid van de gemeente, door Gods genade belast met de taak aan de gemeente het Woord en de Sacramenten te bedienen. Wat ieder gemeentelid op zijn of haar plaats is, elke christelijke vader of moeder, elke gelovige opvoeder van de jeugd en wat ieder ook maar als taak mag hebben in de maatschappij op eigen vakgebied, dat is voor God principieel niet anders, dan wat de dienst is van een predikant in een gemeente.
Opgemerkt 1: Ja, zo mag de landman ijverig bezig zijn en de wasdom en de vrucht over laten aan het werk van de Geest. Misschien had in dit tweede artikel (zie verwijzing onderaan) het werk van de Geest in de harten van de gelovigen door middel van de Sacramenten Doop en Avondmaal ook aan de orde gesteld zullen worden. Paulus doet dat beslist wel in zijn verkondiging. Hij laat de (nieuwe) leden van de gemeente van Jezus Christus horen dat zij tot geloof waren gekomen niet door de uitwendige prediking – die was waar het Paulus betrof niet erg indrukwekkend geweest – maar door kracht van de Geest, Die had de bereidheid in hen opgewekt om zich te laten dopen en zich te voegen bij de gemeente van Jezus Christus en om zich dan ook te stellen onder de voortgaande prediking van Gods Woord daar (ter plaatse).
Toen ze eenmaal gedoopt waren, toen kregen ze ook van de heilige Geest het gelovig aannemen van Gods Woord zoals dat in de verdere verkondiging en onderwijs van de apostelen en hun medewerkers aan de orde kwam. Dus de volgorde is: kracht van de heilige Geest om gehoor te geven aan de Boodschap van een mens, die als mens op geen enkele manier zich onderscheidde van andere predikers (van andere godsdiensten) in die tijd en die een voor de oren en het verstand van de ‘natuurlijke mens’ een ‘dwaze boodschap’ bracht. (1)
Opgemerkt 2: Daarom kunnen we Joden en heidenen die zich toentertijd lieten dopen geheel gelijk stellen aan onze ‘onwetende’ kinderen die gedoopt worden. Dat ze – de Joden op de eerste dag in Jeruzalem en de heidenen in Korinthe bijvoorbeeld – zich lieten dopen dat gebeurde niet op grond van allerlei wijsheid en kunde van mensen (aanwezig bij de apostelen of de dopelingen) maar puur en alleen door kracht van de heilige Geest. Daarom kan de doop ook zo’n vast en zeker hulpmiddel blijven (‘grond bieden’) voor het geloof, want ze wijst niet op iets in de mens maar op de bemiddeling en kracht van de Geest. En dat is dus echt niet ander bij de Doop van onze kleine kinderen (babies) in het midden van de gemeente van onze Heer! (2)
Opgemerkt 3: We kunnen hierbij dan ook nog iets zeggen over ‘uitverkiezing’. We zien bij de doop van bekeerlingen in Jeruzalem en later in Korinthe Gods uitverkiezing in praktijk! Degenen die gehoor gaven aan het Woord waren daar de uitverkorenen die voortaan de grote daden Gods zouden verkondigen – niet zoals de apostelen – maar door in hun levenspraktijk te laten zien dat ze zich nu in Christus Jezus kinderen van God wisten (3) en dat door de kracht van de heilige Geest, Die dat besef dagelijks en wekelijks werken wilde door het onderwijs van de apostelen en de door hen uitgekozen medewerkers en bij en door het ‘samen breken van het brood’. Die uitverkiezing toen in Jeruzalem of daar in Korinthe moest hen tot troost zijn en ook tot het besef brengen dat ook hun kinderen (direct al) mochten delen in die erfenis. Wat dat betreft was er geen breuk met het verleden waar eerder (maar dan alleen) de geboren kinderen van het Joodse volk deelden in de beloften aan Abraham. (4)
(1) Zie de eerste hoofdstukken van de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs.
(2) Zie o.a. 1 Korintiërs 2 de verzen 4-5 en Kolossenzen 2 de verzen 11-13.
(3) Zie 1 Petrus 1 de verzen 22-25 en 2 de verzen 9-10.
(4) Zie Handelingen 2 de verzen 37-42, Efeziërs 2 de verzen 11-22 en Galaten 3 vers 3 en de verzen 27-29.
Bron citaat 1: ‘Preken voor ongelovigen, gelovigen en de gemeente (2)‘ – door Aaron Menikoff.
Bron citaat 2: ‘De zeven gesprekken van Maleachi – Het derde gesprek‘ – door Walter Lüthi.
Bron afbeelding: Pinterest