‘Erbarm u over mij, o God naar uw grote barmhartigheid en naar de veelheid uwer barmhartigheden, delg mijn zonde uit.‘ (Psalm 51 : 3)
Meditatie 1: Eerst spreekt de psalmist over de grootheid, dan over de veelheid van Gods erbarmen. Een mens met een echt berouwvol hart staan niets anders voor ogen dan zijn zonde en ellende, die in zijn geweten gevoeld worden.
Waar onze zonden groot zijn!
Daarom kan niemand deze woorden uit de grond van zijn hart spreken, die nog hulp of kracht in zichzelf vindt en dus nog niet volslagen ellendig is, maar naast Gods barmhartigheid nog een kleine troost in zichzelf vindt. De zin is dus deze: ‘Ach God, geen mens, noch enig schepsel, kan mij helpen of troosten, zo groot is mijn ellende. Mijn nood is niet lichamelijk of tijdelijk!
Daarom o God, U, Die God bent en eeuwig – Die alleen mij helpen kunt – erbarm U over mij. Want zonder Uw erbarmen zijn mij alle dingen vol schrik en bitterheid. Ik bid echter niet om een kleine barmhartigheid, waarmee U hier in de tijd U over lichaamsnood ontfermt, maar om Uw grote barmhartigheid, waarmee U Zich over de nood van de ziel ontfermt.’
Zo spreekt het diepe berouw, dat de genade Gods groot en veel acht, doordat het eigen zonde groot en veel acht. Want zo zegt de apostel: Waar de zonden groot zijn, is de genade ook groot (vgl. Romeinen 5 : 20).
Maarten Luther: Die sieben Bußpsalmen, 1517, vgl. WA 1, 185, 35 – 186, 9
‘Het is goed de Heer te loven‘… (Uit Psalm 92 : 2)
Meditatie 2: We zijn in ons leven steeds op zoek naar wat goed is voor ons. Goed voor onze gezondheid, goed voor onze portemonnee, goed voor ons geluk.
De dichter van Psalm 92 zegt: Het is goed om de HEER te loven. Dat is allereerst goed voor God (1), want Hij is het waard om geprezen te worden, om wie Hij is en om wat Hij gedaan heeft. Maar de Heer loven is ook goed voor ons, want wanneer we God loven, willen we ook voor Hem leven en gericht op Hem zijn. (?2)
Dat leven geeft ons nieuw perspectief. Dan zijn we niet meer gericht op wat goed is voor onszelf; (3) dat maakt ons uiteindelijk ook geen betere mensen. We laten ons dan leiden door de vraag: hoe is mijn leven tot eer van God? (3) Hoe dien ik Hem en de mensen om mij heen? (4) Heer laat mijn leven een loflied zijn!
(1,2,3,4) Opgemerkt: De ere Gods is dat we Zijn weldaden aannemen (Maarten Luther). Het is m.n. Calvijn geweest (en m.n. zijn volgelingen?!) die er aan bijgedragen heeft dat men ‘de ere Gods’ als een werk van mensen en als een door mensen te verrichten werk is gaan benadrukken en niet als een vrucht van geloof! Het is (daarom) niet juist om te stellen dat God loven ‘allereerst goed is voor God‘.
Nee, God loven is allereerst en alleen goed voor de mens en zijn medemensen en medeschepselen! Alleen zo kunnen en zullen we werkelijk mens zijn. Ons bestaan dient gestempeld te zijn of worden door liefde en dankbaarheid, anders is ons bestaan zinloos, want wij hebben geen bestaansgrond in en vanwege onszelf, maar God heeft dat wel en Zijn eer is in het geheel niet afhankelijk van de eer die Zijn schepselen Hem toebrengen. (zie o.a. Psalm 50).
Let vooral ook op wat de Here Jezus zegt en doet zoals bij de genezing van de verlamde man die door vrienden bij Hem was gebracht. Het eerste wat Jezus doet is Hem Gods liefde en barmhartigheid doen horen door te zeggen: ‘Vriend (Zoon! – kind), uw zonden worden u vergeven.‘ En daar staat voorafgaand: Bij het zien van hun geloof.
De vergeving van onze zonden dat is de grootste weldaad die wij mensen (zondaren) ‘om niet’ ontvangen van God! En dan krijgt deze verlamde man ook nog genezing van zijn verlamming. En we lezen even verder: En allen die dit zagen stonden versteld en loofden God.
Er is dus/trouwens ook een loven en prijzen van God dat de mens in het middelpunt zet en dat vinden we vooral daar waar de samenkomsten van de gemeente ‘opgetuigd’ zijn tot ‘onze eredienst(en)’ aan God! En dan is het onvermijdelijk dat mensen die daar o.i. het meest bijdragen aan de ‘ere Gods’ ook de meeste waardering en respect en eerbetoon krijgen.
Zie verder ook ‘Het bidden van de ‘nederige vromen’…‘ en ‘Door God tot enkelingen gemaakt… (slot)‘
Lezen bij meditatie 1: Psalm 51, tekstvers voor meditatie: vers 3
Lezen bij meditatie 2: Psalm 92, tekstvers voor meditatie: vers 2
Lezen bij Opgemerkt: Lukas 18 : 9-14 en 1 Korintiërs 12-14
Bron meditatie 1: checkluther-com – ‘Grote barmhartigheid voor grote zondaren‘ – 6 juni 2020
Bron meditatie 2: Dag in Dag uit 2020 – woensdag 10 juni – Leger des Heils | Ark Media