Door Gód tot enkelingen gemaakt… (III)

Toen ​Jezus​ daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’’ (Lukas 19 : 5)

(…) De oproep van Jezus, in zoverre die niet als ideaal, maar als woord van de Middelaar wordt verstaan, voltrekt deze voltrokken breuk met de wereld aan mij. Ging het om een afwegen van idealen, zo moest onder alle omstandigheden een schikking gezocht worden, die dan misschien ten gunste van een christelijk ideaal zou kunnen uitvallen, maar toch nooit eenzijdig zou mogen zijn.

Vanuit het standpunt van de idealiteit, vanuit de ‘verantwoordelijkheden’ van het leven, zou het niet te rechtvaardigen zijn, de natuurlijke levensordeningen tegenover een christelijk levensideaal radicaal van hun waarde te beroven. Veeleer zou er zelfs ten gunste van een omgekeerde waardering zeer veel te zeggen zijn – wel te verstaan juist vanuit het standpunt van een christelijke idealiteit, vanuit een christelijke verantwoordelijkheids- of gewetensethiek!

Omdat het echter helemaal niet om idealen, waarderingen en verantwoordelijkheden gaat, maar om voldongen feiten en de erkenning daarvan, dus om de persoon van de Middelaar zelf, die zich tussen ons en de wereld heeft geplaatst, daarom is alleen de breuk met de directe verhouding tot het leven mogelijk, daarom moet de geroepene enkeling worden voor de Middelaar.

De door Jezus geroepene leert dus, dat hij in zijn verhouding tot de wereld in een vergissing geleefd heeft. Deze vergissing heet directheid. Die heeft hem gehinderd in het geloof en in de gehoorzaamheid. Nu weet hij, dat hij zelfs in de nauwste banden van zijn leven, in de band van het bloed aan vader, moeder, aan kinderen, broers en zusters, in de huwelijksliefde, in de historische verantwoordelijkheden geen directe verhouding meer kan hebben.

Er bestaan sedert Jezus voor zijn discipel geen natuurlijke, historische of andere directe verhoudingen die men zou kunnen beleven.

Tussen vader en zoon, man en vrouw; tussen de enkeling en het volk staat Christus, de Middelaar, of zij Hem kunnen erkennen of niet. Er bestaat voor ons geen weg tot de ander dan de weg over Christus, over zijn woord en onze navolging. De directe verhouding is een bedrog.

(Wordt vervolgd!)

Zie ook:  Door Gód tot enkelingen gemaakt… (I), (II), (IV)

(…) Een ander uit Zijn discipelen zei tegen Hem: Heere, sta mij toe dat ik eerst wegga en mijn vader ​begraaf. Maar ​Jezus​ zei tegen hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden ​begraven. (Matteüs 8 : 21-22)

Bron tekst:  Navolging – ‘De navolging en de enkeling‘ – Dietrich Bonhoeffer (Uitgeverij Ten Have, vijfde druk)

Bron afbeelding:  SlideShare (Lessons Learned in The Storms Of Live)

 

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis, Huwelijk en gezin. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s