Wat te doen op ‘Grote Verzoendag’…

(…) 26 De HEER zei tegen ​Mozes: 27 ‘Neem dit in acht: De ​tiende dag van de zevende maand​ is het ​Grote Verzoendag, een dag die jullie als ​heilige​ dag samen moeten vieren. Jullie moeten die dag in onthouding doorbrengen en de HEER een offergave aanbieden. 28 Je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, want het is ​Grote Verzoendag, waarop voor jullie ten overstaan van de HEER, jullie God, de verzoeningsrite zal worden voltrokken. 29 Wie deze dag niet in onthouding doorbrengt, zal ​uit de gemeenschap​ gestoten worden. 30 Wie die dag enige bezigheid verricht, zal ik zelf ​uit de gemeenschap​ wegvagen. 31 Je mag die dag geen enkele bezigheid verrichten; deze bepaling geldt voor jullie voor altijd, generatie na generatie, waar je ook woont. 32 Het zal voor jullie een dag van volstrekte rust zijn, die je in onthouding moet doorbrengen. Deze dag moet in volstrekte rust worden doorgebracht, vanaf de avond van de negende dag van die maand tot aan de avond daarop.’ (Uit Leviticus 23)

Leren/weten wanneer je wat doen of juist laten moet…

(…) 38 Toen ze verder trokken ging Hij een dorp in, waar Hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die ​Marta​ heette. 39 Haar zuster, ​Maria, ging aan de voeten van de ​Heer​ zitten en luisterde naar Zijn woorden. 40 Maar ​Marta​ werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar ​Jezus​ toe en zei: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ 41 De ​Heer​ zei tegen haar: ‘Marta, ​Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. 42 Er is maar één ding noodzakelijk. ​Maria​ heeft het goede deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’ (Uit Lucas 10)

Niets zelf verworven…

(…) U moet namelijk uit ons voorbeeld deze regel leren: houd u aan wat geschreven staat. U mag uzelf niet belangrijk maken door de een te verheerlijken boven de ander. 7 Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt? 8 Maar natuurlijk – u bent al helemaal verzadigd, u bent al rijk, u bent al koningen geworden zonder ons. Was u maar koningen geworden, dan zouden wij het ook zijn. (Uit 1 Korintiërs 4)

(…) 9 Want in Hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, 10 en omdat u één bent met Hem, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van Die volheid vervuld. 11 In Hem bent u ook ​besneden, niet door mensenhanden, maar met de ​besnijdenis​ van ​Christus, door het afleggen van het aardse lichaam. 12 Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem ​begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft ​opgewekt. 13 U was dood door uw ​zonden​ en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met ​Christus​ levend gemaakt toen Hij ons al onze ​zonden​ kwijtschold. 14 Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het ​kruis​ te nagelen. 15 Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in ​Christus​ over hen getriomfeerd. (Uit Kolossenzen 2)

Zie ook:  Brief, zegel en bevel…(I) en Brief, zegel en bevel…(II)

Bron afbeelding:  SlidePlayer

 

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s