Diep gemis aan begrip van onze zondigheid…

‘Want er staat geschreven: “Een ieder die de Naam van de HEER aanroept zal worden gered.”‘ (…) ‘En bij Jesaja staat zelfs: “Ik heb me laten vinden door wie mij niet zochten, Ik heb me bekend gemaakt aan wie naar Mij niet hebben gevraagd.” Maar over Israël staat er geschreven: “Heel de dag heb ik Mijn handen uitgestrekt naar Mijn ongehoorzaam en opstandig volk.”‘ (Uit Romeinen 10 vers 13 en de verzen 20-21)

Geciteerd 1: (…) De neiging om onszelf te verontschuldigen (1) is onverminderd groot. Maar de motivatie om ook het gedrag van anderen te verontschuldigen lijkt een stuk kleiner geworden. ‘Wij’ zijn wel onschuldige slachtoffers van de omstandigheden, maar ‘zij’ (die ander/anderen) zijn juist verantwoordelijk voor die omstandigheden. Zij verdienen niets minder dan totale afwijzing. Wie zich schuldig maakt of gemaakt heeft, moet zonder pardon gecanceled worden. Hoe minder de zonde ons narcistisch zelfbeeld dwars zit, hoe radicaler het besmette spiegelbeeld van de naaste uitgewist moet worden. Deze simplistische tweedeling tussen ‘wij’ en ‘zij’ onderstreept dat er een diep gemis is aan begrip van de zonde.

Geciteerd 2: (…) In elk deel besteedde Barth ook een hoofdstuk aan de zonde. Niet als ‘wroeten in de modder’, maar telkens weer als het ware met het ene oog gericht op Christus en het andere op het raadsel van het menselijk bestaan, zoekend naar de diagnose. Barth is er net als Kolakowski van overtuigd dat zondebesef nauw samenhangt met de persoon van Jezus Christus en wie Hij is. Tegelijk is op iedere bladzijde voelbaar hoezeer hij zich bewust is van Bonhoeffers worsteling. Hij weet maar al te goed hoe de leer van de zonde door de eeuwen heen misbruikt is.

Geciteerd 3: (…) Wat opvalt bij de kritiek op Barth (uit gereformeerde kring) is dat Barths spreken over de zonde vooral bekritiseerd is vanwege de samenhang waarin hij over de zonde spreekt. Telkens klinkt het verwijt dat hij de zonde niet ernstig neemt, omdat hij die zo duidelijk in de context van genade plaatst. (…) Het gesprek tussen de klassiek gereformeerde theologie en de theologie van Barth is niet ten einde (2), en dat ook omdat kerk en samenleving ermee gediend zijn te blijven vragen naar de essentie van de zonde.

(1) Behalve onszelf willen verontschuldigen is er toch ook het elkaar oprecht de waarheid willen vertellen en het verlangen om met elkaar ook genoeg aan waarheidsvinding te zullen doen. We mogen dat niet afdoen met het verwijt dat die moeite nemen natuurlijk allemaal ten bate van ‘zelfverontschuldiging’ is. Dat is een zeer on-geestelijke en on-Christelijke benadering van en houding jegens onze naaste(n)!
(2) Kunnen en moeten theologen en theologie ons uit de huidige problematiek helpen of kunnen we dat toch beter in handen geven van de heilige Geest, Die ons door de dagelijkse en wekelijkse omgang met Gods Woord wil onderwijzen en overtuigen van zonde. Want Hij is het Die ons overtuigt van zonde – zie Johannes 16 vers 8. Want de grootste diepte van de zonde, die ligt toch in het geen gehoor geven en geen geloof hechten aan Gods Woord – zie Johannes 1 de verzen 1-18. Wij hebben in de gemeenten van Jezus Christus een gezamenlijke verantwoordelijkheid!

> Lees hierbij ook dit artikel: ‘Zonde, gerechtigheid en oordeel

Bron citaten: ‘Veroordeeld tot genade – In gesprek met Karl Barth over de zonde’ – door dr. Cees-Jan Smits – Uitgave van Willem de Zwijger Stichting (Reformatorische stemmen).

Hij zal de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel
(Johannes 16 vers 8).

Bron afbeelding: Pinterest (Pin on Bible Scriptures)

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s