‘Wat bij de mensen in hoog aanzien staat…’

‘… Mozes heeft van oude tijden af in elke stad mensen die hem prediken, want hij wordt elke sabbat in de synagogen voorgelezen.’ (Uit Handelingen 15 vers 21)

Geciteerd 1: Hoe heeft het spreken van Paulus te maken met de filosofie van Plato? Cursusleider dr. Bart Jan Spruyt neemt tijdens een leeravond cursisten aan de hand bij zingevingsvragen en bespreekt teksten uit de geschiedenis.
Geciteerd 2: Spruyt: „Plato leefde in de bloeitijd van de Atheense democratie, filosofie, tragedies en architectuur. Hij stak met kop en schouders boven zijn tijdgenoten uit. Door zijn denken en filosoferen is hij inhoudelijk heel dicht bij het christelijk geloof gekomen.”
Geciteerd 3: „Kunt zich een idee vormen van een volmaakt, rechtvaardig mens?” vraag de cursusleider. Liefde, geduld en eerlijkheid zijn kenmerken die de cursisten aandragen. Spruyt: „We kunnen ons een idee vormen door eigenschappen op te sommen, maar de werkelijkheid is hooguit een schaduw van het idee. Hoe zou het zijn als er hier zo’n rechtvaardige binnenstapt? Volgens Plato zouden we hem kruisigen.” (1)

Geciteerd 4: (…) De geschriften van Philo van Alexandrië zijn de schriftelijke weergave van de redevoeringen, die deze Jood in de synagoge van Alexandrië, en mogelijk ook elders gehouden heeft. (…) Philo van Alexandrië verkondigde in de synagoge platonische en stoïsche wijsheid en dat mocht, want hij ging daarbij steevast van de overtuiging uit, dat de wijsheid van deze heidenen eigenlijk aan Mozes ontleend was…

Opgemerkt 1: Zou Plato werkelijk – op eigen kracht – heel dicht bij het geloof in ‘de Christus der Schriften’ zijn gekomen? Zo ja, dan zou Plato de eerste mens geweest die een eind naar de hemel is opgeklommen – in en door de kracht van het Griekse wijsgerige denken – waarbij God hem dan genadig halverwege tegemoet gekomen is om hem nog dichter bij (het geloof in) Christus te brengen? (2)

Opgemerkt 2: Het is beslist niet voor niets geweest dat de heilige Geest Paulus in Athene geen gelegenheid heeft gegeven om daar ook een gemeente te stichten, ondanks dat hij duidelijk moeite heeft gedaan om als een ootmoedig getuige van onze Heer zijn toespraak te beginnen met aan te sluiten bij de leef- en denkwereld van de Griekse wijsgeren. Wanneer Paulus echter met en door zijn toespraak op de Areopagus wel een groot aantal volgelingen en bekeerlingen had weten te trekken, dan zouden de latere gemeenten van Jezus Christus nog veel meer verkeerde conclusies over de macht van mensenwijsheid, mensenwoorden en mensenaanpak hebben getrokken, dan helaas toch is gebeurd en helaas ook nu nog steeds weer gebeurd.
In de eerste brief aan de Korintiërs leert Paulus nadrukkelijk dat het alleen de heilige Geest is die mensenharten beweegt en trekt en tot bekering brengt. En in Athene was dat niet anders, die waarheid daar had zijn toespraak niets aan toe of aan afgedaan. Anders hadden we Paulus moeten/kunnen verwijten dat hij blijkbaar in Athene toch niet de juiste aanpak had weten te vinden en dat hij het nog maar eens opnieuw moest proberen.

(1) We zullen hierbij toch wel bedenken dat het juist de vrome en geleerde Farizeeën en Schriftgeleerden waren – mensen die zichzelf voor (een) rechtvaardig(e) hielden – die onze Heer tot de kruisdood veroordeelden en het ‘gewone volk’ ophitsten om ‘kruisigen!’ te scanderen.
(2) Dr. K.J. Popma schrijft in ‘De Oudheid en wij’ over de Joodse schrijver van het boek ‘De wijsheid van Salomo’ en over de Jood Jezus Sirach het volgende: Beiden kennen die verheerlijking van helden uit het Oude Testament, en ze zien hen niet als geloofshelden, maar als morele hoogheden. Maar dat waren ze beslist niet! Beide schrijvers kennen die moralistische trek, die het geloof (!) op de achtergrond dringt, en de zedelijkheid tot ‘leidstar’ van het leven maakt. (…) Beiden hebben de kijk op het Verbond van Gods genade verloren. Daardoor verandert voor hen elk (!) woord van de Schrift. Van het boek des Verbonds wordt het hun een boek der zedelijkheid. Van wet des geloofs wordt het wet der werken.
De wijsheid van Salomo moet geschreven zijn door een Jood, die iets geleerd had van het Griekse denken omtrent de eerste vragen. Zijn ethiek staat vrijwel los van het geloof in een genadig God, Die Abrahams geloof tot gerechtigheid rekende. En even los van dit geloof staat de ethiek van Jezus Sirach. Daarom is het feit dat Jezus Sirach geen bepaald aanwijsbare Griekse ideeën vertoont bijkomstig; hetzelfde moralisme, dat de jongere auteur voor Helleense invloed vatbaar maakte, kenmerkt ook hem. (…) De Griekse ethiek is een van beide hoofdvijanden van het Evangelie. (…) Het humanisme van Jood en Griek, of het judaïsme en hellenisme worden met name in de brieven van Paulus in bijna elke regel aangewezen als dé grote vijanden van de blijde boodschap van Gods genade in Jezus Christus.
(wordt vervolgd!)

Zie ook: ‘Heilzame gedachten en woorden…

Bron citaten 1-2: RD Opinie – ‘Met Paulus en Plato in de Goudse synagoge de diepte in’ – door Bastiaan van Soest
Bron citaat 3: ‘Eerst de Jood, maar ook de Griek’ van prof. dr. K.J. Popma (1903-1986).

Maar Jezus zei tegen hen (de Farizeeën): “U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God.‘ (Uit Lukas 16 vers 15)

Bron afbeelding: Bible Hub

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s