‘Er wordt beweerd dat jullie leven hebben…’

Ontwaakt gij die slaapt, en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten.
(Uit Efeziërs 5 vers 14)

Geciteerd: Geestelijk bezien en vanuit onszelf zijn wij allemaal als een dode: een dode die niet hoort, niet spreekt, niets voelt, ja die niet leeft. Dat alles geldt voor u en jou die nog leeft zonder God. Eveneens is het zo dat zo’n geestelijk dode deze ongelukkige staat niet beseft.

Opgemerkt: N.a.v. de meditatie en de tekst uit de brief van Paulus aan de Efeziërs ook nog weer gelezen wat onze Heer aan de gemeente te Efeze laat horen in de brief die Hij Johannes aan hen laat schrijven. Na eerst – in de verzen 2-3 van Openbaring 2 – het goede dat in die gemeente te vinden was en nog gevonden werd te hebben genoemd, horen we: ‘Maar dit heb ik tegen jullie: Jullie hebben de liefde van weleer opgegeven. Bedenk van welke hoogte – de hoogte van de liefde! – jullie gevallen zijn. Breek met het leven dat jullie nu leiden en doe weer als eerst. Anders kom ik naar jullie toe en neem Ik, als jullie geen berouw tonen, jullie lampenstandaard van zijn plaats.‘ (…). En dan klinken de bekende woorden: “Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tot de gemeenten (meervoud!) zegt.”
Waar de Geest spreekt – door mensen heen (zie Ezechiël 37!) – daar komen zelfs dode beenderen (zonder oren) tot leven, dus niemand in die gemeente(n) kon/kan zeggen: nee hoor, ik hoor(de) vandaag de stem van de Geest niet doorklinken in het Woord van God, dus wie weet overkomt het me later toch nog eens een keertje. Och, wat zou dat heerlijk zijn. Dat zo te zeggen is bedroeven en weerstaan en uitblussen van de Geest.

En wanneer we lezen wat Johannes aan de gemeente in Sardes moet schrijven (en de andere gemeenten en dus ook wij luisteren mee!): ‘Ik weet wat u doet; overal (in Asia, door andere gemeenten) wordt beweerd dat jullie leven hebben, terwijl jullie dood zijn. Wordt wakker, versterk jullie laatste krachten: u bent op sterven na dood.’
Wij weten toch dat de doden voor onze Heer niet dood zijn en dat Hij doven het gehoor geeft en verlamden kracht om op te staan! En horen we de verlamde(n) tegen wie Jezus zei “Neem uw matras op en wandel!” eerst nog met uitvluchten komen? Dat is ondenkbaar toch. Zelfs op de sabbat stond zo iemand op en nam z’n matras op de schouder, tot ergernis van de meest vrome mannen in Israël.

Zie ook deze blog: ‘Zoek je geluk in Hem – Succes ermee! (?)

Bron citaat: RD bezinning – Meditatie bij Efeziërs 5 vers 14 – door ds. G.J. Baan, Mijnsheerenland.

Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid, er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aaneenvoegden. Ik zag pezen zich aanhechten en vlees groeien, ik zag hoe er een huid over de botten heentrok, maar ademen deden ze nog niet. Toen zei Hij tegen mij: “Profeteer tegen de wind, profeteer mensenkind, en zeg tegen de wind: Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.” Ik profeteerde zoals Hij mij gezegd had, en de lichamen werden met adem gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan: een onafzienbare menigte.‘ (Uit Ezechiël 37 de verzen 7-10)

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s