Waarom er geen ‘Jezuscentrum’ kwam in Jeruzalem of Rome…

Geciteerd 1: ‘Israël bedenk dus dat de HEER, jullie God, niets anders van jullie vraagt dan dat jullie ontzag voor Hem tonen, dat jullie de weg volgen die Hij jullie wijst (a-1/2), dat jullie Hem liefhebben, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik jullie vandaag onderwijs, naleeft; dan zal het jullie goed gaan.’
‘De HEER, Die vrij kan beschikken over de hoogste hemel en over de aarde en alles wat daarop leeft, heeft toch alleen voor jullie voorouders liefde opgevat (1) en uit alle volken juist jullie, hun nazaten, uitgekozen! Besnijd daarom jullie hart en wees niet langer halsstarrig (koppig/tegendraads). Want de HEER, jullie God, is de hoogste God en HEER. Hij is de grote, de machtige, de ontzagwekkende God, Hij handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar, Hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook jullie moeten vreemdelingen met liefde behandelen, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte.’ (2)
‘Wees jullie ervan bewust dat jullie kinderen geen getuige zijn geweest van de opvoeding die de HEER jullie gaf, en niet met eigen ogen Zijn grootheid hebben gezien (3), Zijn sterke hand en Zijn opgeheven arm.’
‘Houdt mijn woorden dus in gedachten, maak ze jullie eigen, draag ze als een teken om jullie arm en als een band op jullie voorhoofd. Prent ze jullie kinderen in en spreek er steeds weer over, thuis en onderweg, als jullie naar bed gaan en als jullie opstaan.’

Geciteerd 2: Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar. Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze Redder openbaar geworden en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid.’
‘Deze boodschap is betrouwbaar. Ik wil dat je hierover met overtuiging spreekt (4), opdat zij die op God vertrouwen zich erop toeleggen het goede te doen (4). Daar heeft iedereen baat bij.’ (a-1/2)

(a-1) De weg die God ons wijst volgen, dat zal alleen in praktijk gebracht worden door een volk dat dagelijks én in de samenkomsten van het Godsvolk zich laat onderwijzen door het Woord van God. En daar zijn net al in het OT het gezin en de samenkomsten van ‘het Godsvolk’ de aangewezen plek voor. Zó wil God ons leren de weg met onze God te gaan. Daar hebben we helemaal geen ‘externe onderwijscentra’ (zoals nu een Kellercentrum) bij nodig. De heilige Geest Zélf wil ons leren (5) en ons de nodige liefde en wijsheid schenken voor het omgaan en spreken met elkaar in huis en in de gemeente en met onze medemensen in de samenleving. Zie hierbij ook Jakobus 1 : 5-8 en ook 1 Johannes 2 : 24-29.

(a-2) Het kunnen onderwijzen van de gemeente uit Gods Woord, daar hebben de apostelen hun medewerkers/opvolgers voor opgeleid. Ze werden niet de volgende generatie apostelen die weer nieuwe apostelen moesten opkweken in de gemeente en die in feite alle gemeenteleden tot apostelen/missionarissen maakten die met hun boodschap ‘de buren’ moesten kunnen overtuigen, maar de volgende generaties (waaruit ook weer voorgangers zouden voortkomen) behoorden – als geredde en geliefde kinderen van God – onderwezen worden in het Koninkrijk der hemelen, zodat zij zouden weten wat een werkelijk christelijk samenleven inhoudt en dat in praktijk brengen, allereerst onder elkaar, maar ook naar buiten. En dat is heel wat anders dan ‘de missionaris willen en kunnen uithangen’ bij/onder/naar de buren.

(1) Zie o.a. Hosea 11 en Ezechiël 16, Efeziërs 2 en Titus 3 : 3.
(2) Liefde, barmhartigheid en zorg (opkomen voor) voor de armen, de zwakkeren en vreemdelingen in de omringende samenleving is hét kenmerk van Gods volk!
(3) Zie Johannes 20 : 30 en 1 Johannes 1 : 1-4.
(4) Zie Romeinen 15 : 14-16 en 1 Johannes 2 : 26-27
(5) Bedenk hoe wijs de nog jonge – gezalfde! – David wist te spreken met koning Saul en tegen Goliath.

Bron citaat 1: Gedeelten uit Deuteronomium 10
Bron citaat 2: Gedeelte uit Titus 3

Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de (lichamelijk of geestelijk) mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam (en geest) hebben als jullie.‘ (Uit Hebreeën 13 de eerste 3 verzen)

Bron afbeelding: Bible Portal

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s