‘Saulus probeerde de gemeente te vernietigen door mannen en vrouwen met geweld uit hun huizen te sleuren en hen te laten opsluiten in de gevangenis.‘ (…) ‘Allen die hem hoorden waren stom verbaasd en vroegen: “Dat is toch de man die in Jeruzalem de volgelingen van Jezus naar het leven stond?”‘ (Uit Handelingen 8 vers 3 en 9 vers 21)
Geciteerd: In een persoonlijke tekst die ds. Uitslag onder het kopje “pastoralia” in het kerkblad schreef, meldt de predikant verder dat het hem „tot in het diepst van zijn hart raakte toen een afgevaardigde op de classis een ruime toelating tot de avondmaalstafel beargumenteerde door te zeggen, dat Judas ook aan het avondmaal zat en van Jezus een stukje brood kreeg aangereikt”. Deze afgevaardigde zei er echter niet bij, aldus ds. Uitslag, „wat de Heere Jezus verder zei: Doch ziet de hand desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel. Wee de mens door welke de Zoon des mensen wordt verraden”. Zo’n selectieve omgang met Gods Woord doet afbreuk aan de Schrift, aan de heiligheid van de tafel en aan mijn getrouwe Zaligmaker. Zelden ben ik op een kerkelijke vergadering zo geraakt in mijn hart als dit moment”, aldus de predikant in het kerkblad.
Opgemerkt 1: In elk geval is het zeer terecht dat wij als gelovigen diep geraakt worden door het feit dat zelfs ook Judas nog brood en wijn aangereikt wordt aan de avondmaalstafel. Was Judas schuldiger dan de Farizeeën en Schriftgeleerden en leiders (van het Sanhedrin) voor wie onze Heer aan het kruis toch ook dit nog bad: ‘Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen.’
Opgemerkt 2: Onze Heer bracht een volmaakt offer aan het kruis en Zijn zoenoffer is genoeg voor de vergeving van de zonden van heel de wereld, dus: die van de hele mensheid…
Opgemerkt 3: Omdat onze Heer Judas niet ervan weerhouden heeft om ook nog het Avondmaal mee te vieren, geeft dat beslist toch ook wel reden om ons af te vragen hoever wij mogen/zullen gaan met tuchtmaatregelen t.a.v. onze broeders en zusters. Onze Heer hield Zijn hoorders voor: ‘Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen maar om de wereld te redden. Wie Mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt, die heeft al een rechter: alles wat Ik gezegd heb zal op de laatste dag (!) over hem of haar oordelen.‘ (Uit Johannes 12 de verzen 47-48).
Opgemerkt 4: We hebben bij de betreffende broeders en zusters (met homofiele praxis of hen die dat niet veroordelen bij anderen) toch niet met mensen te maken die onze Heer afwijzen, maar die een andere opvatting hebben over hoe wij in de levenspraktijk relaties vorm en inhoud mogen geven binnen de vrijheid en verantwoordelijkheid waarin wij als christenen zijn geplaatst. Wij kunnen daar wel verschillend over denken op grond van Gods Woord, maar tot welk soort oordelen mag dat leiden? Of zullen we beter toch maar doen als onze Heer en onze broeders en zusters met (soms alleen maar) andere opvattingen (niet eens praktijken) niet van ons wegstoten, zoals cgk-Urk nu wel doet door de correspondentieband met Zwolle te verbreken.
Opgemerkt 5: Wanneer we in Matteüs 18 lezen over broeders en zusters, die na herhaald vermaan niet willen luisteren, dan horen we dat we niet meer hoeven te doen dan met hen om te gaan zoals de Joden dat toen gewoon waren met heidenen en tollenaars, die mensen haalde je niet in huis en/of je ging bij hen thuis niet eten, maar de tollenaars werden niet uit de synagoge gebannen en wanneer de heidenen proseliet waren mochten ze toch ook de synagoge bezoeken.
En laten we daarbij dan ook nog weer bedenken dat onze Heer de tollenaars niet afwees, maar bij hen in huis kwam om te eten en ze zelfs ook in Zijn gevolg haalde en ook dat Hij ‘de scheidsmuur’ tussen Joden en heidenen heeft afgebroken, o.a. de Kananese vrouw mocht daar al van profiteren. Dus hoe zullen wij als gelovige christenen met elkaar hebben om te gaan? Toen de (Joodse) mensen onze Heer vroegen ‘wat moeten wij doen’, toen zij Hij: ‘Geloven in Hem Die de Vader gezonden heeft.‘ (zie Johannes 6 vers 28-29)
Opgemerkt slot: En wat kunnen we leren van de brieven van onze Heer aan de zeven gemeenten in Asia? Horen we daar van één of meer gemeenten maar uit het ‘kerkverband’ stoten? Of dat gemeenteleden zich moeten afscheiden om een eigen (wel zuivere) gemeente te stichten? En zou een gemeente als de betreffende gemeente in Urk er beter vanaf komen dan die in Zwolle? En op grond waarvan zouden we dat kunnen/moeten (vast)stellen?
RD Kerk & religie – Cgk Urk-Eben-Haëzer verbreekt band met Zwolle – door redactie kerk
‘De Zoon van God, Jezus Christus, Die wij, Silvanus, Timoteüs en ik, aan u verkondigd hebben, was immers niet als iemand die ja zei en nee bedoelde. Hij belichaamt het ja. In Hem worden al Gods beloften ingelost; en daarom is het dat we amen zeggen, tot Gods eer. Het is God Die u/jullie en ons Christus als fundament geeft, Die ons allen heeft gezalfd, heeft gewaarmerkt als Zijn eigendom en ons als voorschot de Geest gegeven heeft.‘ (Uit 2 Korintiërs 1 de verzen 19-23)
Bron afbeelding: SlideServe