‘Volledig tegengestelde grondslagen’…

Maar wij weten, dat de wet goed is, als iemand die terecht gebruikt,
en dit weet, aan de rechtvaardigen is geen wet gegeven.
(Uit 1 Timoteüs 1 de verzen 8-9)

Geciteerd 1: Benedictus XVI verwijt de zestiende-eeuwse reformator Maarten Luther dat die een tegenstelling maakte tussen het priesterschap in het Oude Testament en het „priesterschap dat door Jezus is ingesteld”. „Luthers hele constructie was gebaseerd op het contrast tussen Wet en Evangelie, tussen rechtvaardiging door werken en rechtvaardiging door geloof alleen”, aldus de paus.
De Vroege Kerk maakte volgens Benedictus XVI geen tegenstelling tussen beide priesterschappen en tussen geloof en werken. Vanwege de „volledig tegengestelde theologische grondslagen” van rooms-katholieken en protestanten sluiten ook de mis en het avondmaal elkaar uit, stelt hij. „Wie vandaag intercommunie predikt, moet dat niet vergeten.”

Geciteerd 2: Zij dwalen die zeggen dat de rechtvaardigen goede werken moeten doen. Dat is net zo ongerijmd en ongepast gesproken als wanneer je zou bevelen dat God goed moet zijn, dat de zon moet schijnen, dat de perenboom peren moet dragen of dat twee plus twee vier moet zijn. Terwijl dit alles toch volgt uit hun ‘natuurlijke’ eigenschappen. Of, om het nog duidelijker te zeggen: de goede werken volgen op – zijn vrucht van – het geloof, zonder bevel van een wet, helemaal als vanzelf en gewillig, zonder enige dwang.
Want ieder ding volbrengt zonder wet en zonder dwang het doel waartoe het geschapen is. De zon schijnt van nature zonder bevel, de perenboom draagt zonder bevel uit zichzelf peren, etc. Het is niet nodig tegen onze Heere God te zeggen dat Hij goed moet doen, want Hij is reeds uit Zichzelf goed zonder ophouden, en Hij doet het gewillig en graag.
Om die reden mag je de rechtvaardige (door doop en geloof in Christus gerechtvaardigde) niet gebieden dat hij/zij goede werken moet doen. Want hij/zij doet die reeds zonder gebod en bevel, omdat hij/zij een nieuwe schepping is en een goede boom is. Zoals Paulus in de brief aan Efeze schrijft: ‘Wij zijn Gods werk, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Wat liefde is, hebben we geleerd – ook onze kinderen! (1) – van Hem, Die Zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven (2) voor onze broeders en zusters.‘ (Uit 1 Johannes 1 vers 16)

(1) Zie 1 Johannes 2 de verzen 12-14.
(2) Met een oprecht hart meen ik te kunnen en mogen zeggen dat ik dit [=’je leven dienend geven ten bate van het leven van je broeders en zusters]’ door het geloof, zoals ik dat mocht ontvangen door Gods genade en kracht, heel mijn huwelijks- en gezinsleven lang, in praktijk heb mogen brengen (en ook ten bate van het gemeentelijk samenleven!). Met vallen en opstaan, dat wel, maar dan horen we toch ook deze woorden: ‘een rechtvaardige valt zeven maal (3), maar staat weer op…’ (uit Spreuken 24 vers 16).
(3) En spreekt onze Heer niet van een broeder of zuster zeventig maal zeven maal vergeven – zie Matteüs 18 : 21-23.

> Leestips: 1 Tessalonicenzen 4 : 1-12, Efeziërs 4 en Hebreeën 10.

Bron citaat 1: RD Kerk & religie – ‘Benedictus XVI wees communie met protestanten af’ – door Redactie kerk
Bron citaat 2: ‘Vertroost elkaar met deze woorden – Dagboek over belofte en troost’ – Citaat/meditatie van 23 januari – Den Hertog Uitgeverij (2022)

Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft.’
(Uit Efeziërs 4 vers 7)

Bron afbeelding: Scripture Images

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s