‘Neem als richtsnoer de heilzame woorden die je van mij hebt gehoord, houd vast aan het geloof en aan de liefde die in Christus Jezus zijn.* Bewaar door de heilige Geest, Die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.‘ (Uit 2 Timoteüs 1 de verzen 13-14)
‘Deze Boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige instemming. Hiervoor zwoegen en strijden wij, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die de Redder is van alle mensen, in het bijzonder Die van de gelovigen.’ (Uit 1 Timoteüs 4 vers 10)
Geciteerd 1: In de ontwikkeling van de laatste twee decennia zie ik de refozuil als een verbijzondering van de bevindelijke zuil. Met de nadruk op de doodstaat van de mens, de toe-eigening van het heil en een set aan morele codes.
Geciteerd 2: Ik denk dat de refozuil góud in handen heeft. Zeg maar 40.000 jongeren groeien op (en dan maak ik het even heel positief en idealistisch) in een context van vroomheid, kerkgang en gemeenschapszin. Die bubbel trekt als het ware de jongere door de crisis van de cultuur heen. Dát is de grote kracht van de refozuil.
Geciteerd 3: Een klassiek nadeel van de refozuil is natuurlijk dat het zout in het zoutvaatje blijft. Daar is wat op aan te merken, maar misschien is het goed dat het zout in deze fase van de cultuur maar even ín het zoutvaatje blijft. Allerlei missionaire bewegingen hebben namelijk –ik zeg het met diepe spijt– kwantitatief gezien weinig effect.
Geciteerd 4: Ik heb ooit deze stelling verdedigd: ”In de afgelopen veertig jaar was de invloed van de bundel Opwekking groter dan de invloed van alle theologische publicaties van alle theologische hoogleraren bij elkaar. Ik dacht: zou dat waar zijn? Het bleek waar! Ds. De Heer heeft deze stelling dan ook in zijn dissertatie opgenomen.
Opgemerkt bij citaat 2: Wanneer dat werk in de refozuil niet anders geduid wordt (kan worden) dan als een kansvergroting op het verkrijgen van het eeuwig heil (dat is toch het kenmerk van de bevindelijke kerkgang en prediking) dan valt dat mensenwerk geen ‘geloofszaak’ te noemen en kunnen we ook zeker weten dat dit werk op geen enkele manier bijdraagt aan het verkrijgen van het heil. Alle werk binnen een christelijke gemeenschap (in gezinnen en gemeente en op de scholen) behoort bij/van jong tot oud dankbare geloofswerken te zijn (voor ons klaargelegd/voorbereid om daarin te wandelen! – zie Efeziers 2 vers 10). Ook onze kleine kinderen zullen als dankbare kinderen van God het Bijbelonderwijs aanhoren en in praktijk mogen en behoren te brengen. Er is daarbij geen enkele verwachting van de prestaties van mensen (trouw Bijbellezen, trouwe kerkgang, bevindelijke prediking, organiseren van christelijke scholen, enz.).
Opgemerkt bij citaat 3: Hoe kan het licht van een stad op een berg verborgen blijven? Of wil Andries Knevel ons zeggen dat het licht bij de refo’s van de refozuil onder de korenmaat wordt gehouden. Maar dan heeft hij het Woord van onze Heer tegen zich. Die zal het helemaal niet gewenst vinden dat dat licht dan voorlopig maar onder de korenmaat gezet wordt. En wanneer het zout zijn smaak niet meer afgeeft aan de omringende wereld, dan dient het nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. (Zie Jezus woorden in Matteüs 5 : 13-16).
Maar de schrijver zal wel doelen op niet gepaaid willen worden door allerlei soorten van missionaire gedrevenheid en actie zoals die de laatste decennia binnen de kerken (en ook door de EO) gepromoot werden en waarvan men durfde/durft beweren dat onze Heer dat bedoeld heeft met zijn woorden in Matteüs 5 : 13-16.
Opgemerkt bij citaat 4: Welke grote gaven zijn aan Andries Knevel en ds. De Heer toebedeeld, dat zij in staat zijn om de invloed van theologen en opwekkingsliederen van elkaar te onderscheiden (afgezien van allerlei andere factoren die zeker ook nog meegewogen dienen te worden) en die te meten en om die dan van deze conclusie ‘het bleek waar’ te kunnen voorzien en anderen voor te houden?!
Opgemerkt slot: Drijft de schrijver de mensen van de refozuil niet juist naar de (een belangrijke, niet te miskennen) oorzaak van de teloorgang van de andere zuilen: verwachting hebben (en kweken) van wat wij mensen kunnen presteren/bereiken door onze krachten te bundelen. Dus niet een krachtenbundeling vanwege de dankbare gehoorzaamheid van het geloof (ongeacht de uitkomst), maar door het voorhouden van wat er (mogelijk nog) te behouden en te bereiken valt met en door die reeds aanwezige krachtenbundeling binnen de (‘eigen’) ‘reformatorische kring’.
* Zie hierbij ook: https://www.amen.nl/artikel/2087/het-geloof-van-christus
Leestip: 1 Korintiërs 4 de verzen 1-8
Bron citaten: RD Opinie – ‘Refozuil heeft goud in handen en moet dat inzetten’ – door Andries Knevel
_De auteur is theoloog en journalist.(1) Dit artikel is een verkorte weergave van de lezing getiteld ”De zegen van de zuil” die hij hield op de netwerkdag van de Dutch Bible Belt Network, op 26 november in Gouda.
(1) Citaat: Ik heb theologie gestudeerd, ben afgestudeerd op Willem Teellinck, wilde gaan promoveren op de Nadere Reformatie, maar toen kwam de EO en is het volgens sommigen misgegaan. Maar ik heb me in al die jaren wel willen verhouden tot die gereformeerde gezindte, de reformatorische zuil, de bevindelijke zuil en de refozuil.
Bron afbeelding: Etsy (Bible Verse Printable)