‘Dood waar is uw prikkel? Hel waar is uw overwinning?‘
(Uit 1 Korintiërs 15 vers 55)
Geciteerd: De wet maakt de zonde wakker, zodat ze levend wordt en geeft de dood kracht en macht over ons (vgl. Romeinen 7 vers 10) (1). Hoe kunnen wij hiervan bevrijd worden? (2) Wie wil of kan de wet, ‘het handschrift dat tegen ons getuigt’ (vgl Kolossenzen 2 vers 14), wegnemen uit onze harten? Geen mens immers? (3)
Werkelijk, geen enkel schepsel in de hemel of op de aarde kan een kwaad geweten (beter: door de wet belast geweten – AJ) geweten wegnemen. Maar wat neemt het kwade geweten wél weg? Luister wat Paulus zegt: ‘Dank aan God, Die ons de overwinning heeft gegeven door onze Heere Jezus Christus’ (vgl 1 Korintiërs 15 vers 57).
Wij overwinnen door Jezus Christus, Die omwille van onze zaligheid is neergedaald uit de hemel en mens is geworden. Door Hem Die voor ons de dood heeft geleden aan het kruis, is neergedaald in de hel, is opgestaan uit de dood, is opgevaren naar de hemel. Die zonde, dood en hel in Zijn lichaam heeft teniet gedaan. De wet volkomen heeft vervuld en Die haar de mond heeft gestopt, zodat die moet ophouden ons aan te klagen en te verdoemen.
Dit is de overwinning, namelijk dat de dood zijn angel [of prikkel] heeft verloren (vgl. 1 Korintiërs 15 de verzen 15-56). De wet kan de zonde niet langer wakker maken (in het geweten – AJ), ook kan de zonde de dood niet langer sterk maken, want Christus heeft voor onze zonden voldaan (zie Romeinen 6 : 3-11) en Hij heeft het handschrift uitgewist en dat uit ons midden weggedaan en heeft dat aan het kruis gehecht (vgl. Kolossenzen 2 vers 14).
Leestips: Hebreeën 10 : 19-25 en 2 Petrus 3 : 18-22.
(1) Dat ‘overkomt’ zelfs ook de heidenen. Zie Romeinen 2 : 12-16.
(2) Let wel: lees hier niet, wie bevrijdt ons van het doen van zonden, maar wie bevrijdt ons van een door de wet gewekt geweten, een geweten (hart) dat ons (voortdurend) aanklaagt en dat het vertrouwen niet op Christus kon stellen omdat het (nog) niet van Hem gehoord had.
(3) Of zouden we Plato als zo’n mens kunnen/moeten beschouwen. Die klom immers uit eigen zielenkracht ver genoeg op om innerlijk contact met het goddelijke en God te maken. Men wil dat zelfs toeschrijven aan het werk van de heilige Geest. Maar we kunnen op grond van Gods Woord weten dat God nooit Zijn Naam (als werk van de Heilige Geest) zal willen verbinden aan dit soort mensenwerk. Gods Geest werkt wel in alle mensen, maar dat betekent niet dat we dat dan ook zullen mogen ‘bestempelen’ als werk van de Heilige Geest. De heilige Geest wijst ons op Christus (ook al in en door het OT, zie Johannes 5 : 39-40). Het zijn echter wel dit soort denkbeelden, die maken dat men in kerken van de nadere reformatie meent dat mensen zich eerst maar eens uit eigen kracht kunnen/moeten gaan openstellen voor het goddelijke en God Zelf, alvorens ze zich – wat hen door Gods genade reeds geschonken is (!) – mogen toe-eigenen. Dat toe-eigenen dient dan eerst nog voort te gaan, totdat ze voldoende grond vinden in eigen leven/zielenleven om zichzelf als wedergeborenen te mogen/kunnen beschouwen en waardoor ze ook gerechtigd (kunnen) worden om aan de vieringen van het Avondmaal deel te nemen.
Bron citaat: ‘Vrees niet, geloof alleen – dagboek over het geloof’ – Citaat/meditatie van 4 november.
‘Hij heeft in Zijn lichaam onze zonden het kruishout opgedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig* zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen. Eens dwaalde u als schapen**, nu bent u teruggekeerd naar Hem Die dé Herder is, naar Hem Die uw ziel behoedt.‘ (Uit 1 Petrus 2 de verzen 24-25)
* Lees: als gerechtvaardigden zouden leven.
** Voordat u het getuigenis van het Evangelie van ons – apostelen – hoorde en gedoopt werd en mocht gaan léven onder de bediening van Woord en Sacrament in het midden van Christus’ gemeente.
Bron afbeelding: Pin on Bible Verses