‘Maar Jezus zei tegen hen (de Farizeeën): “U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God.“‘ (Uit Lukas 16 vers 15)
Meritocratie: misschien toch ook vrucht van platonisme en calvinisme?
Geciteerd 1: In Nederland heerst volgens Meyer het geloof in een meritocratie. ‘Alles wat je overkomt, is je eigen verdienste. Of je eigen schuld. Door dat geloof kunnen verantwoordelijken wegkijken en elke intellectuele discussie over fundamentele, essentiële, onrechtvaardige verschillen uit de weg gaan. Zelfs het kind dat vandaag geboren is in Heerlen-Noord, had er zelf voor moeten kiezen om bij de ouders weg te kruipen’, zegt Meyer.
Geciteerd 2: Meyer leerde toen twee belangrijke lessen: dat je niet voor anderen moet denken, maar ze zelf vraagt naar hun behoeften en ideeën. En dat ‘ogenschijnlijk kleine overwinningen kunnen leiden tot grote revoluties in de hoofden van mensen’.
Geciteerd 3: Die arbeidersklasse van vandaag noemt Meyer ‘de onmisbaren’. Het gaat hem om de pakketbezorger, de schoonmaker, distributiemedewerker, kassière en de thuiszorgmedewerker. De mensen die het land draaiende houden, maar die bovengemiddeld vaak weinig betaald krijgen en in slechte omstandigheden leven. Mensen die, volgens Meyer, geen toegang tot media, economie en macht hebben.
* Meritocratie (vrij vertaald: geregeerd door degenen die het verdienen) is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk individu is gebaseerd op zijn of haar verdiensten (merites).
Geciteerd 4: Laat die oude verzinsels [of fabels] toch los, waardoor men in de christenheid zulke onderscheidingen heeft gemaakt, haar verdeeld heeft in allerlei geestelijke standen en werken. Vertrap ze met uw voeten! Natuurlijk weet ik ook wel dat in de wereld en in het burgerlijk leven niet iedereen gelijk kan zijn, dáár is de een hoger dan de ander. Echter in het leven en de stand van een christen is dit niet van toepassing, dat gaat daar hoog en ver bovenuit. Daarin is van dit verschil in standen geheel geen sprake. Niets op aarde kan hiermee worden gelijkgesteld. Het verkrijgen van God de Vader en van het eeuwige leven door Jezus Christus is een schat die zo groot en zo hoog verheven is, dat geen mensenhart (1) dat genoeg kan bevatten.
Daarom wordt het door de mensen – en juist ook de (intellectueel, financieel) meer bedeelden onder hen (AJ) – ook moeilijk aangenomen. Men ergert zich eraan, men valt op iets anders aan, op iets wat het verstand kan begrijpen, toestemmen en vasthouden. Voor het verstand blijft deze schat altijd vreemd en verborgen.
Het verstand kan het Evangelie niet voor waar houden en niet hoog achten. Ze kan zich er niet geheel en al op verlaten. Ze voelt en tast het niet. Ze zoekt altijd iets in zichzelf (2), om dat te maken tot haar grond. Iets van zichzelf, waarop ze zich kan beroemen. Zodat ze kan zeggen: ‘Kijk eens wat ik allemaal heb gedaan! (2) En nu hoop ik maar dat God het ook zal waarderen en bewonderen.’ (3)
Opgemerkt: Luther ziet dus geen baat van een groot verstand en een hele theologie – ook niet de ‘ethische theologie’? – (4) voor het verstaan van de boodschap van het Evangelie, dat alleen door het verkondigde Woord en het werk van de Geest in mensenharten gewerkt wordt. Blijkbaar is Maarten Luther door Gods genade een heel goed luisteraar geworden en wat hij uit het Woord (5) heeft mogen horen, dát heeft hij ons steeds weer willen voorhouden/verkondigen.
(1) Daarom zijn we ook aan elkaar gegeven in de gemeente zonder onderscheid in standen en rangen!
(2) In bepaalde gemeenten/kerken wordt je (door het curatorium) zelfs niet toegelaten tot de opleiding voor predikant, wanneer je hen niet eerst allerlei bijzonderheden over wat je bij jezelf gevonden en bevonden hebt kunt vertellen.
(3) En zelfs dit klinkt nog te bescheiden, men durft er zich op te laten voorstaan onder de broeders en zusters – voor zover men deze ook daadwerkelijk door het geloof als broeders en zusters aanvaard/beschouwd, want ook daar ontbreekt het wel/zelfs aan, dan zijn het niet meer dan ‘onbekeerde medekerkleden’ voor/van hen.
(4) Zie artikelen serie in Ecclesia: ‘De rijkdom van de ethische theologie (I-VI)’ waar je blijkbaar de genialiteit (zie VI – slot) van een Johannes Hermanus Gunning Jr. (1829-1905) voor/bij nodig hebt om wetenschap en geloof bij elkaar te houden.
(5) Maarten Luther werd op de Rijksdag van Worms (Duitsland, 1521) noodgedwongen teruggedrongen tot op het Woord en zijn hart (geweten) alleen. Calvijn maakte later op de vergaderde clerus in Lausanne (Frankrijk, 1536) indruk door zijn fenomenale kennis van de theologie van de kerkvaders…
‘Voor het overige broeders en zusters, laat de Heer uw vreugde blijven. Ik heb er geen moeit mee te herhalen wat ik u (al eerder) geschreven heb: het is voor uw eigen bestwil. Pas op voor die honden met hun kwalijke praktijken, pas op voor die versnijdenis (van het Evangelie) van ze! Wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de Geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf, hoewel ik reden genoeg zou hebben om op mezelf te vertrouwen. (6) Als anderen menen dat te kunnen, dan kan ik dat zeker.‘ (Uit Filippenzen 3 de verzen 1-4)
(6) Denk hierbij ook aan Paulus opdracht om niet uit te gaan ‘boven hetgeen geschreven is‘ en zie m.n. ook Paulus woorden in 2 Korintiërs 11-13 en ook het vervolg van het hier geciteerde tekstgedeelte uit Filippenzen 3).
Bron citaten 1-3: De Correspondent – ‘Het gaat te weinig over klasse (of: hoe een magnetron het begin van verandering kan zijn)’ – door Hizir Cengiz (Correspondent Twijfel)
Bron citaat 4: ‘Vrees niet, geloof alleen – Dagboek over het geloof’ – Citaat/meditatie van 30 augustus – Dagboek samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Uitgeverij: Den Hertog BV (Houten)
Bron afbeelding: Biblia-com