‘Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van Zijn geliefde Zoon, Die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.‘ (Uit Kolossenzen 1 de verzen 13-14)
Geciteerd 1: Tegelijk bid ik deze woorden met het oog op de voorlopige gestalte van het Koninkrijk nu. In Christus is dat Koninkrijk op aarde gekomen. Toen de Farizeeërs vroegen waar dat was, antwoordde Hij: „Het Koninkrijk is binnen ulieden.” Dat betekent: „De Koning staat nu midden onder u.” Daar mogen we nu al uit leven.”
Opgemerkt 1: Het probleem van de Schriftgeleerden en Farizeeën was dat ze dat Koninkrijk van God niet ‘zagen’ en anderen verhinderden ze om Jezus (openlijk) te erkennen (zie Johannes 12 : 42-43).
Jezus zegt tegen Nicodemus: ‘Waarachtig (voorwaar, amen) ik zeg u, tenzij iemand wedergeboren wordt kan hij/zij het Koninkrijk van God niet zien’ En ook: ‘Niemand kan het Koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij/zij geboren wordt uit water en Geest.’
Opgemerkt 2: In Lukas 7 lezen we dat wie zich door Johannes de Doper hadden laten dopen (o.a. ook de tollenaars) hulde brachten aan God om wat Jezus hen gezegd had over het Koninkrijk van God, want zo staat er: ‘zij hadden zich immers laten dopen. Maar de Farizeeën en Schriftgeleerden verwierpen de raad van God: zij hadden zich immers niet laten dopen door Johannes.‘ Zij weerstonden het werk van de Geest door de waterdoop van Johannes niet te willen ondergaan en ook door Jezus niet te willen erkennen ondanks alles wat ze over en van Hem hoorden en zagen. Maar het begon dus al bij het minachten van de waterdoop (van Johannes).
Opgemerkt 3: We zullen ons zeker afvragen of Nicodemus na het (blijkbaar liefst geheim gehouden) gesprek met Jezus zich (mogelijk ook in het geheim) heeft laten dopen door de discipelen van Jezus (zie Johannes 3 de verzen 22-30 en 4 de verzen 1-4).
Het is toch ook niet voor niets dat de evangelist Johannes zoveel aandacht geeft in de eerste drie hoofdstukken aan woorden en werk van Johannes de Doper en ook de aandacht van de Farizeeën en Schriftgeleerden voor deze ‘doper in de woestijn’. We horen dat Jezus tegen Nicodemus zegt: ‘”Begrijpt u dit niet, terwijl u een leraar van Israël bent? Waarachtig (voorzeker, amen) ik zeg u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet.”‘ Wanneer onze Heer hier spreekt over ‘wij’ en ‘ons’ dan zullen we zeker te denken hebben aan Johannes de Doper en wat hij getuigd heeft én gezien! – zie m.n. Johannes 1 de verzen 33-34.
‘Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen‘
(Uit Matteüs 6 vers 13)
Bron citaat: RD Kerk & religie – ‘Ds. Koppelaar (HHK) verlangt naar een ontmoeting met de Koning’ – door Maarten Stolk
Bron afbeelding: Sjaak Verboom