‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken?‘ (Uit Matteüs 18 de verzen 21-35)
Geciteerd: Dat God ons vergeving schenkt, is geweldig. Maar dat wil niet zeggen dat het daardoor makkelijk wordt voor ons om anderen hun schuld te vergeven. In het verhaal dat Jezus vertelt over een heer die zijn dienaar een enorme schuld kwijtscheldt wordt dat duidelijk. (…) Daarom antwoord Jezus op de vraag van Petrus hoe vaak je een ander vergeving moet schenken dat je dat zeventig maal zeven keer moet doen. Oftewel: wees vooral ruimhartig in het vergeven van de ander. Werkelijk beseffen dat God jou vergeven heeft maakt het vergeven van de ander lichter.
Opgemerkt: Deze schrijver heeft werkelijk niets (!) van deze woorden van Jezus begrepen! De vergeving die God ons schenkt noodzaakt ons om ook anderen te vergeven. Het is door Gods volmaakt vergevende liefde (1) voor ons zelfs een voorwaarde geworden (namelijk om ook anderen onvoorwaardelijk te vergeven) en wanneer we dan toch nalaten die ander te vergeven, dan wordt onze schuld zo groot (groter nog dan de daarvoor kwijtgescholden enorme schuld) dat dit beslist niet zonder consequenties kan en zal blijven. De dienaar wordt gevangen gezet – zij of hij raakt door die onwil verstrikt en gevangen en raakt daardoor de eigen vrijheid kwijt! – en dat duurt tot hij of zij haar/zijn Heer al het verschuldigde ‘betaald’ heeft. En dat moment breekt pas aan als zij of hij die ander van harte vergeeft!
(1) Zie Matteüs 5 vers 48.
Leestips: Matteüs 5 : 43-48, 6 : 7-14 en 18 (geheel!) en Lukas 6 : 20-40, en 18 de verzen 9-30.
Zie ook: Ruimhartig of volmaakt? (I)
‘Want als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven. Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven.‘ (Uit Mattheüs 6 de verzen 14-15).
Bron afbeelding: Salford Cathedral on Twitter