Over kinderen aan het Avondmaal en verondersteld geloof…

Ik spreek tot verstandige mensen, dus u kunt wat ik nu zeg naar waarde schatten. Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het Lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één Lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene Brood.’ (Uit 1 Korintiërs 10 de verzen 15-17)

Geciteerd 1: Waarom wil men dan toch kinderen aan het avondmaal? De hervormde predikant H. Visser uit Katwijk aan Zee merkte daarover in 1989 in het Gereformeerd Weekblad op: „Eigenlijk op grond van een verondersteld geloof. Een uiterst gevaarlijke weg.” Een weg waarin het volgens hem uiteindelijk alleen nog om de verbroedering onder de mensen onderling gaat, maar waarbij het wezenlijke van het offer van Christus om zondaren te verzoenen uit het zicht verdwijnt. En zal dat geen gemis zijn voor degenen die zichzelf vanwege hun zonden mishagen, maar begeren hoe langer hoe meer hun door de Heilige Geest geschonken geloof te sterken en hun leven te beteren?

Opgemerkt 1: Wij gelovigen uit de Reformatie hebben uit Gods Woord begrepen dat we niets hebben te veronderstellen. Veronderstellen vraagt om oordelen of beter: om ons oordeel voorlopig maar uit te stellen. Maar Gods Woord vraagt ons niet om te oordelen (vroeg of laat), maar vraagt ons om geloof. En dat begint al bij de Doop van onze kinderen. Wij nemen bij de Doop Gods Woord en Gods beloften voor waar aan, vandaar dat we ook zeker weten – het geloof is toch het zekere weten van de dingen die we niet zien! – dat onze kinderen de heilige Geest geschonken is en wordt en daarom kunnen we ook (even later) hun heel prille geloofsuitingen zien en aanvaarden als het werk van Gods Geest in hun hart en (kinder)leven.

Opgemerkt 1b: Het is juist het (ongeloofs!) werk van de nadere reformatie theologen om ouders en de gemeente vanuit hún theologie los te weken/preken van Gods beloften en om daar dan het oordelen van de mens over zichzelf en over anderen voor in de plaats te stellen. En daarmee is en wordt de gemeente van Jezus Christus weer helemaal teruggeplaatst in de onzekerheid zoals we die ook vonden en vinden in de Rooms Katholieke kerk. Niet Gods Woord en de ons in en om Christus’ wil daarin toegezegde beloften vormen dan het ene Fundament van ons geloof, maar allerlei bevindingen waar wij verhaal van en over kunnen doen. Als we dan ook nog eens intellectueel begaafd en welbespraakt zijn dan kan en wil dat best indruk maken. We lazen daar onlangs nog weer over in het vakantieverhaal van ds. D. E. van de Kieft (GerGem Urk) in het RD.

Geciteerd 2: In zijn Institutie wijst Johannes Calvijn in paragraaf 16.30 in dat kader op het grote onderscheid tussen doop en avondmaal. Uit alle nieuwtestamentische gegevens, zoals 1 Korinthe 11, blijkt daarbij dat alleen zij aan het avondmaal mogen deelnemen die in staat zijn om het lichaam en het bloed van Christus te onderscheiden, hun geweten te onderzoeken, de dood van de Heere te verkondigen en te bedenken wat de kracht daarvan is. Willen we het nog duidelijker gezegd hebben dan de apostel doet? vraagt Calvijn zich af: „De besnijdenis, die zoals bekend correspondeert met onze doop, was voor kinderen bedoeld. Het Pascha, waarvoor bij ons het avondmaal in de plaats gekomen is, liet niet iedereen zonder onderscheid als deelnemer aan de maaltijd toe.”

Opgemerkt 2a: Toch weerspreekt het vieren van de maaltijden, zoals het daar toeging bij de Korintiërs, Calvijn’s conclusie. Men was daar blijkbaar als pas bekeerde en gedoopte leden direct al gaan meedoen aan de vieringen van de maaltijden en dat blijkbaar zonder dat men het onderwijs over het op gepaste wijze vieren van het Avondmaal al helemaal goed ontvangen en begrepen had. In deze ‘zuigelingengemeente’ liet men dus pas bekeerde en gedoopte leden al toe om het Avondmaal mee te vieren, en men vroeg aan Paulus om hen hier nog maar (weer een keer) nader onderwijs over te geven. En dat doet Paulus dan ook in 1 Korintiërs 11. Maar ook in de eerste gemeente te Jeruzalem en elders zal de praktijk niet anders geweest zijn. Ook daar moesten de apostelen en hun medewerkers de gemeenten nader onderwijs geven over hoe het Avondmaal op een gepaste wijze te vieren met elkaar, al had men direct iedereen toegestaan om aan de maaltijden mee te doen.

Opgemerkt 2b: Dat ‘nader onderwijs’ van Paulus in 1 Korintiërs 11 geeft ons wel aanleiding om het beslist geen verkeerd, maar juist een goed en terecht, kerkelijk gebruik te vinden/noemen om kinderen/jongeren – hoewel ze op grond van hun Doop en geloof een zeker Bijbels(!) recht hebben op deelname aan de Avondmaalsvieringen – eerst nog nader te onderwijzen en belijdenis van hun geloof te laten afleggen in het midden van de gemeente, alvorens ze ook deel te laten nemen aan de viering van het Avondmaal.

Bron citaat: RD Opinie – ‘Waarom kunnen kinderen niet aan het heilig avondmaal deelnemen?’ – door ds. W.L. van der Staaij (1)

(1) De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk te ’s-Gravenhage-Scheveningen.

Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij/zij het brood eet en uit de beker drinkt, want wie eet en drinkt en niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn/haar veroordeling af over zichzelf.‘ (Uit 1 Korintiërs 11 de verzen 28-29)

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s