‘Al wie zich rein van hart en handen tonen,
zullen mij dienen, mogen bij mij wonen,
terwijl ik toornig de bedriegers wijs
uit mijn paleis.’
(Uit Psalm 101 het 5e vers, Berijming 1967)
Goed lezen, herlezen en interpreteren van de Bijbel een ‘duivelskunst’?
Geciteerd: De drieduizend jaar oude geschiedenis van de ongeoorloofde relatie tussen David en Bathseba was deze week in de VS een trending topic op Twitter. (…) Welke les kunnen we trekken uit dit Twitterdebat? Volgens de Nederlandse oudtestamenticus Koert van Bekkum deze, dat “goed lezen een kunst is”, terwijl uit de in de VS gevoerde discussie tevens blijkt “hoe eigen vooroordelen over m/v je in dat lezen kunnen hinderen.”
Zie hieronder mijn commentaar bij hier eerst genoemde punten uit het artikel:
1. ‘Overweldigende machtspositie’
2. ‘Openlijk baden’
3. ‘Bevel om naar hem toe te komen’
4. ‘Batseba treft geen blaam’
5. ‘Verkrachting’
6. ‘dat „goed (Bijbel)lezen een kunst is”’
7. ‘exegese van 2 Samuël 11 ontsnapt blijkbaar niet aan extreme partijvorming.’
Opgemerkt 1: ‘Overweldigende machtspositie’. Valt daar niet nogal heel wat op af te dingen. David was een Godvrezend koning en er waren toch ook (Bijbel)wijze (machtige) mannen aan David’s hof en ook een profeet Nathan. David had geleden onder het machtsvertoon van koning Saul en leden van zijn hof en om hem heen was er ook altijd nog intrige en gekonkel genoeg (blijkt wel uit verhalen en Psalmen) om te beseffen dat David aan zijn hof, maar ook bij de officieren en soldaten en het gewone volk, geen Oosters despoot met absoluut gezag was (kon zijn), waarvoor iedereen vreesde.
Was David niet als jonge held binnengehaald – misschien heeft Batseba wel meegezongen met de meisjes die koning Saul en David binnen haalden (en misschien wel ervan gedroomd met zo’n held getrouwd te zijn). En later schaamt David zich er niet voor om tussen het ‘gewone volk’ zingend en dansend Gods ark Jeruzalem binnen te halen. En Psalm 101 en 139 (zie m.n. ook de slotverzen) worden aan hem toegedicht.
Opgemerkt 2: ‘Openlijk baden’. In het artikel wordt het woord bespieden gebruikt. Maar het kan natuurlijk een toevallige waarneming zijn geweest waarop een mannenoog dan met welgevallen blijft rusten. (1)
Opgemerkt 3: ‘Bevel om naar hem toe te komen’. David zal de tijd genomen hebben om een goed plan te maken en zal mogelijk Batseba hebben laten uitnodigen voor een gesprek in zijn paleis (mogelijk met als reden om haar als vrouw van één van zijn officieren in te lichten over de oorlog en om haar te bemoedigen). Het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat Batseba toch geen onbekende van David was als echtgenote van officier Uria. Waren er in die tijd misschien ook al (feestelijke) bijeenkomsten in het paleis of bij de offerdienst waar officieren en hun echtgenotes ook verschenen?
Opgemerkt 4: ‘Batseba treft geen blaam’. Ook dat kunnen we niet afleiden uit wat we wel weten. We weten niet hoe de conversatie tussen David en Batseba verlopen is en of David ook maar enig machtsmiddel heeft moeten gebruiken om Batseba welwillend te maken… We lezen wel dat Batseba David laat berichten over haar zwangerschap. Het lijkt me toe dat ze toch ook hierover in haar omgeving mensen had kunnen aanspreken, bijv. haar schoonvader Achitofel.
Opgemerkt 5: ‘Verkrachting’ Ook wat we later nog weer lezen over de relatie van Batseba en David doet niet vermoeden dat Batseba zich als een door David overweldigde vrouw voelt en gedraagt. Ze laat zich troosten en ze kiest ook later niet de kant van David’s tegenstanders. Ten tijde van de staatsgreep van Absalom en Achitofel lijkt het er toch echt op dat het met David’s koningschap was gedaan. Zullen we er maar vanuit gaan dat God haar een Godvrezend en gelovig hart gegeven heeft om in al die omstandigheden een door God gewenst houding aan te nemen tegenover zondaar koning David, wetend dat ze zelf ook een zondig mens was (geweest?) en bleef? Was dat zondenbesef niet ook kenmerkend voor David, tenminste wanneer we zijn boetpsalmen lezen, dan horen we daar toch van!
Opgemerkt 6: ‘Goed Bijbellezen een kunst’. Wij zullen toch de geschiedenissen van David lezen in het licht van het Nieuwe Testament, het licht dat onze Heer Jezus Christus ons schonk door Zijn onderwijs en optreden. Dan leren we toch dat we nauwelijks tot geen redenen ons in handen gegeven worden om allerlei gradaties* in zonden te willen zien en maken en om onze verwijten en (tucht/straf)maatregelen dáár op af te stemmen (2). Ook de apostelen hebben dat in hun onderwijs en optreden duidelijk gemaakt. Zo’n beetje op het laatst horen we dat van Jakobus nog weer. En ook Johannes vraagt om vergevingsgezindheid jegens elkaar en om gebed voor elkaar. Alleen voor ‘zonde tot de dood’ vraagt hij niet om te bidden. Dat moet dan wel de zonde tegen de heilige Geest zijn, het bewust ontkennen van onze Heer Jezus als de Zoon van God, zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden deden. Zo iemand laten we over aan het oordeel van God Zelf. Misschien op een manier zoals Paulus die beschrijft in 1 Timoteüs 1 de verzen 16-20?
* Hierover hoop ik binnenkort nog meer te schrijven n.a.v. een artikel van dr. Maarten Klaassen in het laatste nummer van Protestants Nederland (jrg 86/#3/juli 2022).
Opgemerkt 7: ‘exegese van 2 Samuël 11 ontsnapt blijkbaar niet aan extreme partijvorming’. Juist die partijvorming geeft aan dat er blijkbaar wat schort aan ons begrijpen en toepassen van het Nieuw Testamentische onderwijs, dat ons toch het roemen in mensen afleert en ons leert in te zien wat Paulus de gemeente(n) onderwijs in de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief, in beide brieven aan de Korintiërs, en m.n. ook in Galaten 2 de verzen 15-21.
(1) We zullen David niet kunnen zien als een als een man die, om aan zijn trekken te komen, badende vrouwen begluren moest. Batseba kan zich ‘onbespied’ gewaand hebben, want David had als koning niet eerder al (veel) tijd en gelegenheid gehad om van zijn ‘paleisbalkon’ te genieten en misschien had ze voor ze aan het baden begon zich er wel van vergewist dat er geen ‘toeschouwers’ waren en werd dat uitzichtspunt van het paleisdak niet eerder ‘benut’.
(2) We zullen deze zonde van David met Batseba niet gelijkstellen aan de zonden van voorgangers die jarenlang hun positie gebruikt hebben om intieme en/of ongewenste contacten met vrouwen (of mannen en kinderen) te onderhouden of op andere gebieden de fout in zijn gegaan. Dat in bepaalde gevallen zulk soort voorgangers voor hun leven uit het ambt worden gezet lijkt me terecht.
Bron citaten: RD Kerk & religie – ‘Waarom David en Bathseba in de VS trending zijn op Twitter’ – door
Addy de Jong
Bron afbeelding: Christelijke blogs – uCoz