‘Het is de Heer die over mij oordeelt. Houd dus op te oordelen…’
(Uit 1 Korintiërs 4 uit de verzen 4 en 5)
Geciteerd 1: Later zag ik dat ”niets bijzonders” heel bijzonder was. Want ik leefde ook onder geestelijke bedauwing; een vader en moeder die Gods Woord onderwezen én voorleefden. De wekelijkse gang naar de kerk, naar catechisatie, naar school. Vraag je me wanneer God in mijn leven kwam, dan zeg ik: rond mijn 20e. Tegelijk zie ik achteraf zeker eerder momenten van bewaring, van Gods spreken en van geestelijke indrukken.”
Opgemerkt 1: We lezen van de Psalmdichters en bijvoorbeeld ook van Paulus een heel andere belijdenis!
Geciteerd 2: God was als het ware nergens te bekennen. Toch wel. Als antwoord op mijn bidden klonk het met kracht: „Vervloekt…!” (Galaten 3:10). Zondebesef en schuldgevoel groeiden. Maar ook dat heimwee en die liefde naar God werden sterker. Het duurde voor mijn gevoel een onmogelijk lange tijd. Ja en nee, op en neer, wel en niet. Totdat de Heere alles van mij afsneed en het mocht klinken in mijn hart: „En deze, welke de satan nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van deze band?”
Opgemerkt 2: Dan moeten we toch echt de conclusie trekken dat deze predikant niet gelooft dat hij, toen hij gedoopt werd, met en door Jezus begrafenis ook in de dood begraven werd en dus losgesneden van de vervloeking, die vanwege de zonde en de boze op ons lag, en toen ook met Christus opgestaan om een nieuw leven te leiden. En dat niet pas nadat hijzelf door allerlei belevingen en indrukken kon menen dat – wat hem dus al met en door de Doop geschonken was – nu eindelijk ook op zichzelf van toepassing mocht laten zijn.
Blijkbaar heeft hij niet met het gelovig belijden van dat eerste (namelijk gelovig zijn Doop aanvaarden), maar met dat latere (persoonlijke belevingen en indrukken) genoeg indruk kunnen maken op het curatorium van de GerGem om toegelaten te worden als student voor de predikantenopleiding…
Wat zitten er in dat curatorium toch bijzondere mensen. De apostel Paulus heeft ons toch duidelijk laten weten dat hij zich met zulk soort mensen niet kon meten, maar ook dat hij (en wij!) zich niets van het soort oordeel van zulke mensen hoefde (hoeven) aan te trekken…
‘Maar hoe u of een menselijke instelling over mij oordeelt interesseert me niet en hoe ik over mezelf oordeel telt evenmin.‘ (Uit 1 Korintiërs 4 vers 3)
Opgemerkt 3: Belijdenis doen, dat is gelovig je Doop aanvaarden en belijden. Dat leerden je ouders je al thuis en je mocht het ook steeds weer samen met heel de gemeente (leren) belijden wanneer er weer een kindje (of volwassene) gedoopt werd in het midden van de gemeente.
En dat blijven aanvaarden en belijden – je leven lang – dat kost strijd en daarom kan je niet zonder de wekelijkse samenkomsten van de gemeente, waar Gods Woord – het Evangelie! – je steeds weer verkondigd wordt en waar je ook steeds weer de bediening van de sacramenten mag horen en zien (Doop) en ontvangen (Avondmaal) en daarbij hebben we ook dagelijks te leven van Woord en gebed.
NB. Heel ernstig en verdrietig dus wanneer ze je van het Avondmaal zouden afhouden omdat je nog niet genoeg bevinding kunt hardmaken. We worden heus niet voor niets opgeroepen om aan de viering van het Avondmaal deel te nemen als gelovigen.
Opgemerkt 4: Wanneer we op het zand van onze bevindingen ons geloof bouwen, dan kunnen we als predikant aan anderen een huis tonen dat best indruk maakt, maar je helpt anderen er niet mee hun geloof te bouwen op het enige fundament en dat is het Woord van God, dat ons in niet mis te verstane woorden leert wat onze Doop betekent. Het is om heel verdrietig van te worden dat men in reformatorische kerken aan dat soort bevindelijkheid wil vasthouden en de mensen leren. Durf zeker het vergelijk aan met wat Luther zei over de verblinding van de RK-leiders van zijn tijd, die niet bereid waren om de Bijbelse leer van de rechtvaardiging door geloof te aanvaarden.
Bron citaat: RD Mens & samenleving – ‘Rust is voor ds. D. E. van de Kieft even niet lezen’ – door Aad van Toor
‘U allen die door de Doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.‘ (Uit Galaten 3 vers 27)
Bron afbeelding: DailyVerses-net