Aan het enige grote werk niet toekomen…*

* Oftewel: aan de twee voornaamste geboden niet toekomen.

De Farizeeër staande, bad dit bij zichzelven: O God ik dank U dat ik niet ben gelijk de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers, of ook gelijk deze tollenaar.‘ (Uit Lukas 18 het 11e vers)

Geciteerd: God oordeelt over de daden van mensen zó onbegrijpelijk en wonderlijk, dat soms iemand die arm is en waar niemand van weten wil, verborgen in zijn huisje, de meeste en de beste werken doet door slechts God te danken als het goed met hem gaat óf Hem weer vol vertrouwen aan te roepen als het slecht met hem gaat.
Hij doet daarmee meer en betere werken dan een werkheilige, die veel vast, bidt, kerken bouwt, heilige plaatsen bezoekt en zich hier en daar met goede daden vermoeit. Hierbij kan het zo’n dwaas overkomen dat hij veel over zichzelf praat, en alleen maar oog heeft voor zijn eigen grote werken en zó verblind is, dat hij het enige grote werk, God loven en prijzen, nooit gewaarwordt.
God loven en prijzen is in zijn ogen maar een klein ding, vergeleken met zijn valse inbeeldingen over de door hemzelf bedachte werken, waarin hijzelf meer behagen heeft dan God. Hiervan geeft ook de gelijkenis van farizeeér en de tollenaar in de tempel een voorbeeld.
Want de zondige tollenaar roept God aan in zijn zonden en vervult daarmee juist de twee voornaamste geboden, het geloven en loven van God. De ‘vrome farizeeër’ (huichelaar/toneelspeler) mist zowel het ene als het andere werk en loopt te pronken met de zogenaamde goede werken, waardoor hij zichzelf wél, maar God niet eert, en zijn vertrouwen meer stelt op zichzelf dan op God.

Bron citaat: ‘Maarten Luther – Vrees niet, geloof alleen – Dagboek over het geloof’ – Samengesteld, ingeleid en vertaald door H.C. van Woerden sr. – 2019 Den Hertog BV., Houten
(Citaat/overdenking van 5 juni – ‘De farizeeër en de tollenaar’)

Terwijl Petrus nog aan het Woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn verkondiging luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook de heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen.‘ (Uit Handelingen 10 de verzen 45-46)

Bron afbeelding: Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s