Niet een synode* maar Gods Woord…

Want voor u is de belofte en voor uw kinderen…’
(Petrus in Handelingen 2 uit vers 39)

Geciteerd 1: Aan het heil van mensen gaat Gods verkiezing vooraf, zeggen alle gereformeerden sinds de Synode van Dordrecht (1618-1619). Daarom is de kinderdoop zo belangrijk: God kiest ons voordat wij Hem kiezen. Het klassieke gereformeerde doopformulier (dat wonderlijk genoeg in de ‘GerGeminNed’ nog steeds bij iedere doop wordt voorgelezen) vertelt dat God in de doop ‘met ons een eeuwig verbond der genade opricht, en ons tot zijn kinderen en erfgenamen aanneemt’. Tegelijk heeft iedere kerk de ervaring dat niet alle gedoopten bij het geloof blijven. Wat betekent hun doop dan?

Opgemerkt 1: Het is nog altijd hetzelfde probleem als in het paradijs: Vertrouwen we God op Zijn Woord of niet. En hoe het dan zit met gedoopt zijn – als kind of als volwassene – en iemand alsnog zijn/haar geloof verliest? Dan hebben wij niet te redeneren, maar het oordeel over zo iemand aan God over te laten. Overigens is dat voor iedereen de opdracht: oordeelt niet. En dat niet oordelen betreft nu met name ook dat oordelen over het wel of niet behouden (wel of niet wedergeboren) zijn van iemand.
Wat we altijd mogen doen is de ander oproepen/aansporen om te leven uit het geloof en dat met woord en daad. En natuurlijk mogen we elkaar aanspreken op wat Gods Woord ons onderwijst over de praktijk van ons eigen leven en dat van ons gemeentelijk/kerkelijk leven en daar kunnen we mogelijk flink van mening verschillen, maar dat hoeft niet te leiden tot het oordelen over iemands staat/behoud.
En dan houdt God ons in Zijn Woord ook nog voor dat Zijn gedachten en wegen hoger zijn dan onze wegen. Dat geeft ons mensen allemaal reden om ons bescheiden te houden aan wat God ons wel in Zijn Woord heeft geopenbaard. En het belangrijkste daarvan is toch nog altijd: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Daar komt in de praktijk maar weinig van terecht. Zelfs onder ‘de beste’ christenen!

Geciteerd 2: Ik geloof dat doop geen teken is maar een daad. Een daad dat volgt op bekering koppie onder!
Opgemerkt 2: Sinds wanneer heeft een menselijke daad Goddelijke zeggingskracht? Wat bij de Doop in Gods Naam gezegd wordt, dat heeft zeggingskracht, wat mensen doen, sprenkelen of kopje-onder niet!

Opgemerkt 3: Misschien helpt dit ook nog. Paulus woorden uit 1 Korintiërs 13 maar dan toegepast op besprenkelen of kopje-onder bij de Doop. Al liet ik mij besprenkelen en ging ik later ook nog kopje-onder bij de Doop, wanneer ik de Liefde (Christus) niet heb, dan baatte mij dat niets. Maar hoe ontvangen wij dan Christus? Door God te geloven op Zijn Woord. Dat geldt voor volwassenen, maar niet minder voor onze kinderen. Wij zijn thuis niet met onze kinderen aan het wachten tot ook zij het besluit nemen om zich te bekeren en te laten dopen. Nee, ook van onze kinderen wordt gevraagd dat ze God geloven op Zijn Woord en dat kunnen we alleen (volhouden) wanneer we leven van Woord en gebed in onze gezinnen. En we weten dat het gebed om de heilige Geest zeker wordt verhoord! En wie dat niet gelooft, die moet nog maar eens Jakobus 1 lezen om te horen wat zo’n bidder verwachten mag…

* Maarten Luther schreef het volgende:

Geciteerd 3: ‘Hoewel ik mensen ken die mijn povere arbeid gering achten en zeggen dat ik alleen maar traktaatjes en Duitse preken maak voor eenvoudige leken, laat ik mij daardoor toch niet ontmoedigen. (…) Ik wil van harte en met genoegen iedereen de eer gunnen grotere dingen te doen dan ik doe, en zal mij echt niet schamen om voor eenvoudige leken in het Duits te preken en te schrijven. Als wij tot nu toe meer ons best gedaan hadden Duits te gebruiken, en het ook voortaan wilden doen, zou dát voor de algemene Christenheid nuttiger zijn dan al die hoogdravende boeken en strijdvragen, die op de hogescholen alleen onder geleerden behandeld worden. Voor mij is het genoeg, ja, meer dan genoeg, dat hier en daar enkele leken mijn preken en geschriften willen lezen – en dat die zich dan ook verootmoedigen uit de grond van hun hart.

Geciteerd 4: Zonder twijfel houden velen het ervoor, dat zij alles al ontvangen hebben als ze hun ellende kennen – ja, als het alleen over het verstand ging: ik weet dat ik een kind van de duivel ben. Maar daar hoort nog veel meer bij, want u ziet hoe afvallig zij worden die veel spreken en schrijven over hun zonde. Ons leven lang hebben we deze stukken te leren, want een christen is die mens, die in de eerste plaats zichzelf kent [door het gebod], in de tweede plaats zich aan Christus houdt [door het geloof], en in de derde plaats goede werken doet [door de liefde]. Welke werken dat zijn, leren de Tien Geboden. Wat daartoe nodig is te bidden, leert het Onze Vader. Dat zijn de drie stukken die een mens tot christen maken.

Geciteerd 5: De volgorde die Luther hier noemt, komt dus geheel overeen met de hoofdlijn van de Heidelbergse Catechismus: Gebod, Geloof, Gebod en Gebed. Opmerkelijk is ook dat Luther hier de Tien Geboden (gebod) en het Onze Vader (gebed), net als de Heidelberger samenvoegt.

Opgemerkt 4: Heel waar en mooi is daarom dat het onderwijs van de Heidelbergse Catechismus begint met te belijden dat wij – als gedoopte gemeente van onze Heer Jezus Christus, jong en oud – eigendom zijn van Hem ‘Die met Zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost heeft, en mij zodanig bewaart en beschermt, dat zonder de wil van mijn hemelse Vader, geen haar vallen kan, ja ook, dat alle ding tot mijn zaligheid dienen moet, waarom hij mij ook door Zijn heilige Geest van het eeuwige leven verzekert en bereid maakt om van harte en gewillig voor Hem alleen te leven.’ (Zie Zondag 1 vraag en antwoord 1 en ook vraag en antwoord 2).

Bron citaat 1: Nederlands Dagblad – ”De doop is een teken van Gods beloften voor jou – maar niet volgens deze reformatorische kerk” – door Dick Schinkelshoek
Bron citaat 2: Laurens de Vries in een reactie op bovengenoemd artikel (op FB).

Bron citaten 3-5: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de Heidelbergse Catechismus’ – Samen gesteld door Hugo van Woerden sr.

Onderzoek bij uzelf of u vast op God vertrouwt, stel u zelf op de proef. U weet toch dat Jezus Christus in u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan. Hopelijk begrijpt u wel dat dit voor ons geldt. Wij bidden God dat u het kwade nalaat, niet om te bewijzen dat wij geslaagd zijn, maar omdat u het goede moet doen, ook al zouden wij mislukt zijn. Wij kunnen ons niet tegen de waarheid verzetten, wij kunnen ons er slechts voor inzetten. Het verheugt ons werkelijk dat wanneer wij zwak zijn, u zo sterk bent: wij bidden ervoor dat u zich zult beteren. Ik ben nu niet bij u, maar ik schijf u dit alles om bij mijn bezoek niet streng te hoeven optreden, want het gezag dat de Heer mij heeft gegeven is bedoeld om op te bouwen, niet om af te breken.’ (Paulus in 2 Korintiërs 13 de verzen 5-10)

Bron afbeelding: Pinterest (Pin on Scriptures)

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s