Geen QR-code op basis van ‘geestelijke DNA-onderzoek’ gevraagd…

‘”Heer spaar u de moeite, want ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt“‘ (Een Romeinse centurion aan het woord in Lukas 7 vers 6)

‘“U weet dat het Joden verboden is om met niet-Joden om te gaan en dat ze niet bij hen aan huis mogen komen.”’ (De apostel Petrus aan het woord in Handelingen 10 vers 28)

Opgemerkt 1: Geen verbod uit het Oude Testament, maar een regel die was ontstaan in de Joodse traditie. Dit verbod was dus een vorm van ‘religie-hoogmoed’ van de Joden, die in Jezus’ tijd met name door de Farizeeën en Schriftgeleerden verkondigd en in praktijk gebracht werd, maar waaraan de tollenaars zich blijkbaar niet stoorden en dát was, veel meer nog dan hun wangedrag op financieel gebied, oorzaak van het gemeden en geminacht worden door hun Joodse volksgenoten.

Opgemerkt 2: Een reden, om nog weer aandacht te geven aan het – ten onrechte! – in de Romeinse centurion (zie deze blog n.a.v. Lukas 7 de verzen 6-7) een om zijn zonden bekommerd mens te willen zien, is niet alleen gelegen in het feit dat het juist de hoogmoed van de Joden was, die maakte dat deze Romein (als ‘heiden’) zich zo terughoudend opstelde en zich niet waardig achtte om Jezus in zijn huis te ontvangen. Er is namelijk ook nog reden gelegen in het feit dat we kunnen zeggen, dat een bepaald soort ‘religie-hoogmoed’ zich manifesteert in het op een bepaalde manier aan ons voorhouden, dat wij toch eerst een om eigen zonden bekommerd mens moeten zijn geworden, om ons het heil te kunnen en mogen ‘toe-eigenen’.

Opgemerkt 3: We kunnen dat zelfs ook nog ontdekken in het elkaar voorhouden van woorden als ‘dat bij ons eerst het kwartje gevallen moet zijn’. We kunnen dat de gelovige kinderen en ook volwassenen in de gemeente allemaal best aanpraten en dat is de laatste decennia binnen onze eigen gemeenten (NGK-gemeenschap) helaas beslist ook gebeurd. Want, anders dan vroeger de gewoonte was, verwacht men nu van belijdenis-catechisanten dat ze ons ook een ‘eigen geloofs- of bekeringsgetuigenis’ kunnen vertellen. Oudere gemeenteleden hoorde ik daar zelfs wel hoog van opgeven, terwijl ze denigrerend spraken over de manier waarop ze zelf vroeger ‘als vanzelfsprekend’ belijdenis deden bij afronding van het catechisatie-onderwijs. Maar juist dat laatste is zo helemaal naar Gods Woord en Gods liefdevolle Vaderwil!

Onze kinderen worden namelijk opgevoed bij de waarheid, zoals die ons verkondigd wordt in en door Gods Woord, en zoals die ook al aan hen betekend en verzegeld werd bij de Doop. En die waarheid die wordt niet pas waar wanneer wij daar zelf over gaan nadenken, maar die blijft gewoon waar, ook wanneer we daar soms aan twijfelen. Denk aan kinderen in een gezin, die altijd gehoord en aanvaard hebben dat ze uit hun eigen vader en moeder geboren kinderen zijn. Met die waarheid zijn ze opgegroeid en we gaan hen niet eerst helpen om daar aan te twijfelen door van hen te vragen ‘of het kwartje inmiddels gevallen is’. Nee, ouders lieten en laten hen in alles merken dat ze hen altijd liefdevol de waarheid verteld en voorgeleefd hebben en dat er geen enkele reden is om daaraan te twijfelen en kinderen gaan met dat vertrouwen ook het volle leven in op weg naar hun volwassenwording.

Zó mag het nu precies ook gaan in de gemeente van Jezus Christus en juist daarom is ook de Doop ons geschonken! We hoeven niet eerst zelf een ‘geestelijk DNA-onderzoek’ uit te voeren (als ‘zelftest’) of te laten uitvoeren door deskundigen (als ‘pcr-tst’) om te bepalen van Wie wij nu eigenlijk kinderen zijn! Gód Zelf staat daar met Zijn Woord en Geest en onze Doop* garant voor. Maar helaas zijn er genoeg kerken/gemeenten waar ‘dat onderzoek’ de jeugd wel wordt ‘aangepraat’ en dat met de schijn van Gods Woord en Gods wil hierin na te spreken. En er staat de gelovigen een al eeuwenoud tuighuis met Bijbelteksten en ook een arsenaal aan boeken met godsdienstige redeneringen ter beschikking om deze opvattingen te kunnen blijven verkondigen vanaf de kansels, de podia en in de huizen…

* Zie de Doop maar als ons geboortebewijs van de hemelse burgerlijke stand – zie o.a. Filippenzen 3 vers 20 en Kolossenzen 2 de verzen 11-15. Onze Drie-enig God (niet wijzelf!) staat garant voor de geldigheid ervan en dus heeft niemand reden om aan de geldigheid ervan te twijfelen.

Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel en van daar verwachten wij onze Redder, de Heer Jezus Christus. Met de kracht waarmee Hij in staat is alles aan Zich te onderwerpen, zal Hij ons armzalig lichaam gelijk maken aan Zijn verheerlijkt lichaam.‘ (Uit Filippenzen 3 de verzen 20-21)

Bron afbeelding: Pinterest (Pin on The Word)

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s