Geloven meer dan denken over het geloof…

Voor ik vernederd werd, tastte ik mis, nu houd ik mij aan Uw Woord
(Uit Psalm 119 vers 67)

Tussen de strijd van mensen die het wat kalmer aan willen doen en die zelf eigen vernieuwingen in de liturgie en het godsdienstonderwijs willen aanbrengen, heerst een zekere spanning en daar wil ik het eens over hebben. Want laatst maakte ik een debat mee, over geloofszaken, en met name over de richting, die de zoekenden onder de christenen, die door de voorzitter met progressief aangeduid werden, als de juiste zagen.
Het is op dit ogenblik niet de juiste plaats om op het vele dat deze avond gezegd is in te gaan, dan zou ik hier de hele avond zitten, één opmerking is me echter bijzonder bijgebleven, en die past juist in het kader van deze kleine voordracht.

Er stond in de zaal een man op en die zei dit: ‘eenvoudige gelovigen’, zij hij, ‘simpele gelovigen, die over al deze problemen niet nadenken en gewoon doorgaan met bidden en naar de kerk gaan, die beschouw ik niettemin als goede christenen’. Kijk dat wordt mij te dol. De opmerking was breed bedoeld, maar in feite zit daar een geringschatting in. Het geval doet mij denken aan een gebeurtenis, die ik ook eens heb meegemaakt bij een gelegenheid, ik zat toen in een kamer waar het antisemitisme ter sprake kwam, en iemand zei toen royaal: ‘Ik beschouw de Joden volledig als mensen’, – maar zo’n man is antisemiet. Hij weet dat niet, maar hij is het. Hij stelt namelijk een evidente waarheid als iets betwistbaars voor. Hij is als een deskundige die eerst een axioma (1) nog bewijzen wil. Het ongepaste van zulk soort beweringen zit niet hierin dat ze onjuist zijn, maar dat een bewering, die door ieder als vanzelfsprekend aanvaard wordt, in de discussie betrokken wordt.

Zo is het ook met die christenen die rustig doorgaan in de oude trant. Hierover met een zekere welwillendheid te spreken is niet alleen ongepast, het is ook bijzonder hoogmoedig. Kijk eens, werkelijk geloven is altijd nog meer dan denken over het geloof. Voor mensen aan wie het eerste ontnomen is, het geloof, maar die althans het laatste nog doen, het denken en het praten, in een eerlijke poging het verlorene een nieuwe gestalte te geven, voor zulke mensen heb ik diep respect. Maar, zij moeten wel bedenken dat zij zoeken naar iets, dat de ander behouden heeft. Zodra zij de reflectie op het geloof hoger stellen dan de beleving ervan, wordt het een intellectueel spel. Dit zoeken, dacht ik, dient als een persoonlijke nood ervaren te worden.

De begeleidingsverschijnselen waaraan men die gesteldheid herkent zijn allereerst deemoed om eigen ontoereikendheid en een sterk verlangen om eruit te komen. Dit is lijden aan het geloof. Hierbij hoort dat men degene aan wie dit leed bespaard bleef, eerder benijdt dan welwillend tegemoet treedt. Men vergeet, dames en heren, dat geloven een manier van leven is, waarbij de hele persoonlijkheid betrokken is. Twijfel echter appelleert alleen aan het intellect. Het is, ook al zou men menen verstandelijk superieur te zijn aan een eenvoudig gelovige, toch een kalere vorm van existentie.
Behalve ons kritisch vermogen blijven de andere faculteiten werkloos. Vertrouwen, hoop, liefde en het gevoel in een hogere bedoeling te zijn opgenomen, ze spelen allemaal niet meer mee, en in hun plaats treedt het vermoeden dat de dingen niet meer betekenen dan zichzelf.

De enige gesteldheid om zulk een beproeving te ondergaan is haar ook als zodanig te beschouwen. Dit betekent dat men de twijfel als een fase ziet, waar men doorheen moet om of tot een totale verwerping te komen of tot een nieuw en anders aanvaarden. Wie daartussen blijft theologiseren glijdt gaande weg in de situatie het spel voor de knikkers aan te zien.

Wie de laatste jaren de vele publicaties op dit gebied aandachtig gevolgd heeft, mist daarin wel eens het persoonlijk getormenteerd (gekweld) zijn. Men constateert een zeker behagen in het vernuftig zoeken naar de uiterste grens waardoor men er nog net bij hoort. Dit is het diep (zelf)behagen, waaruit de opmerking voortkomt, die ik zojuist signaleerde.

De crisis waarin de kerken (en haar leden – AJ) zich bevinden kan alleen gezond blijven, wanneer wij ervan afzien deze te versmallen tot de termen conservatief en progressief. Daarvoor aan de politiek ontleende uitdrukkingen laten zich niet straffeloos naar het geloof transporteren. Zij missen daar hun toepasselijkheid, omdat het geloof anders dan de staatsinrichting, ons hele leven raakt. Iemand, die voor het slapen gaan neerknielt en bidt, kan men niet behoudend noemen. Men kan alleen zeggen dat hij iets behouden heeft. En de man die gewoon in bed stapt, is dat kwijt. Het is meen ik, alleen in dit besef dat de dialoog gevoerd mag worden.

(1) Een axioma is in de wiskunde en de logica, sinds Euclides en Aristoteles, een niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering.

Bron citaat: YouTube – Geluidsopname: ‘Godfried Bomans – de eenvoudige gelovige‘ – download van Sjaak Leene

Mijn God zal uit de overvloed van Zijn majesteit elk tekort van u aanvullen, door uw eenheid met Christus Jezus.‘ (Uit Filippenzen 4 vers 19)

Bron afbeelding: Verse of the Day

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s