Godfried Bomans: ‘Wij zijn een volk van juristen…’

Het recht op een eigen voor- en achtertuintje…

Geciteerd: (…) Wij zijn een volk van individualisten. Het gerucht gaat dat wij van alle landen het dichtst bevolkt zijn, maar dat lijkt maar zo. De zaak is dat wij allemaal in onze eigen huisjes wonen. De Nederlander die in een flat woont voelt zich een immigrant. Hij heeft het kenmerk van zijn nationaliteit prijsgegeven, namelijk het recht op een eigen voor- en achtertuintje en de mogelijkheid om de buren van weerszijden te verbieden daar doorheen te lopen. Heimelijk hoopt elke Nederlander dat ze het toch zullen doen, want dan kan hij een proces beginnen. Hij vindt niet zo heerlijk als iets voor de rechter te voeren.

Op elke tien Nederlanders is er één advocaat…

En hier ontmoeten wij een derde eigenschap: we zijn een volk van juristen. Op elke tien Nederlanders is er één advocaat. En die zou rijk zijn als hij zelf niet in processen met eigen buren verwikkeld was. De drassige bodem van Nederland bied weinig houvast en we moeten toch ergens op staan. En daarom staan wij op ons recht. Het is uit dit verlangen naar stevigheid dat een enorme jurisprudentie is opgegroeid.

Buitenlanders staan verbaasd…

Buitenlanders staan altijd verbaasd over het aantal borden en opschriften bij ons waarop te lezen valt dat iets niet mag. Meestal met het wetsartikel erbij. De heimelijke bedoeling daarbij is dat u het niettemin doet. Ergens achter een gordijn staat een Nederlander popelend op dit moment te wachten. En dan holt hij naar buiten en gaat arm in arm met u naar de dichtstbij gelegen rechtszaal, gewoonlijk om de hoek, om eens te kijken wie er nu eigenlijk gelijk heeft.

Hollanders hebben altijd gelijk…

En hier komen we aan de vierde eigenschap: Hollanders hebben altijd gelijk. Als ik in het buitenland ben dan treft mij telkens weer de merkwaardige belevenis dat na een tijdje één van de twee toegeeft en de ander gelijk krijgt. ’t Kan uren duren, maar dat is toch het slot. Ik sta er altijd verbaasd over: bij ons komt dat niet voor. ’t Is mogelijk dat wij Hollanders na een week uit elkaar gaan, maar dat gebeurd niet omdat een van de twee heeft toegegeven, het gebeurd uit hongersnood of uit gebrek aan slaap of eenvoudig door uitputting. Ze gaan ook niet uit elkaar, ze worden door omstanders op brancards weggedragen en overlijden niet zelden onderweg na in hun testament de familie op het hart gedrukt te hebben geen centimeter te wijken.

Je hoort twee monologen…

Je hoort bij ons dan ook zelden discussies in de zin van een gedachtenwisseling. Je hoort twee monologen. Degene die niet aan het woord is staat hoofdschuddend te wachten. Hij luistert niet, hij voelt zich onderbroken. En hij ondergaat deze pijnlijke gebeurtenis alleen in het blije besef dat dadelijk hij weer aan de beurt is.

Wat wij gevoel voor humor noemen…

Maar ook enige kwaliteiten, en één daarvan is het vermogen om ons niet al te ernstig te nemen. Een Hollander lacht graag om het verschijnsel Hollander. Dit lijkt in tegenspraak met wat ik zojuist gezegd heb en dat is het ook. De zaak is gecompliceerd. Telkens en op de meest onverwachte momenten wordt ons latent fanatisme ondergraven door wat wij gevoel voor humor noemen, maar wat in wezen een besef van betrekkelijkheid is. Plotseling en juist op het moment dat een vreemdeling denkt dat twee Hollanders zich voor hun overtuiging levend laten verbranden, komt er een vonkje in hun ogen en valt er een nietig woord, waardoor beiden in lachen uitbarsten en biljarten gaan. Ziedaar de invloed van de zee die langs onze kusten spoelt.

De tegenstelling tussen land en water…

Ziedaar ook de eigenaardige polariteit van Hollanders, waardoor elke inwoners op de messnede van twee uitersten staat: de tegenstelling tussen land en water. Het land is verdeeld in tienduizenden kleine segmenten, ieder met een boerderij in het midden en in die boerderij een man die het weet en absoluut gelijk heeft. Dat is ons sektarisme. Uitvloeisel van ons door ontelbare sloten doorsneden landschap.

Uit de diepte van de zee…

Maar staat een Nederlander aan het strand, dan ziet hij plotseling de oneindigheid voor zich en verwonderd zich over zijn eigen gelijk, hij schudt het hoofd en glimlacht. Uit de diepte van de zee waait een vreemde, mystieke wind over onze harde koppen. En zie wij brengen een Rembrandt voort, een Van Gogh en een Vermeer. De vervoerden in de nuchterheid, de zieners van het grenzeloze in de beperkte dingen, de mystici van het gewone alledaagse leven.

Zie ook:Godfried Bomans: Een volk van theologen…

Bron citaat: YouTube – ‘1978 “Godfried Bomans – Bomans Was De Naam” Kant H‘ – Herinneringen van Vinyl (988 abonnees)

Bron afbeelding: Bol-com

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s