‘Het is God die door Christus de wereld met Zich heeft verzoend: Hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft Hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd.‘ (Uit 2 Korintiërs 5 de vers 19)
Geciteerd 1: Vijf eeuwen nadat Luther zijn protest tegen de katholieke kerk begon, ‘zijn we nog altijd kinderen van de Reformatie’, betoogt Eichel. Met ‘we’ doelt ze in haar boek de eerste plaats op de Duitsers. Wat we vandaag als ‘typisch Duits’ beschouwen, is volgens Eichel eigenlijk ‘typisch Luthers’.
(…) “Vóór Luther was het zo dat in de christelijke godsdienst alles in het teken stond van verlossing van de zonden. Alles was gericht op het hiernamaals, deelname aan de mis speelde daarbij een centrale rol. Luther maakt daaraan een einde door zijn interpretatie van de Bijbel. Luther zegt dat mensen geen invloed kunnen uitoefenen om wel of niet in de hemel te komen. Hij stelt daar tegenover dat mensen worden opgeroepen om God te loven in het dagelijks leven. Wie vlijtig en betrokken werkt, prijst daarmee God. Werk is niet zozeer een beroep, maar een roeping. Een timmerman is daarbij net zo verantwoordelijk als een geestelijke. Het interessante is dat bij Luther een soort ‘verwereldlijking’ van het geloof plaatsvond. Anders dan je misschien zou verwachten staat het kerkelijke leven bij hem niet in het middelpunt van het denken over geloof. Het geloof is bij Luther vele malen breder. Het omvat alle aspecten van het leven.”
(Einde citaat)
Een woord van Luther is: ‘De ere Gods is, dat we Zijn weldaden aannemen’.
Geciteerd 2: Het lijkt ons goed er reeds hier op te wijzen, hoe diep theologisch – beter: diep Bijbels!, AJ – Luther hier denkt. Verwijzend naar wat we reeds boven hebben aangeduid, is het toch duidelijk, dat het Luther niet eerst gaat om onze gemoedsrust en zaligheid, maar om dat heel andere: het gaat om Gód. Als wij worden gerechtvaardigd propter Christum, is het grootste daarin, dat nu Gód in en door ons gerechtvaardigd wordt. Dat Hij gelijk krijgt, de eerste en laatste wordt; dat Hij God blijkt, niet in belonen of straffen, maar in het doen van zijn eigenlijke werk: gratie schenken…
Meer lezen (van/bij citaat 2) kan op digibron.nl. Het artikel ‘De rechtvaardiging bij Luther en Calvijn’** van ds. S. van der Linde verscheen in Thelogia Reformata, (publicatie datum 01-03-1965, pagina’s 6-17).
Geciteerd 3 (uit de inleiding van het artikel op digibron): Dit onderwerp is niet nieuw, maar blijft, daar het zo centraal is, aan de orde. Naar Luthers belijden is de rechtvaardiging immers „Grenze und Mitte” van het geloof, het artikel waarmee de Kerk staat en valt. En dat is bij Calvijn niet anders, hoe groot de lust mag zijn, juist bij vele lutheranen, om in hem een heel andere, een vreemde te zien. We blijven het liever houden met die heel andere taxatie, die Calvijn tot de beste leerlingen van Luther rekent, „Lutheraner höherer Ordnung”, waar hij de moed gehad heeft, waar dat moest, boven Luther uit te gaan. We menen reden te hebben, Luther en Calvijn niet nodeloos uit elkaar te breken, al blijft er voor elk toch nog wel genoeg eigens over.
Opgemerkt 2: Wat moeten we met de bewering dat Calvijn een ‘Lutheraan van hogere orde’ is die nog boven Luther zou uitsteken? Zij die niet meer dan predikers van het Evangelie willen zijn, zullen toch met zo’n bewering niets kunnen. Zulke uitspraken zijn ook niet nuttig te maken! Graag wijs ik daarom hierbij op wat hoogleraar kerkgeschiedenis Heiko A. Oberman schrijft in de slotparagraaf ‘De toekomst van de kerk: reformatie tussen mislukking en succes’ van hoofdstuk IX ‘Christenheid tussen God en duivel’ en wel op de laatste bladzijden van deze paragraaf.
Geciteerd 4: De gedachte dat de strijd om de kerk slechts het voorspel is van de Reformatie door God heeft in de evangelische beweging (in en na de 16e eeuw) geen grote invloed gekregen. Andere vormen van kerkvernieuwing, vooral in de steden van Zuid-Duitsland en Zwitserland, gevoegd bij de Reformatie die te danken is aan Johannes Calvijn hebben de ‘ecclesia militans’, de strijdende kerk, hier al op aarde zien overwinnen, met als gevolg dat juist het Calvinisme slagvaardiger was, succesrijker scheen en wegen kon wijzen en doelen kon stellen aan een nieuwe tijd die in opkomst was. Waar de Reformatie vanuit Wittenberg vaste voet kreeg, hetzij in het land van oorsprong Saksen, hetzij in Scandinavië, daar kon de gedachte van de weerloze kerk blijven bestaan – in de schaduw van een staat die als beschermheer optrad.
De tijden zijn inmiddels allang veranderd. Genoemde bescherming is onbetrouwbaar gebleken en die beschutting is zwak geworden. De gespannen verwachting van een nabijheid van de eindtijd heeft zich losgemaakt uit de omklemming door het vooruitgangsgeloof van de Verlichting en is net zo actueel geworden als in de late Middeleeuwen en het begin van de 16e eeuw.
Luthers visie op de belijdende kerk raakt opnieuw de werkelijkheid van onze dagen en kan daarom, mits op de juiste wijze geïnterpreteerd en gewaardeerd, met grote winst voor de hele oecumene verwelkomd worden.
Bron citaat 1: Trouw – ‘Duitsland nog altijd Lutherland’ – filosoof Christine Eichel geinterviewd door Gerrit-Jan Kleinjan.
Bron citaat 2+3: digibron-nl – ‘De rechtvaardiging bij Luther en Calvijn’ – door ds. S. van der Linde.
Bron citaat 4: Boek ‘Luther – mens tussen God en duivel ‘ van Heiko A. Oberman.
Bron afbeelding: Knowing Jesus