Het fundament van ons geloof…

Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger én voltooier van ons geloof…’ (Uit Hebreeën 12 vers 2)

Jezus zei: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien‘. En daarom konden de apostelen de door hun hoorders te aanvaarden (geloven) Boodschap ook wel samenvatten in die eenvoudige woorden: ‘Jezus Christus, en Die gekruisigd‘. En we hebben en kennen ook de woorden uit Johannes 1 vers 18 ‘Niemand heeft ooit God gezien…’ en ook de korte en bondige samenvatting die we vinden in Johannes 3 vers 16: ‘Want alzo lief had God de wereld…’.

Wanneer we die Boodschap in geloof aanvaarden dan weten we ons het heil toegezegd en geen knappe professor in de theologie en/of kenner van de klassieken heeft er nog wat aan toe te voegen of vanaf te doen. En allen die met dat geloof op weg gaan, die zullen ondervinden: ‘God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.‘ (Zie Psalm 46)

Onlangs hoorde ik tijdens een online boekbespreking (‘De hemel op aarde’) dat men ook nog onderscheid weet te maken tussen mensen die Gods Woord ‘alleen maar’ geloven – en volgens een bepaalde theologie in dat geval ook best zichzelf als geredde kinderen van God mogen zien – en mensen die door ondervinding bevestigd hebben gekregen dat ze kind van God zijn. En zo weet men toch weer een bepaalde hiërarchie onder de gelovigen te creëren…

Wie zichzelf op grond van zijn of haar bevindingen pas echt een kind van God weet, die ontkent dat God niet meer dan geloof van ons vraagt, namelijk dat we Zijn Woord voor waar en waarachtig houden. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond… (Johannes 1 vers 14). Het getuigenis van de apostelen en het werk van de heilige Geest daarmee, dat is het Fundament waarop wij en de gemeente opgebouwd worden in het geloof!

En om het nu – wat die ‘bevinding’ betreft – maar eens in woordgebruik van de Catechismus uit te drukken: Neen zij; want het is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet ook Gods werk aan hem of haar zou ondervinden.
We hebben onze ogen daarvoor te laten openen door Gods Woord en het werk van de heilige Geest. Hoezeer wij daarbij afhankelijk zijn van het doorgaande onderwijs van Gods Woord leert ons ook heel uitdrukkelijk de brief aan de Hebreeën (dus aan de ‘van huis uit kinderen van God’) en dat m.n. ook in het twaalfde hoofdstuk van deze preek/brief.

Leestip: Hebreeën 12.

Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. Vanuit Hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan Hem, de Heer, in wie u ook samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door Zijn Geest.’ (Uit Efeziërs 2 de verzen 19-22)

Aanleiding: Interview met dr. C.A. de Niet en een boekpresentatie (live op RD-nl) van ‘De hemel op aarde’ van Thomas Brooks.

Bron afbeelding: Knowing Jesus-com

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s