‘Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees (mens) zou roemen voor God.‘ (Uit 1 Korinthiërs 1:27-31)
Die voorkeur (‘dat verkiezen) van God, dat ligt ons ‘van nature’ niet – zelfs het/de zwakke geeft nog de voorkeur en eer aan het/de sterke! (1)
We lezen in Genesis 4 over de woede van Kaïn. Die boosheid van Kaïn is daar niet een voortbrengsel van zijn karaktereigenschappen, maar een diep religieuze afkeer van het besef dat God blijkbaar het zwakke (en later blijkt zelfs ook nog eerst ‘de zondaars’) verkiest en plaatst boven het sterke in deze wereld. Dus ook boven de mooie eerbiedwaardige karakters, die altijd weer de lof van mensen krijgen.(2) Deze werkelijkheid kreeg haar escalatie toen Jezus niet eerst de vrome hoogstaande kerkleiders opzocht en aanwees als eerbiedwaardige na te volgen en te gehoorzamen kerk- en volksleiders, maar zich over het gewone volk ontfermde en wel omdat hun leiders (die herders behoorden te zijn) vooral onder de indruk waren van hun eigen vroomheid, godsdienstigheid en kennis en daardoor niet over het zwakke en zondige met ontferming bewogen konden zijn.(3) Het gewone volk zag op tegen deze leiders en had daarom eerder nog moeite met het optreden van een Johannes de Doper en later ook Jezus – die zich tegen tegen die hoogmoed van de leiders keerden – namelijk om dat goed te begrijpen en te plaatsen omdat het hun zo anders geleerd was.
(1) De heilige Geest moet door die ‘natuurlijke’ voorkeuren en barrières bij ons allen (niemand uitgezonderd!) heen breken, of we nu een aangenaam karakter hebben of niet!
(2) 1 Korintiërs 15 (toegespitst in vers 50) leert ons dat het onze ‘natuurlijke neiging’ is om het schepsel te eren boven onze Schepper en dat was dus zelfs al de zwakte van Adam&Eva voor de zondeval. Het Koninkrijk van God is een puur Geestelijke zaak en dat is het nu al en straks zal het dat in volmaaktheid zijn, namelijk wanneer we – bij de wederkomst en opstanding – ook een Geestelijk lichaam ontvangen.
(3) We dienen te beseffen dat de satan machtig genoeg is om juist ook mensen met ‘mooie karakters’ voor zijn karretje te spannen en dat om mensen te verdelen en tegen elkaar uit te spelen. We hebben daarom allemaal reden om elke dag weer ook de bede ‘en leid ons niet in verzoeking’ te bidden.
Maarten Luther heeft dat indertijd ook gezien en beseft en beleden en zijn medegelovigen daarop willen wijzen. Daarover valt te lezen in deze blog: ‘Onomstotelijke woorden over ons heil…‘
‘Ieder stoffelijk mens is als de eerste mens, ieder hemels mens is als de Tweede. Zoals we nu de gestalte van de stoffelijke mens hebben, zo zullen we straks de gestalte van de hemelse Mens hebben.‘ (Uit 1 Korintiërs 15 de verzen 48-49)
Bron afbeelding: SlidePlayer