Het goud van de Reformatie niet verzilverd…

Daar wij nu een groter hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.’ (Uit Hebreeën 4 de verzen 14-16 het 14e vers)

Geciteerd: Van den Brink ziet een uittocht van christenen uit heel orthodoxe kerken naar wat minder orthodoxe kerken en daarna vaak naar evangelische groepen. „Mozaiek zou nergens zijn zonder instroom uit onze gemeenten.” Vragen als ”Hoe krijg ik een rechtvaardig God?” en over de toe-eigening van het heil zijn volgens hem voor velen een ver-van-je-bed-show.

Opgemerkt 1: De winst van de Reformatie was niet dat toen (veel meer) mensen in navolging Maarten Luther gingen worstelen met de vraag ‘hoe krijg ik een genadig God’ en hoe kan en moet mij inspannen voor de ‘toe-eigening van het heil’, want met die eerste vraag worstelden juist veel mensen vóór de Reformatie en het was de bevrijdende (her)ontdekking en door Luther luid verkondigde boodschap dat wij – op grond van Gods Woord – zeker weten – het geloof is een zeker weten van de dingen die wij niet zien maar die ons wel gezegd worden! – een ons genadig God hebben en dat wij geen enkele reden hebben om aan die Blijde Boodschap te twijfelen. Maar heel die winst is teniet gedaan door theologen die dat ‘zeker weten’ even later toch weer onderuit wisten te halen, namelijk door de mensen voor te gaan houden dat men eerst toch wel een weg van ‘toe-eigening van het heil’ moest gaan en achter de rug hebben voordat ze zeker konden/mochten geloven en zeggen dat ze werkelijk tot Gods vrijgekochte kinderen behoren (zoals beleden in/met Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus) en op grond daarvan dan ook (eindelijk) deel zouden kunnen nemen aan de vieringen van het Avondmaal.

Opgemerkt 2: Een belangrijke (of in feite dé) oorzaak hiervan was dat predikanten en theologen met zorg en verdriet zagen dat veel (of zelfs een meerderheid) van de gedoopte kerkmensen er een levenspraktijk op nahielden die ver beneden het door hen noodzakelijk en geloofwaardig geachte niveau van een waar christenleven lag. Maar in plaats van deze mensen (broeders en zusters!) – net als de profeten vroeger de kinderen van Israël en later de apostelen – met klem en onder tranen Gods Woord te blijven voorhouden*, en dat met een ernst zoals we die in het NT met name ook vinden in de brief aan de Hebreeën, meende men er beter aan te doen heel die bij de Reformatie ons teruggeschonken zekerheid, zoals die ons al met onze Doop geschonken wordt, met kracht van theologische redeneringen onderuit te halen. En dat moest er wel toe leiden dat de ons bij de Reformatie weer geschonken Christelijke vrijheid vervangen werd door allerlei vormen van kerkelijke en sociale drang en dwang en eerst maar volgens allerlei Bijbelse en onBijbelse regels een wettisch leven leiden met daarbij de hoop (of niet meer dan ‘een heel klein hoopje’) dat de Geest op een bepaald ogenblik een mens zou toespreken en in het hart grijpen.
* Zie ook Handelingen 20 de verzen 17-20 en ook 28-31.

Opgemerkt 3: Het moet ons daarom niet bevreemden dat waar die bij de betreffende theologische opvattingen ontstane sociale gemeenschappen wegvallen of zijn weggevallen de leegloop van de kerken in een stroomversnelling komt. Maar omdat in die kringen toch ook altijd wel nog een eerbiedig willen luisteren naar Gods Woord gevonden werd en wordt, mogen we nog wel hopen en bidden dat God mensen daar toch ook nog de ogen (harten) blijft openen voor die heel Blijde Boodschap die hen door Woord en Doop en Avondmaal verkondigd wordt!

Maar wat u betreft, geliefde broeders en zusters, ook al spreken wij zo, wij zijn overtuigd van iets beters, waaraan uw heil hangt. Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor Zijn Naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst. Maar het is ons verlangen, dat ieder van u dezelfde ijver (inzet) blijft betonen tot de verwezenlijking van de hoop tot het einde toe, opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zullen zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beërven.‘ (Uit Hebreeën 6 de verzen 9-12).

Bron citaat: RD Opinie – ‘„Geen paniek bij krimpende kerk”’ – van RD Correspondent

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s