‘En dat niet alleen, wij prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.‘ (Uit Romeinen 5 de verzen 3-4)
Geloven en volharden is één en dezelfde zaak!
Geciteerd: In de Romeinenbrief gaat het over het rechtvaardigende geloof. Daar leren we dat we door het geloof in de goede verhouding met de Heere komen te staan.
Opgemerkt 1: Daar lezen/leren we – m.n. in de Romeinenbrief – wat het betekent dat we door Jezus Christus weer in de goede verhouding zijn gezet met God en hoe we daarmee – met dat heerlijke feit dat in/door het Evangelie verkondigd wordt – in geloof hebben om te gaan. En wanneer we werkelijk deze heilsfeiten geloven dan laten we ons ook vermanen tot volharding, niet om alsnog zalig te worden (of om niet de de kans te lopen dat alsnog te verliezen), maar omdat dit dankbare kinderen van God past en omdat dit een nadrukkelijk getuigenis is voor de mensen om ons heen.
Lees het eerste hoofdstuk van de tweede brief aan de Korintiërs er maar (weer) op na! De slotzin van dit hoofdstuk (vers 24) bevestigt de kop boven en de inhoud van mijn betoog in deze blog. (1)
Opgemerkt 2: In het betoog van dr. De Koeijer kunnen we lezen/afleiden dat: eerst moeten we door het geloof in de juiste verhouding zien te komen tot God en daarna moeten we zien te volharden door het geloof.
Maar geloof en volharden zullen we niet zien als werkwoorden maar als gaven. Wanneer we Gods Woord geloven is dat een geschenk en het werk is en wordt aan ons (met de Sacramenten) en in ons (met Gods Woord) verricht door de heilige Geest en dat op grond van Christus werk voor ons. En ook ons volharden in het geloof is een gave van God dat ons gegeven zal worden met en door het werk van de heilige Geest (via het gebruik van de middelen!).
Opgemerkt 3: Hoe zullen we – in de gemeenten van Jezus Christus – de vanwege zichzelf en de maatschappij en deze wereld (mogelijk) mismoedig geworden gelovige kinderen van God aanmoedigen en troosten?
Niet door hen voor te houden: je moet natuurlijk wel volharden hoor, anders mis je alsnog de zaligheid. Wel door te zeggen: Jullie mogen altijd vaststaan en jullie zullen vaststaan in het geloof en wel omdat, ondanks al jullie en ons tekort schieten, het werk van Jezus Christus voor jullie en ons vaststaat en dus onwankelbaar is. Deze troost mag en zal – het is vast en zeker want in Christus zijn al Gods beloften ja en amen – jullie en onze harten elke dag weer vervullen vanwege dit enorme heilsfeit. Dankbare kinderen dié zullen volharden ondanks zichzelf en het woeden van de wereld en de boze om hen heen! Dat is ook de ‘toonzetting’ van/in de brief aan de Hebreeën.
Opgemerkt 4: We kunnen en mogen (dus) zeggen: Heb je geloof dan ontvang je volharding en ontvang je volharding dan heb je geloof. God is getrouw en verlaat nooit het werk (ook niet het werk aan en in ons) dat Hij begonnen is te doen. Daarom zegt en leeft het geloof niet met en bij de woorden ‘eens gered is altijd gered‘ en gaat het hoog en droog in een (gezelschaps)hoekje zitten samen met andere geredden en bewonderaars daarvan om daar onder elkaar te ‘kirren’ over wat God hen gedaan heeft. Nee, het zoekt de gemeenschap van de gemeente(n) en het wil leven in de wereld om de ontvangen liefde en zorg van Christus ook aan elkaar te kunnen doorgeven en betonen en dat beslist ook aan alles wat verloren dreigt/lijkt te gaan.
Het geloof aanvaardt dat de Geest wil dat we altijd weer gebruik maken van de door God ons geschonken middelen om ons te laten aansporen en ons te doen volharden. Daar hoort ook het luisteren naar de heel ernstige woorden in Gods Woord bij, en het geloof aanvaardt dat dat beslist ook en juist voor de gelovigen nodig is.
Opgemerkt slot: Daarom laten de gelovigen – bij het ervaren van eigen moeite en strijd en ontrouw – zich ook altijd weer vermanen en troosten door deze woorden:
‘Deze boodschap is betrouwbaar: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven; als wij volharden, zullen we ook met Hem heersen; als we Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen (2); als wij Hem ontrouw zijn, blijft Hij ons trouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.‘ (Uit 2 Timoteüs 2 vers 13)
(1) Lees/overdenk hierbij ook deze woorden van Luther: ‘Onderwijs over de goede werken (1519) – xiii‘
(2) Wat dat ‘verloochenen’ betreft zullen we denken aan het niet meer luisteren van een vader of moeder naar verzoeken van een kind wanneer een kind niet gehoorzaam is. Dat doen die ouders niet om dat kind aan zichzelf over te laten en verloren te laten gaan, maar om het tot inzicht en inkeer te brengen en dus tot behoud van dat kind.
‘Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.‘ (Uit 2 Petrus 1 de verzen 5-7)
Bron citaat 1: De Waarheidsvriend – ‘Volharding is onmisbaar – Durven getuigen‘ – door dr. R.W. de Koeijer.
Bron afbeelding: Reflections in The Word