‘Weest allen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen, die evenzo wandelen, gelijk gij ons tot voorbeeld hebt‘ (Uit Filippenzen 3 vers 17)
‘U weet hoe ik te midden van u geleefd heb, vanaf de eerste dag dat ik in Asia was: ik heb de Heer in alle nederigheid gediend en hen al het verdriet en de beproevingen als gevolg van de samenzweringen van Joden doorstaan. U weet ook dat ik u alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u in het openbaar (in de samenkomsten) en thuis (tijdens huisbezoeken) onderricht heb.‘ (Uit Handelingen 20 uit de verzen 18-20)
Geciteerd: Maar we hebben ook hedendaagse theologen nodig. Ik zou er twee willen noemen: Tim Keller en John Piper. Ze hebben ieder hun eigen front, stijl en kracht. Kellers front is de seculiere denk- en leefwijze, Piper richt zich meer op lauwe en wereldgelijkvormige (naam)christenen. Keller heeft een apologetische en dialogische stijl, Piper meer die van een opwekkingsprediker. Keller reflecteert diep op de verhouding cultuur en geloof, Piper vooral op de hoogten en diepten van het geloofsleven. Keller is voorzichtig en presenteert zich vaak als algemeen christelijk, Piper is uitgesproken calvinistisch. Maar allebei vertellen ze de tijdloze kern van de Bijbel in nieuwe taal en zien ze dat ook als hun opdracht.
Opgemerkt: Het Evangelie is in haar Boodschap/Essentie zo eenvoudig en krachtig – Jezus Christus en Die gekruisigd en opgestaan en weerkomende om te oordelen over levenden en doden – en het krachtige werk van de Geest daarmee zo onmisbaar, dat we al die (toegevoegde) mooie woorden van vroegere en hedendaagse (welbespraakte) theologen heus/helemaal niet nodig hebben. De Atheners die naar Paulus toespraak/verkondiging luisterden haakten ondanks alle eerdere ‘hen aansprekende woorden’ (en beslist ook ‘ware woorden’!) vrijwel allemaal af, toen ze hoorden over een dag van oordeel door een Man/Mens Die God had doen opstaan uit de dood…
NB. En die onbekeerlijkheid van de ‘weldenkende Atheners’ was/is ook nodig om ons ‘weldenkende (westerse/intellectuele/seculiere) mensen’ van vroeger en nu te beschamen en tot verootmoediging te brengen, net zoals de hoogmoed en onbekeerlijkheid van de ‘theologsich hoogopgeleide’ Farizeeën en Schriftgeleerden ons kerkmensen dat vroeger en nu ook moe(s)t doen.
Mensen als Lewis (en eerder Augustinus) die hebben zichzelf en hun bekering – en wat hun dat allemaal aan anderen te zeggen gaf over zichzelf en over het geloof en over de betrouwbaarheid van Gods Woord – overschat. En die zelfoverschatting vinden we beslist ook bij mensen als Tim Keller en John Piper. We moeten bij deze mensen en de rol die ze nemen/krijgen beslist ook de (vele soorten van!) waarschuwingen die Paulus de gemeenten van Korinthe en Galatië geeft n.a.v. welbespraakte leiders die zich tot ‘koning-leiders’ maakten (en graag lieten maken) in die gemeenten ons (elkaar) in herinnering brengen.
Ondanks het voorbeeld van de apostelen (lees het boek Handelingen!) en m.n. ook de woorden van Paulus in zijn brieven aan de gemeenten en aan zijn medewerkers (Timoteüs en Titus), ontwikkelde er zich een hele hiërarchie binnen de Rooms Katholieke kerk en heel kort na de start van de Reformatie hadden de gemeenten/kerken een nieuwe (geestelijke/papieren) paus (Johannes Calvijn met zijn ‘allesomvattende’ Institutie) en ook heel wat ‘allesomvattende’ belijdenisgeschriften (waaronder ik de Heidelbergse Catechismus als ‘leerboek over het belijden van de Kerk’ niet schaar).
Ondanks het feit dat vrijwel alle standbeelden uit de reformatie-kerken werden/waren weggebroken, verrezen er even later her en der standbeelden van de hervormers. De eer die de hervormers kregen binnen de ‘reformatie-kerken’ en die ‘recente(re) theologen’ vandaag-de-dag krijgen, die ontvingen de apostelen beslist niet en die zouden ze zichzelf ook niet hebben willen laten welgevallen! (Zie bijv. Handelingen 10 de verzen 25-29) Ze moesten zichzelf later soms eerder nog weer aanbevelen, dan dat er een grote aanhang smachtend zat te wachten op de inspirerende woorden, die ze bij een volgend bezoek zouden komen (s)preken…
Hoe anders zien we dat bij mensen als een Tim Keller en een John Piper. Ze schrijven geen (vermanendende/opvoedende) pastorale brieven aan een paar concrete hen (van hun eerdere voorgangerschap daar) zeer bekende gemeenten, maar ze schrijven wel hun theologische boeken, die wereldwijd onder allerlei soorten christenen en binnen gemeenten/kerken zich laten aanbevelen en verkopen als bestsellers…
Opgemerkt slot: De gemeenten van Jezus Christus – waar dan ook ter wereld – hebben geen (wegwijzende) theologen als Tim Keller en John Piper nodig, maar voorgangers die zijn opgevoed en opgeleid bij Gods Woord en die binnen hun gemeenten/kerken ook andere mensen, die daar geschikt voor bevonden zijn/worden, weer bekwamen (opleiden) tot die taak. Wanneer we dan binnen de gemeenten/kerken toch theologen en theologie willen inzetten, dan kan dat alleen in nederige dienst m.b.t. het opleiden van voorgangers om die bekwaam te maken tot het leiding geven in – niet aan! – een gemeente, zoals Paulus aan Timoteüs en Titus daarover schreef. We zullen echt weer terug moeten naar die ‘eenvoud van dienst’ binnen onze gemeenten/kerken. Want een gemeente heeft genoeg aan het Woord en aan de Geest en dat onder de Bijbels eenvoudige leiding van zich nederig gedragende en zich aan de gemeente en haar Heer en leden dienstbaar makende en zich ook opofferende ‘ambtsdragers’.
NB. En die gemeenten/kerken zijn wat anders dan (het nieuw soort) mega-kerken waarvan de leden graag zondags komen luisteren naar hun ‘inspirerende kerkleiders’, die ze heus thuis niet als hun opvoeders/vermaners op huisbezoek hebben te verwachten.
Bron citaat: RD Opinie – ‘Actueel gereformeerd zijn doet bewaren en vernieuwen‘ – door ds. M.K. de Wilde.
Bron afbeelding: Scripture Images