Dopen in een zondige wereld en kerk…

Geciteerd 1: De stroming van de donatisten stelde in de vierde eeuw dat de geldigheid van de doop afhangt van de persoon die het sacrament bedient.* Augustinus keerde zich tegen deze visie: „De wettigheid van de doop hangt niet af van de bedienaar ervan, maar van de instelling van Christus. De heiligheid van de doop wordt niet door de onheiligheid van de dienaar te niet gedaan, want de mens doopt niet, maar Christus doopt.”

Geciteerd 2: Dit bleef de gangbare visie vanaf de middeleeuwen. De reformatoren Luther en Calvijn erkenden dan ook de doop van alle kerken, ook van de Rooms-Katholieke Kerk. Calvijn schrijft in zijn Institutie (Boek 4, hoofdstuk 15.16) dat de waarde van het sacrament niet afgemeten moet worden aan de hand van hem door wie het bediend wordt. „Zoals het er bij een brief die mensen aan elkaar sturen in het geheel niet toe doet wat voor man de bezorger van de brief is, als men het handschrift en het zegel maar voldoende herkent, zo moet het voor ons voldoende zijn de hand en het zegel van onze Heere in Zijn sacramenten te herkennen, wie het dan ook is die ze tot ons brengt.”

Geciteerd 3: Even verderop (Boek 4, hoofdstuk 15.21-22) noemt Calvijn de doop door een vrouw wel een „zonde”, omdat „hierbij een door Christus gegeven regel geschonden is.” Vrouwen mogen zich in de gemeente niet „de positie van een man” aanmeten en leidinggeven, aldus de Geneefse reformator.

Opgemerkt 1: We kunnen beslist stellen dat de bedienaren van de Doop in de Rooms-Katholieke kerk, en in heel wat andere ‘kerk’-gemeenschappen ook, zich niet langs de in en door Gods Woord gewezen weg een positie als bedienaars van het Woord en de Sacramenten hebben verworven (en zich daarin laten gelden en betalen) en dat die positie daarom ook beslist als ‘zondig’ – tegen Gods bedoeling in – moet (!) worden gekenmerkt. We kunnen daarbij toch moeilijk gaan beweren dat als het maar een man is geweest, dat het dan niet uitmaakt. Laten we de regel „Zoals het er bij een brief die mensen aan elkaar sturen in het geheel niet toe doet wat voor man (iemand!) de bezorger van de brief is, als men het handschrift en het zegel maar voldoende herkent, zo moet het voor ons voldoende zijn de hand en het zegel van onze Heere in Zijn sacramenten te herkennen, wie het dan ook is die ze tot ons brengt.” dus maar gewoon volgen en handhaven.

* Het zal dus kunnen gebeuren dat naderhand blijkt dat die ‘waardige persoon/man’ helemaal niet waardig was om de Doop te bedienen… Dan zou een gemeente zomaar met een ongeldige Doop hebben rondgelopen of rondlopen. Onzekerheid troef dus, hoe ‘geweldig’ een voorganger ook mag lijken, wij mensen weten toch maar nooit door welke diep-geheime motieven zo’n man (of vrouw) werd of wordt bewogen. De kerkgeschiedenis (ook recent) geeft er genoeg voorbeelden van…

Opgemerkt 2: Ik las eens dat een baptisten voorganger meende – al durfde hij z’n hand niet voor iedereen in het vuur te steken – dat het merendeel van de leden van de baptisten-gemeenten zich als ‘wedergeboren mensen’ hadden laten dopen en dat dankzij de verkondiging en het pastoraat in zo’n baptisten-gemeente. Uit die woorden blijkt dus al duidelijk hoe feilbaar ons menselijk oordelen is en niet voor niets waarschuwde onze Heer ons al voor dat oordelen (over anderen) en Paulus mocht het ook nog eens heel duidelijk onder woorden brengen namens onze Heer. In feite speelt dat in beide brieven aan de Korintiërs voortdurend een rol en het wordt heel expliciet onder woorden gebracht in 1 Korintiërs 4.

Slot:Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht – alsof de geschreven letters in de Wet (Torah) onze Meester (Pedagoog) Zelf zijn*want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de Doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte.‘ (Uit Galaten 3 de verzen 25-29, zie ook Handelingen 2 de verzen 37-42).
* Hij wil en laat Zich wel bedienen door het onderwijs in de Torah en heel de Schrift en ook door de Sacramenten!

Bron citaten: RD Kerk & religie – ‘GGiN onderzoeken geldigheid doop door vrouw‘ – door Maarten Stolk

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s