‘Met een goed verhaal en zonder angst’…

Omdat God ons in Zijn barmhartigheid deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. Integendeel we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, we vervalsen het Woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend.
(Uit 2 Korintiërs 4 de verzen 1-2)

Geciteerd 1:Van Paulus kun je als christen leren dat je juist aanwezig moet zijn in de publieke ruimte, met een goed verhaal en zonder angst’, zegt theoloog Arco den Heijer.

Geciteerd 2:  Het beeld van Paulus, als Jood en Romein, sprekend, gebarend en handelend in het spoor van de profeten en van Griekse grootheden als Socrates en Demosthenes, is volgens Den Heijer passend voor iemand die door de God van Israël geroepen is een boodschap van behoud te brengen aan alle volken.
Bovendien weerlegt het de gedachte dat christenen aanhangers van een nieuw bijgeloof zouden zijn, dat niet past bij de Romeinse leefwijze, of van een leer die zich richt tegen het Joodse volk, de Joodse wet, en de tempel van Jeruzalem. Het is van belang Paulus in het spoor van de profeten te situeren om de in Romeinse ogen verwerpelijke nieuwheid van de christelijke beweging te weerleggen.”

Opgemerkt: Waarom meldt Paulus de Korintiërs dan dat hij daar bij hen in al zijn zwakheid kwam en angstig en onzeker was en dat hij beslist ook niet met een ‘goed verhaal’ kwam. In Athene had hij met zijn verhaal ook al nauwelijks indruk kunnen maken en God kwam hem in een visioen bemoedigen en melden dat Hij (!) veel volk had in Korinthe en dat Paulus – ondanks alles wat hem daar al weer overkomen was – niet bang moest zijn maar blijven spreken. (zie Handelingen 9 : 9-11)
Paulus zegt over dat ‘goede verhaal’ dat hij moest en bleef spreken, dat dat voor de Joden een ergernis was en voor de Grieken een dwaasheid. Dat er toch mensen aandacht gaven aan zijn boodschap en tot geloof en bekering kwamen, dat schreef hij beslist niet toe aan zijn ‘goede verhaal’ (Boodschap) en welsprekendheid, want zegt hij: uw geloof moest niet steunen op menselijke wijsheid – want het evangelie bestaat niet uit woorden – maar berust op kracht van God, namelijk zoals Hij daarmee wilde werken in de harten van – meest eenvoudige! – mensen in Korinthe door Zijn heilige Geest.

Geciteerd 3:  Paulus’ rede is voor de Atheners uiterst pijnlijk geweest. We kunnen ons moeilijk voorstellen wat het voor die mensen betekend moet hebben, dat Paulus sprak over (een hem bekende) onbekende God, over het niet-kennende dienen en over de onwetendheid. Wie meent, dat Paulus hun in het gevlei kwam (of wilde komen, bijv. door helemaal in hun stijl te spreken – AJ) verstaat de geest van deze Atheners niet.
Hij kon onmogelijk iets gezegd hebben dat hen onaangenamer was. Hij sprak in een stad die zich de bakermat en oorsprong van alle menselijke wijsheid achtte. Een stad die een eeuwenoude traditie van wijsheid bewaarde. En daar gewaagde hij van onwetendheid, en zei, dat het beste dat ze nog hadden het altaar voor een onbekende god was.
Vóór alles wilde hij hun de illusie benemen, als zouden ze in hun wijsheid iets hebben, waarop ze konden vertrouwen. Had hij daar gesproken van Gods toorn, de ongerechtigheid van de mensen en van goddeloosheid, dan hadden ze hem niet kunnen begrijpen. Maar hij spreekt van hun onwetendheid. Dat is niet mis te vatten. Nu staan ze voor de keus: geloven of verwerpen. Ze kiezen in overgrote meerderheid voor het laatste.

Geciteerd 4: Zijn hoorders konden Paulus niet indelen. De stoïsche en epicuraeïsche wijsgeren konden het niet. Maar nu blijkt dat mensen met een (brede) religieuze belangstelling het ook niet kunnen. Want zijn verkondiging laat van die belangstelling niets over, maar spreekt het oordeel uit over die verzameling godsdiensten. Ook in het vervolg (van zijn rede) is Paulus stelling een tegenstelling, zijn these een antithese.
De God die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt, en laat zich ook niet door mensenhanden dienen, alsof Hij nog iets nodig had, omdat Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft.
Hiermee is het standpunt van religieuze mensen afgewezen. Zij verzamelen godsdiensten, maar God woont niet in tempels met handen gemaakt. Daar spreekt Paulus het duidelijk uit, dat hij niet een van de velen onder de verkondigers is. Opnieuw weten de mensen van een brede belangstelling voor geloofszaken dat Paulus niet een van de hunnen is…

Bron citaat 1-2: RD Kerk & religie – ‘Promovendus Den Heijer: Eerste christenen stonden midden in de cultuur‘ – door Klaas van der Zwaag

Bron citaat 3-4:Eerst de Jood, maar ook de Griek‘ – Hoofdstuk ‘V. Geschiedenis en evangelie‘ – van prof. K.J. Popma (1903-1986)

Van Grieken en niet-Grieken, van wijzen en onwetenden ben ik een schuldenaar; vandaar ook mijn bereidheid om ook u te Rome het Evangelie te brengen‘.
(Uit Romeinen 1 de verzen 14-15)

Bron afbeelding:  SlideShare

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis, Israël. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s