‘Toen het volk zag dat Mozes maar niet van de berg terugkwam, gingen ze naar Aäron. Ze zeiden tegen hem: “Kom, maak goden voor ons die ons kunnen leiden. Want we weten niet wat er is gebeurd met die Mozes, die man die ons uit Egypte heeft gehaald.” Aäron antwoordde: “Geef mij de gouden oorringen van jullie vrouwen, zonen en dochters.” Toen haalden ze allemaal hun gouden ringen uit hun oren en gaven die aan Aäron. Hij smolt ze en maakte er een gouden beeld van in de vorm van een kalf. Toen riepen ze: “Kijk, Israël, dit is jullie god! Dit is de god die jullie uit Egypte heeft gehaald!”‘ (Uit Exodus 32 de verzen 1-4)
Geciteerd 1: De Bijbel geeft ons geen eenduidig Godsbeeld, de Bijbelse talen en culturen staan ver van ons af en we kunnen ons Gods aanwezigheid maar moeilijk voorstellen. Dit alles levert een bonte verzameling hoofdstukken op, waarin ik eerlijk gezegd weinig lijn kon ontdekken.
Geciteerd 2: Een typerend citaat inzake het Bijbelse Godsbeeld, naar aanleiding van Hosea en Amos: „God is emotioneel – en Hij is heel verschillend emotioneel…”.
Opgemerkt: Of moeten we net als Mozes ‘op weg’ gaan en dan voortdurend met Hem ‘onderweg’ zijn en blijven en daartoe aangespoord worden door onze ‘godsmannen’ (=voorgangers / predikanten / theologen)?!
Dat geldt toch zeker voor de gedoopte volwassenen en kinderen, die de ‘Rode Zee’ reeds zijn doorgegaan, die moeten met de discipelen mee achter Jezus aan, de woestijn in en het kruis dat voor hen klaarligt op zich nemen en de wereld en de boze weerstaan met het hun van God gegeven Woord.
‘Maar Mozes hield vol: “Neemt u mij toch niet kwalijk, HEER, stuur toch iemand anders, wie U maar wilt.” Nu werd de HEER kwaad op Mozes. “Je hebt toch een broer, de Leviet Aäron!” zei Hij. ‘Ik weet dat die welbespraakt is. Hij is al naar je onderweg…’ (Uit Exodus 4 de verzen 13-14)
Zie ook Exodus 21 de verzen 18-21 en Hebreeën 12 de verzen 18-24.
(In Exodus houdt het volk maar liever wat afstand van God, maar dat is in de Nieuw Testamentische gemeente ondenkbaar!)
* ‘Ermee uit de voeten kunnen‘: Ergens mee overweg kunnen, iets aankunnen, weten hoe je het aanpakt, bestuurt of behandelt. Iets de baas zijn, het controleren, ergens vaardig in zijn.
N.a.v. RD Kerk & religie – ‘Moeilijke teksten in de Bijbel besproken‘ (1) door Prof. dr. Rob van Houwelingen
(1) In ”God lééft” heeft prof. dr. A. van de Beek veertien Bijbelstudies en zeven preken gebundeld. Volgens de ondertitel gaat het over moeilijke teksten in de Bijbel, maar de besproken moeilijkheden zijn divers.