‘Zonder Mij kunt gij niets doen’…

Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem,
die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
(Uit Johannes 15 vers 5, NBG51)

Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer* dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ Nog eens vroeg hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ en voor de derde maal vroeg hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ Petrus werd verdrietig omdat hij voor de derde keer vroeg of hij van hem hield. Hij zei: ‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen.  (Uit Johannes 21 de verzen 15-17)

Geciteerd: Wat betekent in de eerste keer dat Jezus naar Petrus’ liefde vraagt precies ‘dan de anderen’? Want dat is bijzonder bij de eerste vraagstelling: ‘Heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’ Hier is die vraag eigenlijk al beantwoord: die anderen, dat zijn de leerlingen. Maar dan zou Jezus dus vragen of de liefde die Petrus voor Hem heeft groter is dan de liefde die de andere leerlingen voor Hem hebben.
Maar is dat reëel om dat te vragen en er ook op te antwoorden? Vraagt Jezus van Petrus om te beweren dat zijn liefde voor Jezus groter is dan de liefde voor Jezus van de anderen? Dat lijkt me vreemd. In de oude vertaling staat: ‘Heb je mij lief meer dan dezen?’ En het is heel goed mogelijk dat Jezus op dat moment met zijn hand wijst naar de vissen die daar liggen: ‘Hou je meer van mij dan van die vissen?’ Want Petrus is een echte visserman. Dat heeft zijn hart. Maar Jezus dwingt hem nu om zich af te vragen waar zijn hart het meeste naar uit gaat: naar de vissen en het vissersbestaan of naar Jezus en het volgen van Hem. Het antwoord bevestigt ook dat deze uitleg beter past: ‘Ja Heer, U weet dat ik van ú houd!

* Opgemerkt:Meer dan de anderen‘. We zullen hierbij bedenken dat Jezus niet alleen Simon Petrus, maar ook de andere discipelen en ook ons onderwijst met Zijn woorden. Petrus had nogal eens opvallend blijk gegeven van Zijn liefde voor Jezus en vertrouwen geven aan Zijn Woord. Had hij ook niet van Jezus zelf een bijzonder ‘compliment’ gekregen toen Hij als eerste antwoord gaf op de vraag van Jezus: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ En toen beleed: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’
Het moet nu volkomen duidelijk worden dat Petrus inmiddels geen verwachting(en) meer heeft van zichzelf en geen enkele reden meer ziet en te berde brengt om nog aannemelijk te maken dat er van hem inderdaad toch wel iets meer verwacht kon en mocht worden dan van de anderen.
Het was van het grootste belang dat de andere discipelen dat begrepen en ook wij hebben dat goed te beseffen. En de reden daarvan is dat onze Heer Jezus Christus Petrus daar als discipel en latere apostel expliciet de opdracht gaat meegeven: ‘Weid Mijn lammeren‘. En voor die opdracht, voor dat weiden van Zijn lammeren vindt geen enkel mens enige bekwaamheid* in zichzelf.
Zelfs de liefde voor onze Heer en Heiland maakt ons daartoe niet zomaar bekwaam! (1,2) En dat niet alleen omdat die liefde zelf ook steeds weer bewerkt moet worden door onze Drie-enige God, maar omdat het weiden van Zijn lammeren een bekwaamheid is die de heilige Geest in ons werken moet. En om die bekwaamheid had Petrus, hadden de apostelen en ieder die een taak heeft in het weiden van de lammeren van God dagelijks te bidden.

(1) ‘En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.‘ (…) ‘Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers.‘ (Uit Handelingen 1 de verzen 4-5 en 14)

(2) Zie ook 2 Korintiërs 2 : 14-17: ‘…Want wij zijn een geur van ChristusEn wie is tot zulk een taak bekwaammaar wij spreken in Christus uit zuivere bedoelingen, ja, op gezag van God en voor Gods aangezicht.

Bron citaat:  geloven/gelovenmetpetruspreek9.pdf

Bron afbeelding: Bible Verses KJV on Twitter

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s