Geciteerd 1: Van: Paulus, die door God is aangewezen als apostel van Jezus Christus. Aan: alle gelovigen in de stad Efeze, die Christus Jezus trouw volgen. Ik wens u de genade en de vrede toe van God, onze Vader, en van onze Here Jezus Christus. Aan God, de Vader van onze Here Jezus Christus, komt alle dank en eer toe. Hij heeft ons, nu wij één zijn met Jezus Christus, alle geestelijke zegen gegeven die er in de hemel is.
Al voordat Hij de wereld maakte, heeft God ons uitgekozen, wij die één met Christus zijn. Wij zouden alleen van Hém zijn en volmaakt voor Hem staan. Het is altijd zijn bedoeling geweest ons als zijn kinderen aan te nemen door Jezus Christus, opdat wij Hem zouden prijzen voor zijn onovertroffen genade.
En Hij heeft ons door zijn geliefde Zoon laten ervaren (de apostelen waren oor- en ooggetuigen!) hoe buitengewoon goed Hij is. Gods Zoon heeft zijn leven en zijn bloed gegeven om ons van de zonde te verlossen. Alles wat wij hebben misdaan, is ons daardoor vergeven. Wat een rijke genade!
En dat niet alleen! God heeft ons alle wijsheid en inzicht gegeven. Hij verlangde ernaar ons het geheim bekend te maken waarom Hij Christus heeft gestuurd. Hij heeft besloten alles in de hemel en op aarde bijeen te brengen onder het absolute gezag van Christus, als de tijd rijp is.
Door onze eenheid met Christus zijn wij het eigendom van God geworden. Dat is altijd de bedoeling geweest van Hem die alles doet zoals Hij Zelf wil en goedvindt. Hij wilde dat wij, Joden, die al zo lang gewacht en gehoopt hebben dat de Christus zou komen, Hem zouden prijzen en eren.
En niet alleen wij, maar ook u, die de waarheid hebt gehoord, het goede nieuws dat uw redding is. Toen u in Christus ging geloven, gaf God u de Heilige Geest, die Hij had beloofd als een bewijs dat u van Christus bent.
Deze Geest in ons is een borg (ons bij onze Doop geschonken als onderpand of waarmerk) voor wat God ons allemaal zal geven als Hij ons, Zijn eigen volk, zal verlossen. Een reden temeer om Hem te eren voor zijn grootheid.
(Efeziërs 1 : 1-14, HTB)
Een nieuwe schepping
Geciteerd 2: Deze nieuwe identiteit is open naar anderen. Als Paulus zegt „Wie in Christus is, is een nieuwe schepping” (2 Korinthe 5 : 17), gaat het over de naaste. Omdat Christus uit is op verzoening, leer ik die lastige ander te zien als nieuwe schepping in Christus. Omdat die ander dat is of zou kunnen worden. Iedereen kan immers tot geloof komen en in Christus nieuwe schepping worden.
Jezus volgen in Zijn vernedering
Opgemerkt: ‘Omdat die ander dat is – een nieuwe schepping in Christus – of zou kunnen worden.‘ Die ‘voorwaarde’ bij de opdracht om de/je naaste, (de ander, waaronder ook je vijanden) lief te hebben is door onze Heer Jezus Christus niet genoemd. Het is zelfs zo dat we zo één zijn gemaakt met onze Heer Jezus Christus, dat we Hem eerst ook volgen in Zijn vernedering hier op aarde.
Heel treffend wordt dat door Petrus onder onze aandacht gebracht in 1 Petrus 2 en 3 waar hij laat weten dat juist slaven en vrouwen helemaal in het voetspoor van Jezus treden, wanneer zij zich ‘geven’ (niet alleen aan een goede, maar ook) aan een heidense/slechte meester en/of heer (echtgenoot).
Zieltjeswinnerij
En dan zal dat niet voortkomen uit het motief van ‘zieltjeswinnerij’ – al wordt dat ze die ander daarmee ‘winnen voor het Evangelie’ niet uitgesloten! – maar het komt voort uit de nieuwe identiteit die zij hebben aangenomen en die hen in de vrijheid zet om de ander te dienen.
Vrijheid en dienstbaarheid
Maarten Luther stelde het zo:
Geciteerd 3:
- Een christen is in vrijheid heer van alle dingen en niemands onderdaan.
- Een christen is in dienstbaarheid knecht van alle dingen en ieders onderdaan.
Deze twee stellingen zijn duidelijk, want Paulus zegt in 1 Korinthe 9 vers 9: ‘Ik ben vrij in alle dingen, en heb me tot ieders knecht gemaakt.’ En in Romeinen 13 vers 8: ‘U hebt tegenover niemand enige verplichting, behalve deze: dat u elkaar moet liefhebben.’
Wie liefheeft, is dienstbaar en ondergeschikt aan degene die hij liefheeft. Dit wordt ook over Christus gezegd in Galaten 4 vers 4: ‘God heeft Zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, en Hem onder de wet gesteld’
Om deze twee, elkaar tegensprekende beweringen over de vrijheid en de dienstbaarheid te verstaan, moeten wij begrijpen dat ieder christen tweeërlei natuur heeft: een geestelijke en een lichamelijke. Naar de ziel wordt hij een geestelijke, nieuwe, innerlijke mens genoemd, echter naar zijn vlees en bloed wordt hij een lichamelijke, oude, uitwendige mens genoemd.
Vanwege dit onderscheid worden in de Schrift dingen van hem gezegd, die lijnrecht tegen elkaar ingaan, zoals ook mijn uitspraken over vrijheid en dienstbaarheid doen. (…)
Zie ook: ‘Een christelijke levenswandel in het huwelijk… (II)‘
Bron citaat 1: RD Opinie – ‘Theologenblog: Identiteit in Christus is bevrijdend‘ – Door Hans Burger (1)
Bron citaat 2: Boek – ‘Over de vrijheid van een Christen‘ – door Maarten Luther
(1) De auteur is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.