Evenzo zullen de vrouwen aan hun eigen man onderdanig zijn, opdat ook degenen die niet geloven in het Woord, door de (levens)wandel van de vrouwen, zonder woorden, worden gewonnen, wanneer zij uw eerbare (levens)wandel in godsvrees aanzien. Hun versiering moet niet uitwendig zijn in haarvlechten, in het omhangen van goud, of in (kostbare) kleding aan te trekken, maar onbevreesd in de verborgen mens van het hart, met een zachte en stille geest, die kostbaar is voor God. (1 Petrus 3 : 1-4)
Ongelovige echtgenoten
Op eenzelfde manier (zie 1 Petrus 2 : 18-25) zullen de (gehuwde) vrouwen aan hun eigen man onderdanig zijn…
Hier spreekt Petrus voornamelijk over vrouwen die in die tijd heidense en ongelovige mannen hadden. Aan de andere kant spreekt hij ook over gelovige mannen die heidense vrouwen hadden. Want in die tijd, toen de apostelen het Evangelie verkondigden onder de heidenen, gebeurde het vaak dat de één christen werd en de ander niet. Wanneer het in die tijden geboden werd dat de vrouwen hun mannen onderdanig moesten zijn, hoeveel te meer moet dat dan nu bij ons gebeuren. Een vrouw moet aan haar man onderdanig zijn, zegt Petrus, ondanks dat hij ook wel een ongelovige of heiden kan zijn. Hij geeft verder de redenen aan waarom dit zo moet zijn.
‘Prediking’
… opdat ook degenen die niet geloven in het Woord door de (levens)wandel van de vrouwen, zonder woorden, worden gewonnen, wanneer zij uw eerbare (levens)wandel in godsvrees aanzien
Petrus wil hiermee zeggen: een man zou zich aangetrokken kunnen voelen tot het christelijke geloof, en hij zou de christelijke levenshouding voor de goede kunnen houden, als hij ziet dat zijn vrouw zich goed gedraagt en deugdelijk is nadat zij christin is geworden. Hoewel het de vrouwen niet bevolen is te prediken*, toch moeten zij een deugdzame, heilige levenswandel hebben, in achting en eerbied voor hun mannen, opdat zij hen daardoor tot geloof zouden kunnen opwekken.
* Er gaat dus zeker ook van ons christenen altijd weer een ‘prediking’ uit zonder woorden – zie ook Psalm 19 bijvoorbeeld!
Uitwendige zaak
Deze gehoorzaamheid is slechts een uitwendige zaak! Je moet moet het dus niet doen om je daarmee vroom (en aangenaam) te maken voor God. De gehoorzaamheid waardoor een vrouw aan haar man onderdanig is, maakt haar niet rechtvaardig en zalig voor God. Je kunt immers ook een gehoorzame vrouw vinden die toch ongelovig is. Maar je moet het doen opdat je daarmee je man van dienst bent, zodat hij door jouw eerbare en godvrezende wandel bekeerd zou worden.
De geest is vrij
Want zó heeft God het ingesteld, toen Hij tegen de vrouw zei: ‘Uw wil zal aan die van uw man onderworpen zijn, en hij zal uw heer zijn‘ (Genesis 3 : 16). Dit is ook een van de straffen die Hij (gehuwde) vrouwen heeft opgelegd. Dit alles betreft echter de uitwendige wandel. Het is alleen van toepassing op het lichaam. Niet op de geest, want die is vrij.
Maarten Luther: Epistel S. Petri gepredigt und ausgelegt, vgl. W(2)9, 1214 ff (1539)
(wordt vervolgd!)
Zie ook: ‘Spreken en samenspraak ‘in eenheid met Christus’…‘ en
‘Een christelijke levenswandel in het huwelijk… (II)‘
Bron citaat: Maarten Luther – Als goud door vuur beproefd – Korte verklaring van de eerste brief van de apostel Petrus in 60 overdenkingen – Overdenking 36 – Samengesteld, ingeleid door H.C. van Woerden – © 2020 Den Hertog B.V., Houten.