‘De Heer is mijn Herder, mij ontbreekt niets.‘*
(Psalm 23 : 1)
Van dr. Maarten Luther (1536)
Op een avond na gebed aan de eettafel uiteengezet.
Psalm 23 (10)
Geciteerd 2: (…) “Mij ontbreek niets – Maar voor de profeet gold dat hij niet altijd gelukkig was, noch was hij steeds maar weer in staat om te zingen: “De Heer is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets.” Soms verlangde hij veel, bijna te veel. Hij zou (dikwijls) noch gerechtigheid, noch Gods troost en hulp voelen, maar alleen zonde, Gods toorn, verschrikking, twijfel en vrees voor dodenrijk en hel, zoals hij klaagt in veel psalmen.
Desalniettemin laat hij zijn gevoelens varen en houdt God aan Zijn belofte van een komende Messias en denkt: ‘Het zij met mij zoals het is, maar dit is nog steeds de troost van mijn hart, dat ik een genadig en barmhartig Heer heb, die mijn Herder is, wiens Woord en belofte mij sterken en troosten. Dáárom ontbreekt het mij aan niets.’
Om deze reden en andere redenen schreef hij ook deze Psalm naast andere Psalmen, zodat we er zeker van zouden kunnen zijn dat we in echte verzoeking nergens anders raad en troost kunnen vinden, en dat alleen dit de gouden kunst is: vasthouden aan Gods Woord en belofte, en dan oordelen over de toestand van ons leven op basis van dit Woord en niet op basis van de gevoelens van ons hart. Dan zullen zeker hulp en troost volgen, en er zal absoluut niets ontbreken.”
Maarten Luther: Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 51, S. 271 ev (gebruikte vertaling: Luthers Works, American Edition, vol. 12, p. 147 ev)
~~~
‘Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg het u nogmaals: wees altijd verheugd.
Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen.‘ (Uit Filippenzen 4 : 4-9)
Geciteerd 1: De apostel Paulus houdt van de mensen in Filippi. Hij heeft er een bijzondere band mee. Ze bleven hem trouw toen hij gevangen zat. Toch – of juist daarom – spaart hij hen niet. Ze hebben recht op zijn aanwijzingen. Daarna neemt hij de draad weer op van hoofdstuk 3 : 1, waar hij begon over vreugde. Dan volgen nog een paar algemene opmerkingen, zoals die zin over vriendelijke mensen. Letterlijk staat er: mild. God is mild voor zijn schepping en verwacht dat ook van Jezus’ volgers. Dat kan je alleen maar opbrengen omdat Hij voor jou een bron van vreugde is. Altijd? Dat staat er nogal uitdagend in vers 4. Je hoeft zo’n woordje niet krampachtig te lezen. Vreugde laat zich niet dwingen. Lees het vooral met de ontspanning van een vriend, iemand die jou aanvaard zonder méér. Dan klinkt het ongeveer zó: je laat je die vreugde toch niet afnemen?!
Bron: Dag in Dag uit 2020 – Mediatie 27 november 2020 – Leger des Heils | Ark Media
~~~
‘Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.‘
(Psalm 90 : 12)
Omdat ons leven niets anders is dan een voortdurend sterven, moeten we gedurende ons hele leven de kunst om goed te leven en te sterven bestuderen. Als je zo hebt geleefd, kun je niet slecht sterven. Het is maar zelden dat iemand goed sterft, die slecht heeft geleefd.
Goed leven betekent echter niet dat je alles uit het leven haalt zoals de wereld dat doet, maar leven in het geloof in de Zoon van God, zoals het in Galaten 2 : 20 staat: ‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft prijsgegeven.’
Goed sterven betekent: graag sterven. Het geloof zorgt ervoor dat je graag sterft; de vruchten van het geloof zorgen ervoor dat je goed sterft. Als je gelooft dat je door Christus een genadige God hebt, dan sterf je graag; want je weet, waar je heengaat.
Bron: checkluther-com – Meditatie 27 november 2020 – Luther Heritage Foundation (Veenendaal)