‘Voor een korte tijd’…

Voor een korte tijd zult u Mij niet zien, en opnieuw voor een korte tijd zult u Mij zien; want Ik ga tot de Vader.‘ (Johannes 16 : 16  – weergave DB 1545)

Geciteerd 1: Precies zó gaat het ook als God een beproeving over óns laat komen, dan is altijd onze eerste gedachte: we moeten zelf het heft in handen houden – zo gaat het trouwens altijd.

Door geen zeggen of zingen, willen we geloven dat het slechts om een korte tijd gaat, en dat God Zich spoedig met Zijn genade en hulp weer zal laten zien. Daarom worden we zo kleinmoedig en kunnen we niet anders dan huilen en klagen.

Dit alles, terwijl, zoals Paulus zegt, wij ons in de aanvechtingen moeten verblijden en beroemen: niet alleen vanwege de toekomstige hulp, die niet kan uitblijven als we ons alleen aan het Woord houden – maar vooral ook, omdat wij door kruis en lijden, als door een onbedrieglijke toetssteen, kunnen weten dat we Gods kinderen zijn (zie o.a. Romeinen 8 : 17).

Op deze manier nu is dit woord van Christus een prachtige troostpreek, niet alleen voor de discipelen, maar voor alle christenen in de hele wereld. We mogen de woorden ‘het is maar om een korte tijd te doen’ wel uit ons hoofd leren, en bij alle aanvechtingen en beproevingen tot onze lijfspreuk maken. Zodat wij ons in alle beproevingen met deze woorden kunnen troosten: ‘Het is maar om een korte tijd te doen.’ Dan zal daarna de droefheid verdwijnen, en alle troost en blijdschap ondervonden worden.

Maarten Luther: Über das Evangelium Joh. 16, 16-23, weergave EA(2) 2, 227 ff

Waarin u zich verblijdt, u, die nu een korte tijd, wanneer het nodig is, bedroefd bent door velerlei aanvechtingen.‘  (1 Petrus 1 : 6)

Geciteerd 2: De wereld (juist ook zoals die te vinden is in de kerken, dus onder de kerkmensen zelf – AJ) wil en kan niet verdragen dat je haar goede bedoelingen, vroomheid, nederigheid, heiligheid, voortreffelijke werken, enzovoort bestraft en veroordeelt alsof die voor God geen waarde zouden hebben. Dan komt de(ze) wereld er spoedig aan en vervolgt en vermoordt degenen die dit zeggen, als de ergste godslasteraars en oproerkraaiers, en dankt daarbij dat ze God een dienst bewijst.

Daarom is het geloof niet een slaperige gedachte in het hart, maar wie geloof heeft belijdt openlijk wat hij/zij daarvan in het hart weet en voelt. Daar komt dan de ellende van, zoals de profeet in Psalm 116 vers 10 klaagt: ‘Ik geloof daarom spreek ik. Ik wordt echter zeer geplaagd.

Vandaar dat Petrus zegt:Jullie zijn nu voor een korte tijd bedroefd.‘ Zo vat hij, zoals eerder gezegd, het geloof, de hoop en het heilige kruis tezamen, want het ene volgt op het ander. Petrus laat het echter hier niet bij. Hij vertroost hen ook. Hij zegt dat het maar een korte tijd hier op aarde zal duren, en dat op deze droefheid en beproeving de eeuwige zaligheid zal volgen, waarin zij zich eeuwig zullen verheugen en verblijden.

Dat is juist getroost, zoals de apostelen gewoon zijn te troosten. Ze preken niet over tijdelijke vrede, rust en gunst van de wereld, maar daarentegen dat we zullen overwegen dat we het niet beter zullen hebben dan alle heiligen die er ooit geweest zijn, en zoals de Heere, het Hoofd van alle heiligen het Zelf heeft ervaren.

Maarten Luther: Epistel S. Petri gepredigt und ausgelegt, vgl. WA 12, 271 ff(1523) en W(2)9, 1129 ff (1539).

Bron citaat 1:  www.maartenluther.com

Bron citaat 2: Maarten Luther Als goud door vuur beproefd – Korte verklaring van de eerste brief van de apostel Petrus in 60 overdenkingen – Samengesteld, ingeleid door H.C. van Woerden – © 2020 Den Hertog B.V., Houten.

Bron afbeelding:  SlideServe

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s